Slavernij is (ook vandaag nog) het symbool bij uitstek van de pre-moderniteit.
Het christendom heeft deel uitgemaakt van deze pre-moderniteit. Als behoudende ideologie heeft ze telkens verdedigd wat er op dat ogenblik was. Ze heeft slavernij altijd als een natuurlijk fenomeen en/of als een goddelijk gebod beschouwd.
Waar lotsverbetering onvermijdelijk werd, hoezeer ook in strijd met de behoudende ideeën van de tijd, pleitte het christendom onschuldig voor het verleden: wat eerst werd afgeschilderd als gods onveranderlijke wil, werd dan uitgelegd als een kwaad dat met gods wil was uitgeroeid.
Het christendom ontkende niet enkel aan de behoudende kant te staan, het bestempelde zich zelfs als voorvechter van vernieuwing. Dat is niet enkel zo in het geval van slavernij: ook met vrouwenrechten, homosexualiteit, geboortebeperking, algemeen onderwijs, abortus, euthanasie, pacifisme etc.... etc.... was of is het christendom een behoudende kracht die brutale middelen niet schuwde; maar als de vernieuwing een feit is, gaan dezelfde mythologen het verleden uitvloooien om enkele bijzondere individuen als christelijke voorvechters het podium van de geschiedenis op te duwen, en verklaren zichzelf tot bereiders wat ze altijd letterlijk met vuur en zwaard bestreden.
Zo voert men christelijke enkelingen of hoogstens minderheden op die tegen het behoud gestreden hebben. Maar zelfs dan beroep ik me op dezelfde redenering die men steeds gebruikt om godsdiensten goed te praten: niet generaliseren!
Maar het is onwaarschijnlijk dat wie vandaag behoudsgezind is, enkele eeuwen geleden op de bres voor vernieuwing zou gestaan hebben.
Ik heb niets tegen christenen (of tegen om het even welke levensbeschouwing) op zich, maar ik neem het niet wanneer zij zich gaan opwerpen als de roergangers van de moderne beschaving, en schaamteloos beweren dat ze beter dan anderen weten hoe we moeten samenleven.
Een van de talrijke christelijke vervalsingen van de geschiedenis die in de negentiende eeuw zijn bekokstoofd is de bewering dat het christendom al sinds zijn ontstaan opkomt voor de zwakkeren, voor naastenliefde, voor vrede, tegen slavernij. Dat zou me niet zo ergeren als het bij geschiedenis bleef, maar die onzin wordt te pas en te onpas opgerakeld om christenen een speciaal zitje te bezorgen in de moderne samenleving die ze altijd bestreden hebben.
Over slavernij en christendom heeft Rereformed reeds volgende interessante link gegeven:
http://www.worldfuturefund.org/wffmaste ... lavery.htm
Aristoteles, sinds de middeleeuwen (Thomas Aquinas) tot vandaag een gezag in de kerk, beschouwde slaven als behorend tot het lichaam van de meester:
Aristoteles Politika 1.2 schreef:Dat wat kan voorzien door de geest is van nature bedoeld om heer en meester te zijn, en dat wat met het lichaam uiting kan geven aan dit voorzien, is van nature slaaf
Ook de bijbel raadt aan geweld tegen slaven te gebruiken:
enSpreuken 29:19 schreef:Een slaaf kan niet verbeterd worden met woorden alleen. Hij luistert, maar gehoorzaamt niet
Een meester mag zijn slaaf doodslaan, mits de doodstrijd een dag of langer duurt:Spreuken 29:21 schreef:Als een man zijn slaaf verwent van jongsaf, zal hij op de duur leed bezorgen
Sint Paulus, een van de eerste christenen, kende zowel Aristoteles als Exodus. Hij maande slaven aanExodus 21:20-21 schreef:Indien een man zijn slaaf of slavin slaat met de roede, en die sterft, zal hij gestraft worden. Maar als die een of twee dagen in leven blijft, valt hem niets te verwijten, want het was zijn geld.
EnPaulus aan de Efesen 6:5 schreef:...te gehoorzamen aan hun vleselijke meesters, met angst en beven...
Welgestelde christenen die door de Romeinse overheid werden gedwongen een offer aan de keizer te brengen, redden hun zieleheil door hun plaats te laten innemen door een slaaf. De derde eeuwse kerkvader Peter van Alexandrië drong er evengoed op aan dat deze slaven gestraft zouden worden:Timotheus 6:1 schreef:Eer uw meesters zodat de naam van God en zijn leer niet beschaamd worden
Het concilie van Gangra, in de vierde eeuw, veroordeelde bisschop Eustathius omdat hij slavernij bekritiseerde. Het concilie besliste datPeter van Alexandrië Canon IV schreef:Ook al waren deze slaven overgeleverd aan hun meester [...] laat ze gedurende één jaar boeten.
