JDJ schreef:[
Je mag inderdaad best nadenken over de vraag: "waarom dingen een bepaalde kleur hebben", want die kleuren zijn er niet voor niets..
Waarom worden bladeren bijvoorbeeld geel, oranje, rood in de herst? zomaar omdat de bomen met de gele bladeren het meest overleefden? (evolutie argument)
waarschijnlijk niet dus.
Naar mijn overtuiging zijn de kleuren geel, oranje en rood waarschuwingskleuren, die gekleurde bladeren waarschuwen dus dat de herfst eraan komt.
.
Beste JDJ,
Allereerst welkom.
En je mag inderdaad best nadenken maar je mag ook wel proberen te controleren of je idee juist is. En de verkleuring van het blad van bepaalde soorten bomen is overigens wel degelijk het gevolg van de grotere overlevingskans van deze bomen.
De volgende verklaring lijkt voor de hand te liggen: De natuur
gaat zuinig om met bouwstoffen. Bladgroen (chlorofyl)
is één van de kostbaarste bouwstoffen voor een plant,
want het dient in de zomer om met behulp van zonlicht
en koolzuurgas suikers en zetmeel te maken, bouwstoffen
voor de plant dus. Chlorofyl is geen erg stabiele stof; het
valt snel uiteen, maar in de zomer, bij hoge temperaturen,
wordt het regelmatig opnieuw aangemaakt. In de herfst kan
dat niet meer door de lagere temperatuur. Die afname van
groene kleurstof verklaart dan een deel van de vergeling
van het blad.
Vóórdat het blad in de herfst afvalt, tracht de boom nog
wat bouwstoffen van dat kostbare bladgroen terug te nemen
uit het blad naar de takken, om volgend voorjaar weer
te kunnen gebruiken. Onder invloed van koude (nachten)
worden uit die bouwstoffen vooral suikers gemaakt. Die
hebben een antivrieswerking. Bij diverse coniferen, bijv.
Thuja en Cipressen, is in de herfst een bruinverkleuring
van de naalden of schubben te zien, eveneens een gevolg
van dit antivries. In het voorjaar kleuren deze schubben en
naalden weer groen.
Door het verdwijnen van (een deel van) het bladgroen uit
het blad, worden de andere kleurstoffen, die er al die tijd al
in zaten, maar niet te zien waren, ook zichtbaar.
Dat kunnen zijn, afhankelijk van de boomsoort:
• Geel caroteen. Net als chlorofyl, zit dat als kor
reltjes in de cellen, dus niet opgelost in het celsap.
Het is stabieler dan chlorofyl en ook belangrijk
voor de zonlichtabsorptie;
• Geel of oranje xanthofyl, dat ook in veel bloemen
zit en ook in banaan en citrusvruchten, is verwant
aan caroteen;
• Lichtblauw fytochroom, dat het blad beschermt
tegen verbranding door de zon;
• Blauwviolet riboflavine (= vitamine B2), belang
rijk voor de ademhaling van de cel;
• Rood of paars anthocyaan, dat o.a. voorkomt in
de Bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea‘). De
vorming hiervan kan alleen in het licht, dus niet
binnenin de kroon;
• Bruine looistoffen, o.a. in Eiken en Paardenkastan
jes, die het blad beschermen tegen aantasting door
bacteriën en vreterij door dieren.(bron arboretumoudenbosch.)
JDJ schreef
back on topic:
Zo hebben de giftige dieren vaak ook gele, oranje of rode kleuren. Ook dit is naar mijn overtuiging niet zo toevallig omdat de geel, oranje, roodgestippelde dieren niet werden opgegeten.
want kijk, je kan als evolutionist er in meegaan dat geel, oranje, rood waarschuwingskleuren zijn, de grap is, waar komt dit dan vandaan? Want reken maar dat het eerste beste beestje, dat een keer niet een groene schutkleur had, als EERSTE opgegeten werd.
Ook hier is het handig om eens wat informatie op te zoeken alvorens je eigen idee los te laten. Naast giftige of onsmakelijke dieren gebruiken ook dieren of planten die niet gevaarlijk zijn deze methode. En het eerste beestje dat een afwijkende kleur had werd mogelijkerwijs wel minder snel opgegeten dan de zo bekende malse groene exemplaren. Je gaat van een soort stoplichtmodel uit maar dat is een wat simplistische dan wel karikaturale voorstelling van zaken die niet op feiten gebaseerd lijkt. Ik weet niet of je wel eens in de natuur vertoeft en daar op een paar vierkante meter ziet hoeveel insecten daar kunnen leven. Kijk dan eens hoeveel van deze vierkante meters er zijn en welke set mogelijkheden je dan hebt gekregen. Nb er is in evolutie geen sprake van een vooropgezet plan, waarbij een insect denkt: laat ik vandaag maar eens rood worden dan wordt ik minder snel opgegeten. De kleuren die je noemde kunnen er overigens ook juist toe dien anderen aan te lokken en zijn dus niet per definitie waarschuwingskleuren.
Hieronder een aardig stukje over mimicry.
Bij mimicry of nabootsing lijkt een dier of plant op een ander dier of plant, veel meer dan door toeval, levenswijze en gezamenlijke afstamming verwacht mocht worden. Een van beide soorten bootst de andere soort na. Het is een variant van camouflage waarbij het dier de herkenning niet vermijdt maar als iets anders herkend wil worden.
Er zijn verschillende soorten mimicry, waarbij de belangrijkste zijn:
mimicry van Müller: Verschillende gevaarlijke (bijvoorbeeld giftige) soorten lijken op elkaar
mimicry van Bates: Op zichzelf ongevaarlijke soorten lijken op gevaarlijke
agressieve mimicry of mimicry van Peckham: Mimicry door roofdieren van hun prooidier of andere soorten uit hun omgeving, om zo de prooi te lokken of ongemerkt te kunnen benaderen. (wiki)
Nog een leuk nieuwtje voor je
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOA_7UWBEL