Hoi dikkemick,
dikkemick schreef:Reuzen...waar heb ik dat vaker gehoord? Genesis 6?
En zo zien we veel mythologische gebeurtenissen de revu steeds maar weer passeren. Niet veel is werkelijk uniek aan de bijbel. Mensen hadden wat dat betreft een beperkte fantasie
Dat is één mogelijke kijk op de zaak. Ik heb een tegengestelde mening: de T'NaCH is een boek dat rijk is aan unieke verhalen die zelfs iemand kunnen inspireren die niet in het bestaan van een God gelooft (zoals ikzelf).
In het stukje waaraan je refereert staat letterlijk:
"
Zo kwamen er steeds meer mensen op aarde, en zij kregen dochters. De zonen van de elohiem zagen hoe mooi de dochters van adam waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden. Toen dacht de JHWH: Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets anders dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven. In die tijd en ook daarna nog, zolang de zonen van de elohiem gemeenschap hadden met de dochters van adam en kinderen bij hen kregen, leefden de nefiliem (reuzen/giganten) op aarde. Dat zijn de befaamde helden uit het verre verleden".
Wat vaak met "r
euzen" wordt vertaald is het woord "
nefiliem", omdat er in Numeri 13:33 mee naar giganten wordt verwezen. Maar het woord "
nefiliem" heeft een wortel (נפל) die rechtstreeks naar "
vallen" verwijst. De midrasj op deze passage (Midrasj Genesis h 26:7) zegt:
Ze werden Nefiliem (נְּפִלִים) genoemd omdat ze vielen (נפלו) en de wereld meenamen in hun val (הפילו)
Er wordt in je citaat eveneens gesproken van "
de zonen van de elohiem" (bnej ha-elohiem). "
Elohiem" kan naar "God" verwijzen, maar ook naar de machtigen, of rechters, engelen, etc. Indien het naar de zonen van God zou hebben verwezen, dan zou "
bnej elohiem" logischer zijn geweest dan "
bnej ha-elohiem". Vandaar dat in de meeste Joodse vertalingen deze frase gewoon letterlijk wordt vertaald met "
zonen van de rijke lieden", "
zonen van de machtigen". Dezelfde midrasj (Genesis Rabbah 26:5) zegt:
Bnej ha-elohiem (בְנֵי הָאֱלֹהִים) -- dat zijn de zonen van de machthebbers en de rijken die het voor het zeggen hadden.
Tevens wordt er naar de "
dochters van de mens" verwezen met de woorden "
dochters van adam". Adam (אדם) dat - gerelateerd aan "
grond", "
aarde" (אדמה) – vvolgens de midrasj verwijst naar de dochters van de arme mens die van de aarde leefde. En dat geeft het citaat een interessante wending.
Wat er nu verschijnt, is een situatie waarin de zonen van de machtigen - de juppies, de rijken, de helden van weleer - de dochters voor het uitkiezen hadden. Herinner de midrasj?: Ze werden
Nefiliem (נְּפִלִים) genoemd omdat ze
vielen (נפלו) en
de wereld meenamen in hun val (הפילו).
En meteen daarna volgt het verhaal van de zonde-vloed...