Slaven in een feodale samenleving worden in het Nederlands lijfeigenen genoemd. Het latijn voor slaaf, "servus", wordt in het Engels en Frans nog steeds gebruikt (serf).Concilie van Gangra schreef:Wie ook een slaaf zou leren, onder het mom van godsvrucht, zijn meester te minachten en te vluchten, in plaats van zijn meester te dienen met goedwillendheid en eerbaarheid, hij weze vervloekt.
Er is heel wat christelijke onzin over gelukkige lijfeigenen verteld, bijvoorbeeld dat ze, in tegenstelling tot "echte" slaven, onder een humaner sociaal contract van "wederkerigheid onder goddelijke bescherming" leefden. Daarmee bedoelt men dat priesters bidden voor de gemeenschap, ridders vochten voor de gemeenschap en lijfeigenen werkten voor de gemeenschap. In werkelijkheid hadden de lijfeigenen weinig nut van de biddende priesters, en hadden een hoop te lijden onder vechtende ridders. Ze waren slaven, en werden zoals andere slaven bezeten, minacht, ondervoed, en misbruikt, ook sexueel.
Sinds christelijk Europa massaal op Slaven joeg om hen aan moslims te verkopen, werd hun etniciteit de soortnaam "slaaf".http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijfeigenschap schreef:Vele slaven werden relatief goed gevoed en gekleed, terwijl veel pachters - als hun akkertjes klein waren en de pachten hoog - in bittere armoede leefden.
Ook is het zo dat formele rechten vaak weinig zeggen. De formele rechtspositie van een boer in een bepaalde samenleving kan relatief goed zijn, maar als zijn landheer tevens de plaatselijke rechter is, zal de boer in de praktijk weinig mogelijkheden hebben om zijn rechten te doen gelden.
Men zegt dat lijfeigenen, in tegenstelling tot slaven, hun eigen bezittingen konden hebben. Maar slaven hadden gewoonlijk bezittingen. Harvard professor Patterson zegt (Slavery and Social Death):
Het enige verschil tussen lijfeigenen en andere slaven zou zijn dat in een feodale economie amper handel gedreven wordt, dus ook in lijfeigenen of slaven. Maar ook dat is niet waar. In 755 bijvoorbeeld bekloeg de bisschop van Mains zich er over dat een parochiepriester vijf lijfeigenen, die eigendom van de kerk waren, verkocht had voor een paard. (http://www.fordham.edu/halsall/source/755Lullo.html).Ik ken geen samenleving gebouwd op slavernij waar slaven die het zich konden veroorloven geen slaven konden kopen.
Wie beweert dat dit een zeer uitzonderlijk voorval was, is bezig de boel te belazeren, want slavenhandel kan slechts onder twee condities: of alles gebeurt in totale geheimhouding, en de slaven worden gevangen gezet en verborgen gehouden, of er is instemming van de samenleving, zodat de slaaf nergens heen kan vluchten. Wanneer we nu een geval hebben waarbij een bisschop schrijft dat de kerk slaven in eigendom heeft (vijf in één parochie), en een priester daar kopers voor kan vinden, dat alles in de openbaarheid, dan moet men aannemen dat bezit en verkoop van "lijfeigenen" normaal was, en dat wij misleid zijn door negentiende eeuwse christelijke geschiedschrijving, die het hoogtijd vond gelijkaardige dingen in de doofpot te stoppen.
Ook in christelijk Europa werden aan het einde van de middeleeuwen, met de toename van de mercantiele samenleving, het aantal lijfeigenen gebonden aan land teruggedrongen door de slavenhandel.
In de middeleeuwen en de Atlantische tijd waren één op zes slaven. Karel de Grote organiseerde raids in Centraal en Noordwest Europa om Slaven te vangen en uit te voeren langs Venecie en Sicilie. Toen de christenen in Spanje terrein terugwonnen op de Moren, werden gevangenen verkocht op de markten van Mallorca en Barcelona, samen met hun (Europese) slaven.
In 1438 (de late middeleeuwen) zond de koningin van Aragon een brief aan de moslim koning van Tunis met het verzoek taxvrije doorgang te verlenen aan een levering van zes Ethiopische vrouwen. Aangezien moslims en joden reeds enkele decennia tot slaven van de kroon van Aragon gemaakt waren (http://libro.uca.edu/boswell/rt1.htm), zal de koningin meer dan voldoende werkkrachten ter beschikking hebben gehad. Het is dus de vraag welke rol deze voorouders van Naomi Campbell moesten spelen in de kille paleizen van het christelijke Europa.
