Ingersoll's redevoering tegen de slavernij (1867)

Robert Ingersoll

Inleiding van de redactie:  Deze redevoering uit 1867 van Robert Ingersoll maakt deel uit van een aantal historische documenten die wij naar het Nederlands hebben vertaald of nog zullen vertalen.

 

Vrijdenkers hebben altijd vooropgelopen in de strijd tegen onderdrukking en uitbuiting, en Robert Ingersoll heeft zich in zijn essay's en toespraken altijd uitgesproken tegen de wreedheden van de slavernij en de ongelijkwaardige behandeling van vrouwen. Desondanks vind ik dat Ingersoll door sommige, vooral Amerikaanse humanisten/vrijdenkers iets teveel als een heilige wordt neergezet. Misschien is dat ontsproten uit een behoefte om de heiligen van de kerk te vervangen. Er is wel wat kritiek op hem geweest, waarvan niet altijd te achterhalen is of deze terecht is. Sommigen, waaronder ook atheïsten, vinden het bedenkelijk dat hij veel geld verdiende met zijn redevoeringen. Maar mensen hadden het er blijkbaar toch voor over. Ook wordt er gezegd dat hij steenrijk was. Hij was een vermogend man voor die tijd. Volgens een biograaf had hij na zijn dood een vermogen van 80.000 dollar op zijn bankrekening staan. Een aardig kapitaal in die tijd, maar niet echt heel bijzonder. Verder schijnt hij tijdens zijn carriëre als procureur wel eens een keer een rechtzaak te hebben beslecht die niet gunstig uitviel voor 'de gewone man'. Volmaakte mensen bestaan niet, en als we gaan zoeken zullen we bij ieder mens wel een smetje vinden op het blazoen.

 

Een kritische noot bij deze redevoering is wellicht dat Ingersoll zich de situatie en het toekomstperspectief van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten te rooskleurig heeft voorgesteld. Maar de vraag is of we het iemand als  Ingersoll kwalijk kunnen nemen dat er later het één en ander is misgegaan.  Eén anekdote wil ik u niet onthouden. Het laat zien dat we Ingersoll niet zonder meer op één hoop mogen gooien met de mensen uit zijn tijd die louter omwille van opportunistische, politieke redenen de slavernij wilden afschaffen, en in hun racistische vooroordelen bleven volharden.

 

 

Frederick Douglass, een voormalige negerslaaf en een beroemd abolitionist, schreef in zijn biografie over een ontmoeting met Ingersoll. Hij was op weg naar een bijeenkomst in Elmwood waar hij een lezing zou houden, maar was bang dat hij nergens een plek kon vinden om te overnachten, en dit was belangrijk omdat het in zijn woorden 'één van de koudste en ijzigste nachten ooit' was. Een man die enige tijd met hem meereisde zei: 'Als de hotels u geen kamers willen aanbieden, ken ik wel een man in Peoria die met veel plezier zijn deuren voor u zal openen; een man die u op ieder willekeurig uur in de nacht en onder welke weersomstandigheden dan ook, zal verwelkomen, en deze man heet Robert  Ingersoll.'
Het lukte hem tóch om een hotel te vinden, maar hij besloot de volgende morgen om een bezoekje te brengen aan deze beroemde en veelbesproken 'ongelovige.' Over deze ontmoeting schreef hij: 'Dhr: Ingersoll was thuis, en áls ik ooit iemand heb ontmoet met een goedaardige en stralende glimlach op zijn gezicht, en een oprechte, menselijke vriendelijkheid in zijn stem, dan heb ik op die bewuste morgen iemand ontmoet die deze kwaliteiten bezat. Ik werd door dhr. Ingersoll en zijn familie op een buitengewoon hartelijke wijze verwelkomd, hetgeen voor het gepijnigde hart van iedere verstoten en dodelijk vermoeide vreemdeling hartverwarmend zou zijn geweest, en ik zal dit altijd blijven waarderen. Misschien waren er in die tijd Christelijke predikanten en families in Peoria waar ik op dezelfde gastvrije manier zou zijn verwelkomd. Wat betreft de naastenliefde moet ik zeggen dat er best zulke predikanten en zulke families kunnen zijn geweest, maar ik ben even verplicht om te zeggen dat ik er tijdens mijn eerdere bezoeken aan deze stad niet in geslaagd ben om ze te vinden. Gebeurtenissen van deze aard hebben er in grote mate toe bijgedragen dat mijn opvattingen over de invloed van geloofsovertuigingen op het karakter van mensen, zijn veranderd. Ze brachten me tot de conclusie dat ongeveinsde vriendelijkheid zowel binnen als buiten de kerk gevonden kan worden, en dat het feit dat iemand 'ongelovig' is net zo min een bewijs is dat hij egoïstisch, gemeen en kwaadaardig is, dan dat het evangelisch zijn bewijst dat iemand eerlijk, rechtschapen en beschaafd is.' (Overgenomen uit  Life and times of Frederick Douglass.)

