Demiurg schreef:Rereformed schreef: Brodie laat circa 180 wetenschappers voorbijgaan in zijn boekje van 230 bladzijden, Beyond the Historical Quest, en ongeveer 430 scholars in zijn eigenlijke wetenschappelijke werk The Birthing of the NT.
Ik heb het zevende hoofdstuk dat online stond globaal doorgelezen. Dat vond ik zeker interessant. Dat er zoveel literaire vormen zijn die de NT-schrijvers ontlenen aan het OT heb ik me nooit zo gerealiseerd. Welk boek van Brodie zou je het meest aanraden?
Het boek
Beyond the Quest for the Historical Jesus is een boek voor iedereen. Gemakkelijk leesbaar. Het geeft wat achtergrond van hoe het onderzoek zich gedurende zijn gehele leven heeft ontwikkeld. Hoofdstuk 7 is enkel één staaltje waarmee hij illustreert wat hij tot in de details ermee bedoelt, maar je zult dus niet meer van die verbindingen onder ogen krijgen.
Het boek
The Birthing of the New Testament is zijn volledige wetenschappelijke onderzoek. Wanneer je je (net als ikzelf) zo verbaast staat dat er zoveel aan het OT ontleend is moet je in dat boek wezen om de hele lading over je uitgestort te krijgen. Maar dat is dus taai, 600 bladzijden lang wat je in de 25 van hoofdstuk 7 uit het andere boek tegenkomt.
Een ander boek met dezelfde strekking is het boek van Robert M. Price
The Christ Myth and its Problems. Lees de link om een idee te krijgen. Het boek van Price is wat lichtere kost dan Brodie's wetenschappelijke boek.
Maar goed, dat de NT-schrijvers literaire middelen aan de OT-teksten ontlenen is niet zo gek, je schrijft op grond van je referentiekader. Wat dit zegt over de inhoud ontgaat me een beetje. Neem bijv. de bergrede in Matteüs, volgens mij is het redelijk geaccepteerd dat daarin uitspraken gebruikt worden van Jezus die ook in Lucas gebruikt worden, maar dan in een andere context. Vermoedelijk heeft de schrijver van Matteüs een aantal uitspraken die overgeleverd zijn genomen en zelf in een nieuwe literaire vorm gegoten. Dat is de bergrede geworden. Zo zal dat ook met stijlmiddelen uit het OT gebeurd zijn. Je hebt overleveringen en die pas je dan als schrijver toe in een literaire vorm en dan is het OT je referentiekader. Dat zegt volgens mij nog niets over die overleveringen en de eventuele orale tradities die daar ook aan vooraf zijn gegaan.
Wat Brodie en Price zeggen gaat dan ook veel verder. Het gaat niet om een overlevering die je in een verband met het OT zet, maar om een herschrijving van OT teksten. De NT teksten komen bijgevolg niet uit overlevering, maar zijn creaties van de NT-bijbelschrijvers, die ze heel zorgvuldig opbouwden aan de hand van oudere literatuur. Anders gezegd: ze wilden de boodschap van wat in oude geschriften ooit gezegd werd op een nieuwe manier in hun eigen tijd toepassen.
Dus als je literaire tradities uit het OT kunt blootleggen betekent dat niet dat er niet ook orale tradities ingang hebben gevonden.
Wat Brodie keer op keer benadrukt is dat aan de ene kant alles wat men over orale traditie zegt aannames zijn zonder enig bewijs en zelfs zonder enige geldige criteria voor wat als een bewijs zou kunnen gelden (zie topic over Brodie).
Terwijl aan de andere kant ieder blootleggen van literaire connecties meer tastbaar bewijs van literaire afhankelijkheid geeft, en dus op veel vastere bodem staat. Tegenwoordig kan zo ongeveer iedere passage uit de evangelie in verband worden gebracht met andere oudere teksten. Als je daarbij steeds heel gedetailleerd kunt laten zien hoezeer de evangelieschrijver de brontekst volgt, valt de reden om aan te nemen dat er iets van een echt gebeuren achter moet staan weg, temeer wanneer je in aanmerking neemt dat de belangrijkste zaken die vermeld worden (wonderen) sowieso al fantasie zijn.
Ockham's razor zorgt er dan voor dat de orale traditie op een gegeven moment eenvoudig wegvalt, omdat het dan niet meer nodig is om het ontstaan van de NT teksten te verklaren en een ontstaan uit literaire afhankelijkheid de eenvoudigste verklaring is.