Nadat Amerikaanse inboorlingen die door christenen tot slavernij gedwongen waren massal stierven door epidemieën, werden Spanje en Portugal de draaischijf voor een wereldwijde slavenhandel. In 1454 schreef de paus een brief aan de koning van Portugal waarin hij hem feliciteerde dat zoveel vijanden van Christus tot slaaf gemaakt waren. Vanaf 1517 startte Charles I van Spanje met grootscheepse slaventransporten naar Amerika.
Toen vier eeuwen later de anti-slavernij beweging op gang kwam, bezaten christenen in de USA alleen zo'n 5 miljoen slaven. Bijna de helft van de verdediging van slavernij werd door christelijke predikanten geschreven. Larry Hise geeft een lijst van meer dan 250 religieuzen die de bijbel aanhaalden om te bewijzen dat blanken het recht hebben zwarten te bezitten. (Larry Hise, "Pro Slavery")
De christenen die deelnamen aan de anti-slavernij beweging, van Eustathius tot Wilberforce, waren zeker niet typisch voor het christendom.
Hier nog enkele citaten uit Slavery from Roman times to the early transatlantic trade van William D. Philips.
(voor noten en bronnen zie aldaar)
p62 schreef: In de 10e eeuw brachten de oorlogen van de Duitse keizer Hendrik de Vogelaar talrijke Slaven in de handen van slavenhandelaren. Tegen het jaar 1000 begon de Westelijke slavenhandel te minderen, al werden nog steeds Ieren en Vlamingen verkocht op de markt van Rouen. In de 12e eeuw bekeerden de Slaven zich tot het christendom, en de slavenhandel van Oost-Europa door Frankrijk naar moslim-Spanje stokte.
[...]
Terwijl Frankrijk (700-1000) een draaischijf as voor slavenhandel met de moslimwereld, nam Italië ongeveer dezelfde positie in.[..] Het waren gewoonlijk Slaven die over de Alpen en doorheen Pavia werden gedreven.
p88 schreef:In de late middeleeuwen, van de twaalfde tot de vijftiende eeuw, bleef de Europese interne economie zich ontwikkelen en versterken. Slavernij was nog steeds aanwezig, ook al was de landbouw in het grootste deel van Europa een kwestie van lijfeigenen en vrije boeren. Huisslaven en werkslaven bleven bestaan in heel Europa, vooral in Italie en het Iberische schiereiland. In dit hoofdstuk zullen we de late Europese slavernij onderzoeken, als een belangrijke periode uit de geschiedenis van de slavernij, en als een prelude voor de ontwikkeling van Amerkaanse slavernij. Dit is bijzonder belangrijk, aangezien slavernij in de Nieuwe Wereld haar oorsprong heeft in late middeleeuwse tradities. Vooreerst hadden de kruistochten het werkgebied van de Italiaanse kooplui, de meest actieve slavenhandelaren van die tijd, in grote mate uitgebreid, en, als bijkomend resultaat van de kruistochten, breidden de Europeanen hun kennis van suiker verder uit, en de Amerikaanse geschiedenis van suiker en slavernij zijn onontwarbaar met elkaar verweven. De Spaanse en Portugese veroveringen hielden slavernij in leven en bloeiend op het Iberische schiereiland. De heropleving van het Romeinse recht en haar invloed op de Europese wetgeving was evenzeer doorslaggvend, omdat de regels voor slavernij zo belangrijk waren in het Romeinse recht. Bijgevolg hadden Spanje en Portugal een volledige slavenwetgeving ontwikkeld lang voor ze aan hun overzeese expansie begonnen.
p98 schreef:Italianen importeerden hun slaven vooral van buiten Italië. Reeds in de twaalfde eeuw had Venetië slaven uit een wijd gebied, al bleef het een gering aantal. In het midden van de twaalfde eeuw bezat Genua moslim slaven, en er is bewijs dat een van de rijke Genuese koopmannen van die tijd, Guglielmo Burone, een slaven eigenaar was. In 1300 vermeldde het testament van een Genuese resident in Cyprus, dat hij vijf slavinnen en één slaaf bezat. Iris Origo schreef: "tegen het einde van de veertiende eeuw was het moeilijk een welgesteld huishouden in Toscanië te vinden dat niet minstens één slaaf bezat: bruiden brachten ze mee als bruidschat, dokters aanvaardden slaven als betaling - en het was niet ongewoon ze te vinden in de dienst van priesters."