 

Gericht aan de zwarte bevolking van Galesburg, Illinois, 1867.

**** ****

 

Geachte medeburgers. Slavernij heeft in duizenden verschillende vormen bestaan, en het is iets van alle tijden en alle volkeren. Het is even oud als diefstal en plundering.Elke natie heeft zijn eigen mensen geknecht, en zijn eigen vlees en bloed verkocht. Zelfs veel  blanken zijn heden ten dage in slavernij geketend. Er wordt vaak gezegd dat ieder mens die vrij zou moeten zijn, reeds vrij is. De mensen die dit zeggen zouden moeten bedenken dat hun eigen voorouders ooit vernederde, angstige, hulpeloze slaven waren.
 

Zodra zij voldoende ontwikkeld waren om te stoppen met het knechten van hun eigen landgenoten, begonnen ze met het knechten van het eerste volk dat zij konden overmeesteren. Als zij een andere god aanbaden of een andere huidskleur hadden werden zij al tot lijfeigenen gemaakt. Zelfs als zij slechts een andere taal spraken was dat reden genoeg. Als ze gevangen werden genomen veinsden ze dat zij hun leven hadden gespaard, en dat dit hun het recht gaf om ze tot lijfeigenen te maken. Dit was natuurlijk een waardeloos argument. Als zij gevangen waren genomen dan was er geen noodzaak om hen te doden. Als er geen noodzaak was om hen te doden, dan hadden ze ook het recht niet om te doden. En als ze niet het recht hadden om hen te doden, dan hadden ze ook niet het recht om hen in slavernij te ketenen, onder het valse voorwendsel dat zij hun leven hadden gespaard.
 

Ieder excuus dat de hebzuchtige in zijn vindingrijkheid kon bedenken werd aangenomen als een volledige rechtvaardiging, en het belangrijkste argument van de slavenhouders aller landen is altijd geweest dat het een door god gegeven recht was, en aldus werd het stelen van mensen voortdurend gerechtvaardigd met een 'aldus sprak de Heere!'
 

Slavernij werd in ieder land  in stand gehouden door de wet en de religie. Het woord Vrijheid vinden we in geen enkel dogma ter wereld. 'Slavernij is een recht, en is in overeenstemming met de wetten van de staat!', schreeuwde de rechter. 'Het is een recht in overeenstemming met de wetten van God!', schreeuwde de priester. En omdat zij zich gesteund voelden door wat zij met zo veel genoegen 'de wet van God en staat' noemden, hielden de slavenhouders dit gebruik in stand, met uitzondering van de Quakers. Aan dit instituut heeft men zich door alle eeuwen heen met dodelijke greep vastgeklampt; vastgeklampt totdat het de fundamenten van de samenleving had vernietigd en van levenskracht had ontdaan; vastgeklampt totdat alle gewelddaden wettig werden verklaard; vastgeklampt totdat alle deugden tot de verleden tijd behoorden; vastgeklampt totdat de industrie haar armen over elkaar sloeg – totdat de handel alle zeilen binnenhaalde – totdat alle velden tot een desolate toestand waren vervallen en de steden stil en verlaten, behalve waar de in armoede vervallen vrije mens bedelde om brood, en de slaaf om genade; vastgeklampt totdat de slaaf zijn ketenen omsmeedde tot een zwaard om het land te drenken in het bloed van zijn meesters. Burgeroorlogen zijn de grote bevrijders geweest van de wereld.
 

