Tamara schreef:Rereformed schreef:Tamara schreef:Zoals ik al zeg hoop gebler weinig inhoud...
Indien je met deze opmerking komt, hebben wij het recht eindelijk eens te horen waar jouw inhoud verstopt is. Niet alleen Ianier, maar ook ik, en ik neem aan Kitty, wachten nu op jouw
10 buitenbijbelse bronnen over Jezus. 'Zie elders' vind ik niet thuishoren in een discussie, indien je de link er niet bij geeft.
Leef je uit zou ik zeggen:
http://www.freethinker.nl/forum/viewtopic.php?t=2368
Graag gedaan:
"Buiten het Nieuwe Testament zijn er vrijwel geen rechtstreekse bewijzen te vinden voor het historische bestaan van Jezus. Niet-Bijbelse bronnen zoals die van Plinius, Suetonius, Tacitus en Flavius Josephus spreken in de eerste eeuw wel over een geloofsgemeenschap die ene Christus als hun God beschouwden maar de betrouwbaarheid van deze bronnen wordt betwist, in ieder geval besteden zij er niet veel woorden aan.
Verder maken zij geen vermelding van de naam "Jezus", maar spreken zij van "Chrestos" en het genootschap der "chrestiani", waarin duidelijk de joodse Messiasaanduiding naar voren komt (Messias betekent Gezalfde en wordt in het Grieks vertaald met Christos of Chrestos)." (Wikipeda)
Tacitus:
"Deze Romeinse geschiedschrijver spreekt in Annales 15,44 (geschreven omstreeks 115) met grote laatdunkendheid over het verderfelijke bijgeloof, exitiabilis superstitio, van de christenen. Ze zijn 'een kwaad' en ze maken zich schuldig aan haat tegen de mensheid. In dit verband legt Tacitus de lezer even uit waar het christendom vandaan kwam. `De naam is afgeleid van de Christus die tijdens het bewind van Tiberius door toedoen van de procurator Pontius Pilatus was terechtgesteld'. "
De beste man wist dus totaal
niets over een historische Jezus te vertellen, maar lepelt eenvoudig het verhaal op dat christenen vertellen.
Thallus:
"Thallus was een Samaritaans historicus, die rond het jaar 52 na Christus in Rome werkte. Van hem zijn geen werken bekend, maar wel wordt hij aangehaald door ene Julius Africanus, een schrijver uit de tweede eeuw. Julius Africanus is bezig met een discussie over de duisternis die plaatsvond tijdens het sterven van Jezus (zie Marcus 15:33). Dan zegt hij:
Thallus legt in het derde boek van zijn "Geschiedenis" uit, dat de duisternis een zonsverduistering was ... onlogisch lijkt mij".
De beste man heeft dus
niets over een historische Jezus te vertellen.
Plinius:
Gouverneur in noord-Turkije die in 112 een verslag geeft over christenen. Hij wist
niets te vertellen over een historische Jezus (natuurlijk niet, aangezien hij niets met het toenmalige palestina te maken had en bovendien in een geheel andere tijd leeft), maar verhaalt slechts over denkbeelden en gebruiken van christenen. Hij vermeldt oa dat christenen één of andere christus aanbidden alsof hij god is. Dat er in die tijd christenen rondliepen is bekend.
Suetonius:
De Romeinse historicus Suetonius schreef biografieën van de Romeinse keizers en in de Claudius-biografie lezen we bij een opsomming van maatregelen die de keizer nam:
"De Joden die, opgehitst door de agitator Chrestus, voortdurend ongeregeldheden veroorzaakten, verdreef hij uit Rome".
Suetonius gebruikt de naam Chrestus en niet Christus. Chrestus was een veel voorkomende naam onder slaven. Maar over het bestaan van een jood Chrestus die in Rome optrad is totaal niets bekend. Hij was dus blijkbaar uitermate slecht op de hoogte van het christendom, kan zelfs de naam van hun stichter niet goed schrijven en heeft er geeneens idee van dat ze zich beroepen op een persoon die ooit ergens in Palestina geleefd zou hebben. Dus alweer
niets over een historische persoon.
