'Kleine Betsie' door Mark Twain (1908)

Kleine Betsie (1908)

door Mark Twain

 

Hoofdstuk 1: Kleine Betsie wil de Voorzienigheid helpen

 

 Kleine Betsie was bijna drie jaar. Ze was een lief kind, en niet oppervlakkig, niet onnozel, maar bedachtzaam en wijs, en zij dacht vaak na over waarom de dingen zo waren en probeerde die met de gevolgen te rijmen. Op een dag:

"Mamma, waarom is er zoveel pijn en verdriet en lijden? Waarom gebeurt dat allemaal?”

Het was een gemakkelijke vraag en mamma vond het niet moeilijk om daar een antwoord op te geven:

"Het is voor onze bestwil, mijn kind. In Zijn wijsheid en mededogen zendt God ons deze kwellingen om ons te straffen en ons beter te maken.”

"Stuurt Hij die dan?”

"Ja."

"Stuurt Hij ze dan allemaal, mamma?”

"Ja, liefje, allemaal. Er is niets dat zomaar gebeurt; alleen Hij doet dat, en altijd uit liefde voor ons, en om ons beter te maken.”

"Wat raar!”

 

"Raar? Hoezo, nee zo heb ik daar nooit over nagedacht. Ik heb nog nooit gehoord dat iemand dat raar vond. Voor mij is het altijd normaal en juist geweest, en wijs en allervriendelijkst en genadig.”

"Wie heeft daar voor het eerst zo over gedacht, mamma? Heb jij dat gedaan?”

"O, nee, mijn kind, dat hebben ze mij geleerd."

"Wie heeft jou dat zo geleerd, mamma?’

"Nou, dat weet ik echt niet – Ik kan het me niet herinneren. Mijn moeder, denk ik; of de dominee. Maar iedereen weet dat.”

"Maar het lijkt me toch raar. Heeft Hij Billy Norris de tyfus gegeven?”

"Ja."

"Waarom?"

"Nou, om hem te straffen en hem goed te maken.”

"Maar hij is dood gegaan, mamma, en het kon hem dus niet goed maken.”

"Nou, dan denk ik dat het om een andere reden was. Wij weten dat het een goede reden was, wat het ook mag zijn geweest.”

"Wat denk je dat het was, mamma?”

"O, wat vraag je toch veel! Ik denk dat het was om zijn ouders te straffen.”

"Nou, dan was het niet eerlijk, mamma. Waarom zou hij dan in hun belang dood moeten gaan, als hij niets heeft gedaan?”

"O, dat weet ik niet! Ik weet alleen dat het om een goede, wijze en barmhartige reden was.”

"Wat voor reden, mamma?”

"Ik denk – ik denk – nou, het was een straf; het was om hen te straffen voor een zonde die zij hadden begaan.”

"Maar hij werd toch gestraft, mamma. Was dat eerlijk?”

"Zeker, zeker. Hij doet niets dat niet eerlijk en wijs en barmhartig is. Jij kunt dat nu nog niet begrijpen, liefje, maar als je groot bent zul je het begrijpen, en dan zul je zien dat het eerlijk en wijs is.”

Even later:

"Liet hij het dak op de vreemdeling vallen, die probeerde om die oude invalide mevrouw uit het vuur te redden, mamma?’

"Ja, mijn kind. Hou op! Vraag me niet waarom, want ik weet het niet. Ik weet alleen dat het was om iemand te straffen, of iemand te veroordelen, of om Zijn macht te laten zien.”

"Die dronken man die een hooivork in de baby van mevrouw Welch stak, toen – “

"Maak je daar geen zorgen over, je hoeft niet alles op te noemen; het was om het kind te straffen – dat is in ieder geval zeker.”

"Mamma, dominee Burgess vertelde in zijn preek, dat er miljarden kleine beestjes naar ons toe worden gestuurd om ons cholera, tyfus, en tetanus te geven en duizend andere ziekten en – mamma, stuurt Hij die dan?”

"O, vast, kind, vast. Natuurlijk.”

"Waarom?"

"O, om ons te straffen! dat heb ik je toch de hele tijd al verteld?”

