dikkemick schreef: ↑21 feb 2023 17:16
Anyway. Of Jezus nu wel of niet bestaan heeft maakt voor de meeste gelovigen echt niet veel uit. De mythische Jezus. Daar draait het om. De gemeenschap waar Barnabas het over heeft, die is belangrijk. De gelovige weet natuurlijk donders goed, dat het
NIET-bestaan van Jezus
NOOIT te bewijzen zal zijn. Vraag me wel af of ze het onderscheid zien tussen de historische figuur en de mythische en/of ze bekend zijn met
de overeenkomsten met andere/oudere(!) mythen en legenden. Interesseert het ze niet?
Wat betreft Zijn
WEL-bestaan: Who knows? Nieuwe vondsten, nieuwe technieken, nieuwe inzichten.
En mocht Zijn WEL-bestaan ooit historisch wetenschappelijke werkelijkheid worden en bewezen worden, dat maakt Hem nog steeds niet de (letterlijke) zoon van God.
Ik ben het eens met B.S. en zal het van mijn kant wat toelichten.
-Voor de vraagstelling historisch versus mythisch moet je jezelf volledig ontdoen van wat gelovigen ervan vinden. Het doet er totaal niets toe. Het is een
academische kwestie. En als academische kwestie is de vraagstelling
buitengewoon interessant.
-Het is niet een kwestie van "anyway, voor de meeste gelovigen maakt het niet uit". De vraagstelling doet er voor vele gelovigen wel degelijk een heleboel toe. Ik ben daar zelf een voorbeeld van. Vanwege dat wetenschap bijbelse voorstellingen ontmaskert heb ik mijn geloof opgegeven.
-Het is waar dat het voor de gelovige gaat om "de gemeenschap met Jezus". En het is waar dat die na wat denkacrobatie ook ervaren worden indien deze Jezus ontstaan is uit visioenen en "geïnspireerde schriftuitlegging". De zienswijze van de gelovige dominee
Van der Kaaij laat dat uitstekend zien. Voor hem is het overhevelen van Jezus naar het rijk van de mythe juist de redding van het geloof, want op deze manier wordt het geloof immuun voor de aanslag die de wetenschap er de laatste twee eeuwen op heeft gepleegd en het geloof van alle kracht heeft beroofd. De religieuze mens kan zijn geloof op letterlijk alle manieren aanpassen die voor zijn eigen tijd maar benodigd zijn. Maar juist daarom is er temeer reden waarom je de vraagstelling los moet zien van wat gelovigen ervan vinden. Het is de academische vraagstelling op zichzelf waar het om gaat.
-Deze vraagstelling is interessant om
inzicht te krijgen in de opkomst van het christelijk geloof. Voor iemand die in zijn leven overvloedig bezig is geweest met het ontstaan en de opkomst van het christelijk geloof, zoals ik, zijn er kardinale vraagtekens die om een geloofwaardige oplossing bedelen. Bij elk denkprobleem waarvoor je je ziet staan kun je je via dit nieuwe scenario dat is ontstaan steeds afvragen: "welke van de twee zienswijzen is waarschijnlijker, dat deze situatie ontstond uit een scenario met een historische Jezus of uit een scenario waar Jezus volkomen mythisch was. Dát is voor mij het buitengewoon interessante.
-Je schrijft dat "ook indien bewezen wordt dat Jezus wel degelijk bestaan heeft hem dat nog steeds niet de letterlijke zoon van God maakt". Hier sla je de plank mis. "Zoon van God" is een religieuze term en dus eenvoudig een kwestie van definiëren. De term komt uit wat christenen het oude testament noemen en was oorspronkelijk de titel voor iedere koning. Het is dus exact andersom: of Jezus nu historisch of mythisch is, hij blijft voor gelovigen altijd en eeuwig
de zoon van God. Hij belichaamt hun geloof. Hun geloof draait om Jezus. Ook deze uitdukking doet dus niet ter zake.
-Je haalt er mogelijke toekomstige vondsten bij die mogelijkerwijs zijn bestaan zouden bevestigen. Veel interessanter echter is het feit dat de vorige eeuw vanaf 1945 de grootst denkbare nieuwe vondsten gedaan zijn (DodeZeerollen en de bibliotheek van Nag Hammadi), die eerder voor het tegendeel pleiten.
-In deze vraagstelling is helemaal niemand bezig met
bewijzen dat Jezus wel of niet bestaan heeft. Zoals gezegd is het een academische kwestie. Iedereen die daar aan meedoet weet dat men wat betreft geschiedenis van twee millennia geleden niets kan bewijzen. Het gaat in geschiedkunde om de mate van waarschijnlijkheid.
-Wat betreft "de implicaties die het kan hebben voor elk zinvol gebruik van de Bijbel en het Nieuwe Testament als historische bron" heeft het jezusmythicisme ook op grondige wijze mijn ogen geopend voor zaken die tevoren nooit bij mij opkwamen, zoals dat Paulus helemaal geen kennis heeft over een aardse Jezus, en dat hij al zijn leringen op eigen openbaringen laat berusten. Dat buiten de evangelies geen van de nieuwtestamentische geschriften en vroegste niet-bijbelse geschriften enige informatie bevatten over een historische Jezus. Of dat de synoptische evangelies hun verhalen
creëren op basis van passages uit het oude testament. (Zie ook
deze bijdrage voor een verbluffend voorbeeld van hoe ze aan literaire creatie deden). Met andere woorden dat nieuw onderzoek uitwijst dat de verhalen
niet gebaseerd zijn op mondelinge overlevering, iets wat honderd jaar lang het paradigma was.