Slaven in Italië kwamen in de 14e en 15e eeuw uit verschillende gebieden en etnische groepen. Er waren moslims, Tataren, Circassiërs, Russen, Bulgaren, Armeniers, Albanezen, enkele mediterrane eilandbewoners, en nog minder van zwart Afrika en de Canarische Eilanden. De meesten waren vrouwen, en de meesten werden benut als huishoudster en concubine.[...]In 1427 had Cosimo de Medici van Florence een onwettig kind bij een jonge Circassische slavin. Het kind werd gewettigd en werd later aartspriester van Prato.
p99 schreef:Een brief beschrijft een verschillende situatie "We spraken met de kapelaan die de vorige eigenaar was, en hij zegt dat je haar in zee mag gooien met wat ze in haar buik heeft, want het is geen schepsel van hem. En hij zal wel de waarheid spreken, want als hij haar zwanger gemaakt had, zou hij haar nooit teruggezonden hebben..."
[...]
In die gevallen waarin een butienstaander een slavin zwanger had gemaakt, was de wet in Italiaanse steden duidelijk: niet de slavin, maar de meester moest schadeloos gesteld worden, want haar handelswaarde was verminderd.
p109 schreef:Al de gebruikelijke wijzen om slaven te maken waren gebruikelijk onder de Kroon van Aragon: geboorte, huwelijk, rechtspraak, en schuld. Tot het einde van de dertiende eeuw werden taltijke slaven gemaakt door veroveringen en strooptochten; daarna had Aragon haar expansie op het vasteland voltooid, en de hoofdbronnen van slaven werden piraterij en handel.
De grote periode van Aragonese expansie was de dertiende eeuw, toen James I van Aragon het koninkrijk Valencia overnam en met Castile samenwerkte voor de verovering van Murcia. Krijgsgevangen werden regelmatig verkocht in slavernij, en James I bezat talrijke slaven. Hij zond er zo'n tweeduizend als geschenk naar koningen, keizers, kardinalen en edelen.
Het gevangennemen van grote aantallen slaven was een voortdurende traditie. In 1280, nadat Peter Mondesa veroverde, "bleven slavenhandelaars nog minstens een jaar en half slaven aankopen uit de krijgsgevangenen."
Slavernij in het nieuw veroverde Valencia volgde het gewone mediterrane patroon- urbaan eerder dan ruraal, domestiek eerder dan landbouw, hoewel een aantal slaven zeker werkte op het platteland. Er was een breed spectrum aan slavenbezitters; Robert I. Burns heeft slavenhouders vastgesteld van ambachtslui tot bisschoppen en de koning.
Strenge wettelijke bepalingen bonden het bestaan van slaven in het dertiendeeeuwse koninkrijk Aragon. Hun wettelijke status was praktisch onbestaande, al konden ze wel voor het gerecht verschijnen als klagers of als verdediger in bepaalde omstandigheden. Moslim slaven konden met losgeld of anderzins vrijgekocht worden., maar zolang ze slaaf bleven waren ze onderworpen aan het recht van hun eigenaar, tenzij het om zware vergrijpen ging. Een eeuw later waren de regels verstrengd, en werd elke slaaf behandeld als rebel en gevangene.
p110 schreef:Handelaars van de Kroon van Aragon vervoerden slaven naar Zuid-Frankrijk, en moslims bezochten Barcelona om er slaven te kopen. De winsten die christenen haalden uit de slavenhandel maakte dat ze legale en illegale middelen inzetten om de voorraad aan moslimslaven te vergroten.
[...]
Een van de belangrijkste voorwaarden voor de opkomst van slavernij in de Nieuwe Wereld was het hervinden en toepassen van het Romeinse recht in de middeleeuwse koninkrijken. De uitgewerkte slavenwetten van Justinianus waren makkelijk toepasbaar wanneer nieuwe omstandigheden het vereisten. In de elfde eeuw had de Italiaanse geleerde Irnerius de studie van de Romeinse wetten aangevat, en in de volgende twee eeuwen verspreidde de kennis zich over West-Europa. In Iberia vaardigde de Castiliaanse koning Alfonso X in het midden van de dertiende eeuw nieuwe wetten uit, bekend als de Siete Partidas, gebaseerd op het Romeinse recht. Hoewel nooit helemaal toegepast, hadden deze wetten een grote invloed op de late middeleeuwse en vroeg-moderne wetgeving in Spanje. Tegen het einde van de middeleeuwen had Iberia aanzienlijke historische ervaring met slavernij en een wettelijk raamwerk om een slavensysteem te beheren.
p155 schreef:...gedurende de eerste twee eeuwen van de Atlantische slavenhandel, bleven zwarte slaven beperkt tot dezelfde gebieden waar ze ook tijdens de middeleeuwen waren, het meest in Spanje en Portugal. De Italiaanse handel met Noord-Afrika bleef zwarte slaven leveren voor Italië uit Portugese handelsstations, maar hun aantal was nooit groot. Nog kleiner was het in Frankrijk, al waren er in het zuiden. Het hof van de Graaf van Anjou had Noord-Afrikaanse dienaren en slaven in de vijftiende eeuw.