Slavernij heeft alle wereldrijken naar de afgrond gebracht. Het heeft de laatste sporen van de Griekse beschaving uitgewist, en het veroorzaakte de val van Rome, met een dreun zo hard dat de wereld op haar grondvesten schudde. Nadat de meeste Europese landen de slavernij hadden afgeschaft, bracht Gonzales aan zijn landgenoten, de Portugezen, naar voren, dat zij enorme winsten zouden kunnen behalen door het stelen van Afrikanen, en zo begon de moderne slavenhandel – deze coagulant aller gruwelen – deze oneindige wreedheid die alleen in stand kan worden gehouden door bezetenen, en slechts verdedigd wordt door beesten. En tóch is de handel in slaven verdedigd en in stand gehouden door alle geciviliseerde landen, en door allen gedoopt tot 'Legitieme handel', 'in naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.'
 

Het werd zelfs gerechtvaardigd op grond van het feit dat het bijdroeg tot de bekering van de neger tot het Christendom. Het was over de hypocriete figuren die dit argument gebruikten waarover Whittier zei: 'They bade the slave-ship speed from coast to coast. Fanned by the wings of the Holy Ghost.'
 

Gelegitimeerd met zulke christelijke en humane argumenten werd de slavernij in 1620 op onze grond geïnstitutionaliseerd, en van die dag af aan is het de oorzaak geweest van al onze ellende, van al het bloedvergieten, van alle gebroken harten – haat en ontzetting al meer dan tweehonderd jaar, maar nog steeds willen we geen afstand doen van dit gekoesterde instituut. Net als de Farao wilden we de mensen niet vrijlaten. Hij werd geteisterd door ongedierte, met kikkers, met water dat in bloed veranderde, met allerlei soorten luizen, en nóg wilde hij de mensen niet vrijlaten. Wij, de Noordelijke Democraten, werden geteisterd door rampen die ernstiger waren dan al die rampen bij elkaar, totdat we moedig genoeg waren om te zeggen: 'Slavernij moet met wortel en tak verwijderd worden uit deze republiek.' Pas toen we deze morele hoogten hadden bereikt, werden we succesvol. De rebellie werd terneergeslagen, en de vrijheid gevestigd.
 

De meerderheid van de beschaafde wereld is voor de vrijheid – bijna alle christelijke kerkgenootschappen zijn ook voor de vrijheid. De wereld is veranderd – mensen zijn nobeler, beter en zuiverder dan ooit. Alle grote veranderingen worden tot stand gebracht door heroïsche en zelfopofferende pioniers. In Engeland, in het christelijke Engeland, was het Thomas Clarkson die een drijvende kracht was achter het abolitionisme. Hij wijdde zijn leven aan het grootse doel van de menselijke vrijheid. Hij veroverde het hart van de welbespraakte en roemrijke Wilberforce, de verheven Pitt, de briljante redenaar Burke, en Charles James Fox, de humane politicus met zijn vooruitziende blik.
 

In 1788 werd een resolutie aangenomen in het Lagerhuis, waarin werd verklaard dat de slavenhandel zou moeten worden afgeschaft. Het werd afgewezen. Geleerde lords waren er op tegen. Zij zeiden dat de Britse Koopvaardij teveel kapitaal had geïnvesteerd in de slavenhandel. Zij zeiden dat als het zou worden afgeschaft, de schepen zouden verrotten op de werven, en dat de Engelse handel van de oceanen zou worden weggevaagd. Gewijde bisschoppen – spirituele lords – verwierpen het plan met veel fanatisme, en vele resoluties die hetzelfde wilden bewerkstelligen, werden verworpen.
 

De strijd duurde wel twintig jaar, en nóg vertoonde dit land gedurende al die jaren dat zij deze diabolische mensenhandel weigerde af te schaffen, de brutaliteit om missionarissen over de hele wereld te zenden, om mensen te bekeren tot een religie die volgens hun opinie, mensen het recht gaf om zijn medemens te stelen; die een christen het recht gaf om de vrouw of het kind van iemand anders te roven, en bovenal het recht gaf om iemands meest waardevolle bezit af te nemen – zijn vrijheid. Het was pas in het jaar 1808 dat Engeland zo grootmoedig en oprecht was om de slavenhandel af te schaffen, en pas in 1833 dat de slavernij volledig was afgeschaft in de koloniën.
 

De naam van Thomas Clarkson zou voor altijd in herinnering en ere moeten worden gehouden door iedere zwarte en iedere blanke man die de vrijheid koestert, en de wreedheid en onrechtvaardigheid haat. Clarkson, Wilberforce, Pitt, Fox en Burke waren de titanen die deze vervloekte slavenhandel beëinigden.
 