"Het is vreselijk wreed, mamma! En idioot! en als ik –“

"Hou je mond, o hou toch je mond! wil je dat het gaat bliksemen?”

"Je weet dat het vorige week heeft gebliksemd, mamma, en dat de bliksem de nieuwe kerk heeft getroffen en dat die is afgebrand. Was dat om de kerk te straffen?”

(Verveeld). "O, ik denk het."

"Maar het heeft een varken gedood, dat helemaal niets deed. Was dat om het varken te straffen, mamma?”

"Lieverd, wil je niet naar buiten en een tijdje spelen? Als je graag – “

"Mama, denk nou eens na! Mijnheer Hollister zegt dat er geen vogel, geen vis, geen reptiel of wat voor ander beest dan ook is, dat geen vijand heeft gekregen, die de Voorzienigheid heeft gestuurd om het te bijten, achterna te zitten en te kwellen, en te doden, en zijn bloed op te zuigen en het te straffen en het goed en vroom te maken. Is dat waar, moeder – want als het waar is, waarom lachte mijnheer Hollister daar dan om?”

"Die Hollister is een vreselijke man, en ik wil niet je luistert naar alles wat hij zegt.”

"Waarom, mamma, hij is heel boeiend, en ik denk dat hij probeert om goed te zijn. Hij zegt dat de wespen spinnen vangen en dat zij die in hun nest in de grond proppen – levend, mamma! – en dat die daar nog dagen en dagen en dagen blijven leven en pijn lijden, en dat de hongerige kleine wespjes de hele tijd op hun pootjes kauwen en in hun buikjes knagen, om hen goed te maken en vroom, en dat zij God prijzen om Zijn oneindige goedheid. Ik vind mijnheer Hollister echt leuk, en hij is altijd zo aardig; want toen ik hem vroeg of hij een spin ook zo zou behandelen, zei hij dat hij hoopte dat hij zou worden vervloekt als hij dat zou doen; en toen – “

"Mijn kind! o, in godsnaam – “

"En mamma, hij zegt dat de spin is voorbestemd om de vlieg te vangen en zijn tanden in zijn ingewanden te zetten, en zijn bloed op te zuigen en zuigen en zuigen, om hem te straffen en een christen van hem te maken; en als de vlieg van pijn en ellende met zijn vleugels snort, dat je dan in de dankbare ogen van de spin kunt zien, dat hij de Gever van Alle Goeds bedankt – nou, hij is genadig, zegt mijnheer Hollister; en hij zegt ook – “

"O, krijg je nou nooit genoeg van het babbelen? Als je naar buiten wil en wil gaan spelen – “

"Mama, hij zegt dat alle problemen, pijn, ellende en rotziekten en vreselijks en rottigheid, ons uit genade en vriendelijkheid worden gestuurd om ons te straffen; en hij zegt dat het de plicht van iedere vader en moeder is om de Voorzienigheid te helpen, waar ze maar kunnen; en hij zegt dat ze dat niet alleen kunnen door boos te worden en te slaan, want dat dat niet werkt en slap en niet goed is – de manier van de Voorzienigheid is de beste, en het is de plicht van elke ouder en alle andere mensen om iedereen te straffen, te verminken en te vermoorden, te laten verhongeren, kou te laten lijden, en door ziekten weg te laten rotten, en aan te zetten tot moorden, stelen en verachtelijk te behandelen en te schande te maken; en hij zegt dat die uitvinding van de Voorzienigheid om ons en de dieren te straffen het meest briljante idee ooit is geweest, en dat zelfs een idioot niet iets schitterenders had kunnen bedenken. Mamma, mijn broertje Eddy heeft echt straf nodig: en ik weet waar je de pokken voor hem kunt krijgen, en de schurft, en de difterie, en de botkanker, en de hartziekte, en de tering, en – Lieve mamma, je bent flauwgevallen! Ik ga wel hulp halen! Dat komt er nou van als je met dit warme weer in de stad blijft.”

 

Hoofdstuk 2: De Schepping van de Mens 
 

Mamma. Ongehoorzaam kind, ben je weer bij die ongelovige Hollister geweest?

