TIBERIUS CLAUDIUS schreef: ↑11 mei 2025 12:27Nogmaals ik hoef niets aan te tonen, dat is aan jou.MaartenV schreef: ↑11 mei 2025 12:12
Hoe zielig om toch maar jezelf als zombie voor te doen zonder bestaan van innerlijk leven en aan de ander te vragen om het te bewijzen.
Goed wetende dat het niet bewijsbaar is.
Bestaan gevoelens, TIBERIUS CLAUDIUS?
Bestaat de activiteit van het dromen, TIBERIUS CLAUDIUS?
Als die twee zaken volgens jou bestaan, bewijs het!
Wedden dat je dat niet kan.
Ik moet jou op je woord geloven dat jij gevoelens hebt, op basis van analogie. Jij reageert zoals ik, en ik heb een innerlijk leven van gevoelens, dus ik zal op basis van die analogie GELOVEN dat jij gevoelens hebt. In die zin ben ik inderdaad een GELOVIGE. Niks mis mee en zelfs noodzakelijk wil je op een normale manier met andere levende wezens met gevoelens kunnen omgaan.
Dat doe je dus niet net als dat je hardnekkig weiger ondanks herhaal aandringen je zogenaamde fenomenen te omschrijven.
Nogmaals:
Er is geen enkele rede waardoor kan worden aangenomen dat en mens meer is dan een hoog georganiseerd eiwit.
Als jij beweert dat er meer is dien je twee dingen te doen:
1. Een goede omschrijving te geven van dat meer.
2. Een bewijs dat het bestaat.
Beide doe je domweg niet.
Tiberius,
Je standpunt luidt:
“Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een mens meer is dan een hoog georganiseerd eiwit.”
Dat is een reductie van het mens-zijn tot fysieke componenten, maar die reductie negeert of ontkent de onmiddellijke evidentie van het innerlijk leven dat elk mens bij zichzelf ervaart. (tenzij jij een zombie bent?) Mijn tegenwerping is daarom niet een wetenschappelijke, maar een epistemologische:
Jij gebruikt zelf bewustzijn, taal, betekenis en redenering om een visie te verdedigen die het bestaan van dat bewustzijn ontkent. Hoe idioot kan je het krijgen?
Zelf-referentiële incoherentie van materialistisch eliminativisme
Als jij zegt:
“Ik hoef niets aan te tonen, want ik zie geen reden om iets aan te nemen buiten materie,”
… dan gebruik jij een mentale ruimte waarin jij redeneert, argumenten weegt, betekenis geeft aan zinnen, en probeert een coherente visie te verdedigen. Maar dat proces zelf is bewijs van de aanwezigheid van iets meer dan enkel eiwitstructuren. Neuronen verklaren niet de ervaring van redenering.
Het probleem met eliminatief materialisme is dat het zichzelf ondergraaft: als mentale fenomenen zoals redeneren of betekenis niet echt bestaan, dan is jouw standpunt ook betekenisloos.
Fenomenologisch onloochenbaar: het bewustzijnsprobleem
Ik nodig je uit het volgende te overwegen, in de geest van filosofen als Thomas Nagel, David Chalmers, en Edmund Husserl:
Het innerlijk leven is direct evident voor het subject zelf.
Jij voelt pijn, honger, verlangen, afkeer. Jij droomt. Jij hebt gedachten.
Als je dat allemaal afdoet als "illusies", voor wie zijn die illusies dan?
Dergelijke subjectieve ervaringen zijn niet objectief meetbaar of aantoonbaar of bewijsbaar, maar daarom niet onbestaand.
Zoals Nagel schreef: "There is something it is like to be a bat." – dat zijn is niet meetbaar, maar wel evident voor de bat zelf.
Wetenschap is zelf gebaseerd op mentale concepten
Je zegt:
“Het is wetenschappelijk om naar bewijs of plausibele argumenten te vragen.”
Correct. Maar bewijzen en argumenten zijn mentale handelingen.
Een logische redenering is niet zichtbaar onder een microscoop.
Wetenschap presupponeert een denker die redeneert over waarnemingen binnen een mentale ruimte. Zoals ik eerder zei:
Zonder de mentale ruimte zijn wetenschappelijke teksten slechts streepjes op papier.
Ik geef toe dat ik GELOOF op basis van analogie dat jij gevoelens hebt, zonder bewijsbaarheid.
Jij gelooft echter blind dat er niets meer is dan eiwitten en impulsen zonder enige verklaring voor het ontstaan van bewustzijn uit materie.
Dus stel jezelf deze vragen:
Kun jij me uitleggen waarom subjectieve ervaring uit objectieve materie zou moeten ontstaan?
Wat is er in materiële deeltjes dat wijst op de mogelijkheid van "een gevoel van verdriet"?
Als je zegt: “Het hoeft geen verklaring, het is gewoon zo”, dan is dat geloof. Maar dan is jouw geloof fundamenteel minder plausibel, want het negeert een hele klasse van evidenties: onze directe ervaring.
Samengevat:
Materialisme zonder innerlijk leven is incoherent, want je moet denken om het te verdedigen.
Subjectieve ervaring is epistemologisch primair, want zonder ervaring is er geen enkele zekerheid over de buitenwereld.
De vraag om ‘bewijs’ is hier misplaatst, want het gaat om directe evidentie en intersubjectieve herkenning, niet om meetbare grootheden.
Slotvraag aan jou, Tiberius Claudius:
Als je écht denkt dat je gevoelens, gedachten en dromen slechts illusies zijn van een eiwitmachine… wie of wat is dan misleid?
Want een illusie vereist een erváárder.