In St. Domingo waren Oge en Chevannes de voortrekkers; zij organiseerden een opstand; deze was onsuccesvol, maar zij wakkerden het verzet onder de slaven aan. Zij werden gevangen genomen, berecht, verworpen en geëxecuteerd. Zij moesten vergiffenis vragen aan God en de koning, omdat zij hun eigen vlees en bloed wilden bevrijden. Zij werden levend gebroken op de martelbank, en werden achtergelaten om te sterven van honger en pijn. Het bloed van deze martelaren bleek uiteindelijk het zaad van de vrijheid, en na hun marteldood, tijdens de nachtelijke aanval, en de slachting en de plundering, werden hun namen door de woedende slaven gebruikt als strijdkreten, totdat Toussaint, de grote leider van de zwarten, hun de vrijheid schonk.
 

In de Verenigde Staten waren er onder de grondleggers van de revolutie, mensen als John Adams, en zijn zoon John Quincy – mensen als Franklin en John Jay waren tegen de slavernij. Thomas Jefferson zei over de slaven: 'Wanneer de maatbeker van hun tranen gevuld zal zijn – wanneer hun gekerm de hemel gehuld zal hebben in duisternis – dan zal ongetwijfeld een God van gerechtigheid ontwaken door hun leed, en zal hij door het verspreiden van licht en ruimdenkendheid onder hun onderdrukkers, of op den duur door zijn vernietigende donderslag zijn aandacht vestigen op de zaken van deze wereld, opdat zij niet geleid worden door blind fatalisme.'

 

Thomas Paine zei: 'Niemand kan gelukkig zijn als hij omringd wordt door degenen wiens geluk hij heeft vernietigd.' Nooit is er een bewering uitgesproken die zo zelfbevestigend was.
 

Deze en vele andere helden van de revolutie waren tegen de slavernij, en deden wat ze konden om de instelling en verspreiding van dit verschrikkelijke en kwaadaardige instituut te voorkomen. Wees dankbaar aan degenen die principieel voor de vrijheid waren en niet slechts uit noodzaak. Vergeet u vooral niet Lloyd Garrison, de standvastige, consequente en trouwe vriend van uw vernederde volk. Hij heeft zijn leven gewijd aan uw zaak. Vele jaren geleden begon hij in Boston aan een krant die hij wijdde aan de vrijheid. Arm en veracht, eenzaam en in de steek gelaten, volhardde hij in de grootste en heiligste van alle mogelijke ondernemingen. Hij stopte niet, stelde niet uit, en nam geen pauze totdat de ketenen waren gebroken, en de laatste slaaf zijn door eindeloos zwoegen verweerde gezicht naar de hemel richtte waar het licht van de vrijheid op hem scheen, en zei: 'IK BEN EEN VRIJ MENS.'
 

Vergeet u vooral niet de edelmoedige filantroop Wendell Phillips, en uw meest volhardende en welbespraakte verdediger, Charles Sumner.
 

Maar de grootste pionier in Amerika was Old John Brown. Niet bewogen door vooroordeel, niet door liefde voor zijn bloed of zijn huidskleur, maar door een onbegrensde liefde voor de vrijheid, voor het goede, en voor rechtvaardigheid, viel hij helemaal alleen het monster aan, met dertig miljoen mensen tegenover zich. Het was niet realistisch wat hij deed. Hij schatte zijn kansen volledig verkeerd in, maar zijn hart zat op de goede plaats. Met hem begon het tijdperk van de vrijheid. Er is over hem gezegd dat hij van de galg omhoog sprong naar de troon van God. Er is gezegd dat door hem het schavot een symbool van de vrijheid werd, zoals Christus het kruis tot symbool van het christendom maakte. De grote Victor Hugo verklaarde dat John Brown groter was  dan Washington, en dat zijn naam voor eeuwig zou voortleven.
 

Ik zeg dat geen mens verhevener kan zijn dan degene die moedig en heldhaftig zijn leven offert voor zijn medemens. Geen mens kan tot grotere hoogten stijgen dan degene die de dood recht in de ogen kijkt, en tóch geen duimbreed toegeeft van wat hij als juist ziet. Als de zwarte bevolking een patroonheilige willen, laten ze dan kiezen voor de moedige oude John Brown. En zoals mijn voorganger reeds zei, sluit al jullie bijeenkomsten af met het zingen van het grootse lied: '"John Brown's body lies mouldering in the grave,"But his soul goes marching on."
 