Lucianus:
Lucianus van Samosata leefde van 120 tot 180 na Christus. Hij
kan dus onmogelijk iets over een historische persoon die al een eeuw dood is schrijven, maar vermeldt eenvoudig wat christenen hem verteld hebben. In een van zijn schrijfsels ‘de dood van Peregrinus’ drijft hij de spot met de naastenliefde van de christenen en hun minachting voor de dood:
“deze mensen zijn in alle gevallen waarbij de hele gemeenschap betrokken is, buitengewoon actief en sparen daarbij kosten nog moeite … Want deze arme mensen hebben het in hun hoofd gehaald te geloven dat zij lichamelijk en geestelijk onsterfelijk zijn en in alle eeuwigheid zullen leven. Dit is ook de reden waarom zij de dood verachten en velen van hen zelfs hem vrijwillig aanvaarden. Bovendien heeft hun eerste wetgever (hij bedoelt Paulus) hen geleerd dat ze allemaal broeders van elkaar zullen worden, zodra zij de beslissing hebben genomen de Griekse goden te verloochenen, hun knieën voor die gekruisigde sofist te buigen en volgens zijn wetten te leven”
De Joodse Talmoed:
De Talmoed is een verzameling uitspraken van Rabbi's, allemaal uit latere tijden, die als het ware toelichtingen zijn op de bijbel. Het volgende staat er oa te lezen:
Jesu-ha-Notzri (ook wel genoemd Ben Stada, Ben Pantera, Bileam, 'een zeker iemand' en diverse scheldnamen) was het buitenechtelijk kind van Mirja, een kapster, en haar minnaar Pantera of Pandira. Mirjams echtegenoot was Pappas ben Jeduhah, ook wel Stada genoemd. In Egypte heeft Jezus magie gestudeerd; hij verleidde het volk door zijn tovenarij en dwaalleer, hij bespotte de wijzen, schond de sabbat en wierp zichzelf op als God.' Voor het gerecht gebracht werd hij schuldig bevonden en hoewel gedurende veertig dagen een heraut rondging om te vragen of iemand iets te zijnen gunste wilde aanvoeren , meldde zich niemand aan. Daarna werd Jezus gestenigd en te Lydda gehangen. Hij was 33 jaren oud, toen Pinehas Listasa hem liet doden en zijn gericht bestond in 'ziedende modder', het hellevuur.
Deze gegevens zijn voor het merendeel in strijd met wat de christenen beweren, maar er zijn velen die zelfs ontkennen dat het hier helemaal niet om de christelijke Jezus gaat ( zie
http://www.angelfire.com/mt/talmud/jesus.html )
Celsus:
Een antichristelijk geschrift geschreven in 178 ná Christus. Hoe zou dit gebruikt kunnen worden om een historische persoon van 150 jaar eerder te kunnen bewijzen? Het is eenvoudig een geschrift zoals wij met elkaar in discussie zijn.
Serapion:
Syrische denker, tijd onbekend (maar in ieder geval een generatie ná Jezus). Schreef vanuit de gevangenis:
"Wat gaf het de Atheners dat ze Socrates doodden? Hongersnood en ziekte kwamen over hen als een oordeel over hun slechte daden. Wat hadden de mensen van Samos eraan dat ze Pythagoras verbrandden? In een ogenblik werd hun land met zand bedekt. Wat hadden de Joden eraan dat ze hun wijze Koning ter dood brachten? Heel kort daarna is hun koninkrijk vernietigd. God heeft deze drie wijze mensen op rechtvaardige wijze gewroken: de Atheners kwamen om door de honger; de bewoners van Samos werden door de zee verzwolgen; de Joden, beroofd en uit hun land verdreven, zijn overal verspreid. Maar Socrates stierf niet definitief; hij leefde voort in de leer van Plato. Pythagoras is niet voorgoed dood; hij leefde voort in het standbeeld van Hera. Ook de wijze Koning is niet voorgoed dood; Hij leefde voort in de leer die Hij gegeven had."
De man is dus totaal niet bekend met een historische Jezus, maar slechts met de verhalen over hem die de christenen verspreid hebben.
Er zijn buiten de bijbel dus 9 niet-christelijke bronnen die iets te zeggen hebben over het christendom. Geen van de bronnen geeft een ooggetuige verslag van het optreden van Jezus. Geen van de bronnen heeft zelfs weet van een historisch persoon.