Betsie. Nou, mamma, hij is echt heel boeiend hoor, maar wel slecht, en ik kan er niks aan doen, dat ik van boeiende mensen hou. Luister maar eens hoe we met elkaar hebben gepraat:

Hollister. Betsie, stel je nou eens voor dat je wat vlees, botten en vacht had, en dat je daar een poes van kon maken, en dan tegen de poes zou kunnen zeggen: nu mag je tegen geen enkel dier onaardig zijn, want anders krijg je pijn, wordt je gestraft en doodgemaakt. En stel je voor dat de poes ongehoorzaam zou zijn en een muis zou vangen, pijn zou doen en hem zou doodmaken. Wat zou jij dan met de poes doen?

Betsie. Niets.

H. Waarom?

B. Omdat ik weet wat de poes zou zeggen. Ze zou zeggen: dat is mijn aard, ik kon er niks aan doen; ik heb mijn aard niet gemaakt, jij hebt dat gedaan. En dus ben jij verantwoordelijk voor wat ik heb gedaan – Ik niet. Ik zou daar geen antwoord op hebben, mijnheer Hollister.

H. Het is precies als bij Frankenstein en zijn Monster.

B. Wat is dat?

H. Frankenstein nam wat vlees, botten, en bloed en maakte daar een man van; de man rende weg en begon overal te verkrachten, te plunderen en te moorden, en Frankenstein was geschokt en wanhopig, en zei, ik heb hem gemaakt, zonder zijn toestemming, en dat maakt mij verantwoordelijk voor elke misdaad die hij begaat. Ik ben de misdadiger, hij is onschuldig.

B. Hij had natuurlijk gelijk.

H. Ik denk het ook. Bij God en de mens en bij jou en de poes is het precies hetzelfde.

B. Hoe bedoelt u dat?

H. God heeft de mens gemaakt, zonder zijn toestemming, en schiep ook zijn aard; maakte die gebrekkig in plaats van goddelijk, en zei vervolgens: wees goddelijk, of ik zal je straffen en vernietigen. Maar hoe dan ook, toch is God verantwoordelijk voor alles wat de mens doet; daar kan Hij niet omheen. Er is maar één misdadiger, en dat is niet de mens.

Mamma. Dat is afschuwelijk! het is slecht, godslasterlijk, oneerbiedig, vreselijk!

Betsie. Ja, mamma, maar het is wel waar. En ik ga geen poes maken. Ik zou geen poes willen maken als ik geen goede poes zou kunnen maken.

 

Hoofdstuk 3 
 

Mamma, als iemand met de naam Jansen, iemand met de naam Smit alleen voor de lol vermoordt, is het moord, of niet, en dan is Jansen een moordenaar?

Ja, mijn kind.

En Jansen kan daarvoor worden gestraft?

Ja, mijn kind.

Waarom, mamma?

Waarom? Omdat God in de Tien geboden doodslag heeft verboden, en dat daarom iedereen die iemand anders doodmaakt een misdaad begaat en daarvoor moet lijden.

Maar mamma, stel je nou voor dat Jansen zo’n gewelddadig aangeboren karakter heeft, dat hij zichzelf niet kan beheersen?

Hij moet zichzelf beheersen. God eist dat van hem.

Maar hij heeft zijn eigen natuur niet gemaakt, mamma, hij is daarmee geboren, net als het konijn en de tijger; en waarom zou hij dan wel verantwoordelijk zijn?

Omdat God zegt dat hij verantwoordelijk is en dat hij zijn natuur moet beheersen.

Maar dat kan hij niet, mamma; en vind je dan dus niet dat God de moord pleegt en verantwoordelijk is, omdat Hij het was, die hem zijn natuur heeft gegeven, die hij niet kan beheersen?

Rustig, mijn kind! Hij moet zich beheersen, omdat God dat van hem eist, en daar houdt het mee op. Dat geeft de doorslag, en daar valt verder niet over te praten.