Volgens mijn opinie zijn er weinig blanke mensen waar jullie veel dankbaarheid aan verschuldigd zijn. Nog maar een paar jaar geleden waren beide partijen erover eens om de Fugitive Slave Law in werking te stellen. Als een slavin was gevlucht, door de wouden had gereisd, rivieren over was gezwommen, en na een onvoorstelbare lijdensweg één stap in Canada had gezet – op vrije grond – met het licht van de Noordster schijnende in haar ogen, en haar kindje tegen haar uitgedroogde borst gedrukt, dan waren beide partijen erover eens om haar te ketenen en haar terug te sturen naar de zweep en de honden van haar meester. Beide partijen waren bereid om dit te doen toen de rebellie een aanvang nam.
 

De waarheid is dat we jullie de vrijheid moesten geven. Er kwam een periode tijdens de oorlog, toen we verslagen waren in het stembureau en op het slagveld, en toen we gedreven werden naar de op instorten staande poorten naar de eeuwige chaos, dat we gedwongen werden om jullie vrij te maken. En in 1863, op de eerste dag van Januari, werd de te lang uitgestelde gerechtigheid voltrokken, en vier miljoen mensen werden van de staat van lastdier omhooggetild naar de verheven hoogten van de vrijheid. De onvergetelijke Lincoln vaardigde de nieuwe wetten uit, en de Noorderlingen erkenden de grote proclamatie.
 

Zoals er in de oorlog een tijd kwam dat we jullie vrij moesten laten, zo kwam er in de geschiedenis van de wederopbouw een tijd waarin we gedwongen werden om van jullie volwaardige burgers te maken; waarin we gedwongen werden om jullie stemrecht te geven, en dat jullie alle rechten zouden moeten krijgen die wij voor onszelf opeisen.
 

En heden ten dage ben ik er een voorstander van dat jullie alle rechten krijgen die ik voor mijzelf opeis.
 

In de wederopbouw van de Zuidelijke Staten konden we ervoor kiezen om het stemrecht aan de neger te geven, óf de rebellen toestemming geven om te heersen. We gaven de voorkeur aan loyale zwarten boven ontrouwe blanken, omdat we van mening waren dat de vrijheid veiliger is in de handen van haar vrienden, dan in die van haar vijanden.
 

We moeten voor de vrijheid zijn, overal. Vrijheid is vooruitgang – slavernij leidt tot de ondergang, is wreed en een teken van armoede. Vrijheid leidt tot inventiviteit; slavernij leidt naar de vergetelheid. Het probleem van de slaaf is om zo weinig mogelijk werk te doen in zoveel mogelijk tijd. Het probleem van de vrije mens is om zoveel mogelijk werk te doen in een zo kort mogelijke tijd. De vrije burger werkt voor vrouw en kinderen, en laat zijn hoofd en zijn handen met elkaar samenwerken.
 

Alle nuttige machines zijn in vrijheid uitgevonden, van de kleinste tot de grootste, van de simpelste tot de meest ingewikkelde. Een vrije samenleving gelooft in onderwijs –  met de slavernij verwerft men slechts onwetendheid. Het Zuiden was altijd bevreesd voor het alfabet. Zij keken naar iedere letter alsof het een abolitionist was, en gelijk hebben ze. Met een reukzin waar hun bloedhonden nog wat van konden leren, bespeurden ze alles dat direct of indirect de slavernij zou kunnen belemmeren. Zij wisten dat wanneer slaven begonnen te denken, de meesters zouden huiveren. Zij wisten dat het vrije denken gevaarlijk voor hen was; dat de discussie niet lang zou duren; dat een vrije pers iedere slaaf zou bevrijden; en zodoende haalden ze alles uit de kast om de vrije gedachte het zwijgen op te leggen, maakten een einde aan de open discussie, en schaften de vrije pers af. Zij deden in feite de smerigste en meest eerloze dingen, opdat de slavernij in stand kon worden gehouden, en opdat de mens het streven naar de vrijheid zou vergeten.
 