(Na een tijdje nadenken.) Volgens mij geeft het helemaal niet de doorslag. Mamma, moord is moord, of niet? en wie moordt, is een moordenaar? Zo eenvoudig is het, of niet?

(Achterdochtig.) Waar wil je nu naar toe, mijn kind?

Mamma, als God Jansen heeft ontworpen, dan had Hij hem, als Hij dat had gewild, de natuur van een konijn kunnen geven, of niet?

Ja.

Dan zou Jansen dus niemand vermoorden en niet worden opgehangen?

Juist.

Maar Hij heeft ervoor gekozen om Jansen een natuur te geven die ervoor zorgt dat hij Smit vermoordt. Waarom is Hij dan niet verantwoordelijk?

Omdat hij Jansen ook een Bijbel heeft gegeven. De Bijbel waarschuwt Jansen uitvoerig om geen moord te plegen; en als Jansen dat dus toch doet, is alleen hij verantwoordelijk.

(Weer een pauze.) Mamma, heeft God de huisvlieg gemaakt?

Natuurlijk, mijn liefje.

Waarom?

Met een belangrijke en goede bedoeling, en om Zijn macht te tonen.

Wat is die belangrijke en goede bedoeling, mamma?

Dat weten wij niet, mijn kind. Wij weten alleen maar dat hij alle dingen met een belangrijke en goede bedoeling heeft gemaakt. Maar dat is een veel te groot onderwerp voor een lieve, kleine Betsie zoals jij, jij bent nog maar net drie jaar.

Dat kan waar zijn, mamma, maar toch vind ik het heel boeiend. Ik heb in het nieuwste wetenschappelijke boek over de vlieg gelezen. In dat boek noemen ze hem”het meest gevaarlijke en meest moordzuchtige dier dat op aarde voorkomt, dat elk jaar honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen vermoordt, doordat het dodelijke ziekten onder hen verspreidt.” Bedenk eens, mamma, het meest dodelijke van alle dieren! naar alle waarschijnlijkheid het meest moordzuchtige van alle levende wezens, die door God zijn geschapen. Luister maar, het staat in dat boek:

Welnu, de vlieg heeft een hele scherpe reuk voor alle soorten viezigheid. Als er binnen honderd meter of zo, iets smerigs is, vliegt de vlieg daar naartoe om zijn mond en alle kleverige haren op zijn zes poten met vuil en ziektekiemen in te smeren. Hij heeft maar een of twee seconden nodig om vele duizenden van die ziektekiemen te verzamelen, en dan vliegt hij daarmee naar de dichtstbijzijnde keuken of eetkamer. Daar kruipt hij over het vlees, de boter over het brood, de koek en eigenlijk over alles wat hij kan vinden, en klimt vaak in de melkkan, waarbij hij met elke stap grote hoeveelheden ziektekiemen achterlaat. De huisvlieg is even walgelijk als gevaarlijk.

Is dat niet verschrikkelijk, mamma! Eén vlieg produceert in juni en juli tweeënvijftig miljoen nakomelingen in zestig dagen, en die vliegen en kruipen over zieke mensen heen en waden door de etter, rochels, en viezigheid uit zweren, en besmeuren zichzelf met allerlei soorten ziektekiemen, en dan gaan ze naar ieders eettafel en vegen zichzelf af aan de boter en het andere eten, en uit dat walgelijke gedoe volgen dus heel veel pijnlijke ziekten en uiteindelijk de dood. Mamma, zij vermoorden alleen al in New York elk jaar zevenduizend personen – mensen waar ze geen ruzie mee hebben. Zonder reden doden, is moord – niemand ontkent dat. Mamma?

Nou?

Hebben de vliegen een Bijbel?

Natuurlijk niet.

Jij hebt gezegd dat de Bijbel ervoor zorgt dat de mens verantwoordelijk is. Als God hem geen Bijbel had gegeven om de natuur die Hij hem doelbewust had geschonken te omzeilen, zou God verantwoordelijk zijn. Hij gaf de vlieg zijn moordzuchtige natuur, en stuurde hem uit, ongehinderd door een Bijbel of welke andere beperking dan ook, om op grote schaal te moorden. En daarom is dus God Zelf verantwoordelijk. God is een moordenaar. Mijnheer Hollister zegt dat zo. Mijnheer Hollister zegt dat God niet de ene zedelijke wet voor de mens en een andere voor Zichzelf kan maken. Hij zegt dat dat belachelijk zou zijn.

Hou op! Ik zou willen dat die vervelende Hollister in de H -- amburg zou zijn. Hij is een achterlijke, redeloze, onlogische ezel, en ik heb je elke keer weer gezegd, dat jij uit zijn vergiftigend gezelschap moet blijven.

 

Hoofdstuk 4 
 

Mamma, wat is een maagd?"

"Een jongedame."

"En wat is een jongedame?"

"Een meisje of een vrouw, die niet is getrouwd."

"Oom Jonas zegt dat er wel eens een maagd is die een kind heeft gekregen -- "

"Onzin! Een maagd kan geen kind krijgen."

"Waarom kan ze dat dan niet, mamma?"

"Nou, er zijn bepaalde redenen waarom ze dat niet kan."

"Wat voor redenen, mamma?"

"Fysiologische. Ze zou eerst maagd af moeten zijn, voor ze een kind zou kunnen krijgen."

"Hoe bedoel je dat, mamma?"

"Nou, wacht eens…Het is zoiets als: een Jood kan geen Jood meer zijn als hij Christen is geworden; hij kan niet tegelijkertijd Christen en Jood zijn. Iemand kan dus niet tegelijkertijd moeder en maagd zijn.

"Hoezo, mamma, Sally Brooks heeft een kind en zij is maagd.”

"Echt waar?' Wie zegt dat?"

"Ze zegt het zelf."

"O, dat kan niet! Zijn er andere getuigen?"

"Ja – een droom. Ze zegt dat de particuliere secretaris van de gouverneur haar in een droom is verschenen en die vertelde haar dat ze een kind zou krijgen, en het gebeurde precies zo.

"Daar verbaas ik me niets over! Heeft hij verteld dat ze de gouverneur hebben gedagvaard wegens overspel? 

Hoofdstuk 5  

B. Mama, heb jij mij niet verteld dat een ex-gouverneur, zoals mijnheer Burlap, iemand is die gouverneur is geweest, maar die geen gouverneur meer is?

M. Ja, liefje.

B. En mijnheer Williams zei dat ‘ex’ altijd wil zeggen Is Geweest, ja toch?

M. Ja, kind. Het is een banale manier om het zo te zeggen, maar het geeft wel het feit weer.

B. (enthousiast). Dus mijnheer Hollister had toch gelijk. Hij zegt dat de Maagd Maria geen maagd meer is, zij is een Is Geweest. Hij zegt -.

M. Dat is niet waar! O, het lijkt alsof dat goddeloze misbaksel met zijn dwaze leugens het heilige geloof van een kind probeert te ondermijnen; en als ik zou kunnen, dan zou ik –

B. Maar mama, - zeg nou eens eerlijk – is ze dan nog maagd – een echte maagd, weet jij dat?

M. Natuurlijk is ze dat; en ze is nooit iets anders geweest dan een maagd – o, de aanbiddelijke Ene, de zuivere, de vlekkeloze, de onbezoedelde!

B. Waarom, mamma, zegt mijnheer Hollister dan, dat ze dat niet kan zijn? Dat zegt hij. Hij zegt dat ze nog vijf kinderen heeft gekregen, nadat ze de Ene had gekregen, die door de behandeling van een afwezige was verwekt en die niets heeft kapotgemaakt, en hij denkt dat zovaak zwanger zijn, over jaren en jaren uitgesmeerd, de maagdelijkheid van een maagd zo flinterdun zou maken, dat zelfs Wall Street zo’n aandelenkapitaal te aangelengd zou beschouwen en dat je dat daar zelfs met de korting die je zou willen geven, niet meer zou kunnen plaatsen, omdat Beurs zou zeggen dat het niet solide was, en het dus niet zou willen noteren. Dat zegt hij. En bovendien –

M. Ga naar de kinderkamer, onmiddellijk! Ga! 
 

Hoofdstuk 6  

Mamma, is Christus God?