U bent nu een vrij burger in de meeste staten, en op den duur zult u het in alle staten zijn. Ik ben verbijsterd als ik me bedenk hoe lang het geduurd heeft tot de slaaf werd bevrijd; hoe lang het duurde tot de slavernij werd afgeschaft in dit land. Ik ben eveneens verbijsterd als ik me bedenk dat nog maar enkele jaren geleden enorme stoomboten de Mississippi opvaarden, met jullie vaders, moeders, broeders en zusters aan boord, en misschien uzelf, geketend als boeven, gescheiden van jullie vrouwen en mannen, waarbij ieder menselijk gevoel geweld werd aangedaan en bespot, verkocht als beesten, van huis en haard verdreven om voor iemand anders te werken, en met als enige betaling de lidtekens van de zweep op de naakte huid. Ik ben verbijsterd over deze dingen. Ik walg ervan dat dit alles gebeurde met instemming van de grondwet van de Verenigde Staten, onder de vlag van mijn land, onder de vleugels van de adelaar.
 

De vlag van toen was niet de vlag van nu. Het was niet meer dan een vod in vergelijking. De adelaar was niet meer dan een buizerd; en de grondwet legitimeerde de grootste misdaad in de wereld.
 

Ik vraag me af of u, de zwarte medemens, dit alles bent vergeten. Ik verwonder me erover dat u een blanke man vraagt om een redevoering te houden over dit onderwerp, terwijl de geschiedenis van uw relatie met de blanken is geschreven met uw bloed en tranen – op uw lichaam is geschreven met het gloeiende ijzer en de zweep.
 

Ik zou u om vergeving willen vragen voor de wandaden die u door mijn volk is aangedaan. Als ooit, in de toekomst het rad van fortuin een andere wending neemt, en u in welk land dan ook blanke mensen in uw macht heeft, dan smeek ik u niet de barbaarsheid ten uitvoer te brengen die wij u hebben geleerd.
 

Nog één ding voor ik afsluit. U heeft uw vrijheid verkregen – gebruik het ten bate van uw volk. Onderwijs uzelf, onderwijs uw kinderen, stuur leraren naar het Zuiden. Zorg ervoor dat uw broeders daar onderwezen worden. Leer hen het een en ander over kunst en wetenschap. Ontwikkel uzelf, help elkander, en wees bovenal een fakkeldrager voor de vrijheid.
 

De tijd is nabij dat u goede en nuttige burgers zult zijn van de grote Republiek. Dit is net zo goed uw land als het mijne. U heeft in dit land dezelfde rechten en dezelfde belangen als die ik heb. Onbegrensde mogelijkheden openen zich voor u en uw kinderen. Grote vooruitgangen zijn geboekt. Oók de rebellen zijn nu tegen de slavernij, en de Democratische Partij is nu tegen de slavernij, zoals ze zelf hebben verklaard. Er komt geen rassenoorlog. Beide partijen willen uw stemmen in het Zuiden, en er zullen genoeg negers zijn die niet de intentie hebben om zich bij de rebellen aan te sluiten zodat zij niet in de illusie zullen verkeren dat zij er meer kunnen krijgen, en dit zal tot gevolg hebben dat de rebellen de negers beter zullen behandelen. En de Republikeinen zullen hen zeker beter behandelen om te voorkomen dat zij zich aansluiten bij de rebellen.
 

Het grote probleem is opgelost. De vrijheid heeft daarvoor gezorgd, en er zal geen slavernij meer zijn. Op de oude vlag, op elke vouw en op elke ster zal er vrijheid zijn voor iedereen, gelijkheid volgens de wet. De beschaafde volkeren zijn in opmars, en zij zullen niet stoppen eer alle ketenen en tronen op de gehele aarde zijn ontmanteld. Robert G. Ingersoll 1867.

 

Terug naar het overzicht

 

Lees ook: De filosofie van Thomas Paine. Thomas A. Edison 1925.
'De Joden'  Een aanklacht tegen het christelijke antisemitisme. Door Robert G. Ingersoll. 1833-1899. 
'Waarom ik een agnost ben.'  Robert G. Ingersoll. (1896)
'Huxley en agnosticisme'  Robert Ingersoll (1889)
'Voltaire'  Redevoering van Kolonel Robert G. Ingersoll. Gehouden voor de Chicago Press Club op 8 Oct. 1892.

 

Literatuur: Boeken van Robert Ingersoll

 

Forum