Ja, mijn kind.

Mamma, hoe kan Hij Zichzelf zijn en tegelijkertijd Iemand Anders?

Dat is Hij niet, mijn lieveling. Het is net als bij een Siamese tweeling – twee personen, de een vóór de ander geboren, maar met evenveel rechten en evenveel macht.

Nou begrijp ik het, mamma, en het is heel eenvoudig. Een van de tweeling heeft seksuele gemeenschap met zijn moeder en verwekt zichzelf en zijn broer; en vervolgens heeft hij seksuele gemeenschap met zijn grootmoeder en verwekt hij zijn moeder. Ik vind het wel ingewikkeld, mamma, maar het is wel boeiend. O, altijd maar zo ingewikkeld. Ik zou denken dat iemand die wordt gedagvaard wegens overspel –

Alles is mogelijk bij God, mijn kind.

Ja, dat denk ik ook. Maar niet met een andere Siamese tweeling, denk ik. Jij denkt toch niet dat elke gewone Siamese tweeling bij zijn moeder zichzelf en zijn broer zou kunnen verwekken, nee toch, mamma, en dan haar vervolgens bij zijn grootmoeder verwekt?

Echt niet, mijn kind. Maar alleen God kan deze wonderbaarlijke en heilige wonderen verrichten.

En ervan genieten. Want natuurlijk geniet Hij daarvan, anders zou Hij niet op die manier binnen de familie op zoektocht gaan, nee toch, mamma? – en dan hun goede naam in het dorp aantasten en voor praatjes zorgen. Mijnheer Hollister zegt dat het in die tijd prachtig en ontzagwekkend was, maar dat het nu niet meer zou werken. Hij zegt dat als de Maagd nu in Chicago zou wonen en in verwachting zou raken en aan de krantenjongens zou vertellen dat God wegens overspel zou zijn gedagvaard, nog geen twee van de tien haar zouden geloven. Hij zegt dat er zo een heleboel zijn.

Kind toch!

Maar dat zegt hij wel.

O, ik wil echt dat jij uit de buurt van die in en in-slechte man blijft.

Hij is niet zijn bedoeling om slecht te zijn, mamma, en hij geeft God niet de schuld. Nee, hij geeft Hem niet de schuld; hij zegt dat ze het allemaal doen – de goden. Dat is hun gewoonte zegt hij, zo zijn ze altijd geweest.

Hoe, liefje?

Her en der de maagden ontmaagden. Hij zegt dat onze God dat niet heeft bedacht – het was al oud en afgezaagd voordat Hij er toevallig op stuitte. Mijnheer Hollister zegt dat Hij zelf niets heeft uitgevonden, maar dat Hij Zijn Bijbel, Zijn Moraal en al Zijn ideeën van vroegere goden heeft gekregen, en dat die ze van nog vroegere goden hebben gekregen. Hij zegt dat er tot nu toe nog nooit een god uit een maagd is geboren. Mijnheer Hollister zegt dat er geen enkele maagd veilig is, als er een god is. Hij zegt dat hij wel zou willen dat hijzelf een god was; hij zegt dat hij de maagden dan zo schaars zou maken –

Rustig, rustig! Draaf niet zo door, mijn kind. Als jij –

- en hij heeft mij aangeraden om ‘s nachts mijn deur op slot te doen, omdat –

Hou je mond, hou nou toch je mond!

- omdat ik dan wel drie en een half jaar ben en nog helemaal veilig voor mannen –

Mary Ann, kom hier en neem dat kind mee! Toe, ga nou weg, en kom niet meer bij mij in de buurt totdat jij belangstelling kunt hebben voor iets eenvoudigers en minder vreselijks dan theologie ….

Betsie, (terwijl ze weggaat) Mr. Hollister zegt dat er niets anders is.

 

(1908)  

 

EINDE

 

Overzicht van historische documenten op Freethinker.nl

Lees ook: 'Brieven verzonden vanaf de aarde' Mark Twain
'Het verdoemde mensengeslacht' Mark Twain

 

Forum