The Black Mathematician schreef:Ik weet niet wat je precies bedoelt met "commentaar geven", maar ik doe een poging.
Bedankt voor de moeite, want je antwoord is interessant. Het illustreert perfect het misverstaan van een ander.
Je gaf in je eerste post een schets van wat je denkt van Nietzsche te weten. Ook een schets van wat je over mij dacht te weten. Vervolgens zag je een onmogelijkheid ze met elkaar in overeenstemming te brengen. Ik gaf dit als antwoord:
Rereformed schreef:
1) Nietzsche is niet bepaald mijn afgod. Het is een ander die voortdurend dat beeld probeert te schetsen.
2) Wellicht is Nietzsche in vele opzichten geheel anders, -zelfs tegengesteld- dan je via horen-zeggen en een paar citaten hebt begrepen, misschien was hij wel meer zoals je mij ziet dan het je toeschijnt.
Ik liet het hierbij om je gelegenheid te geven dit te overdenken.
Wat later ging ik hierop verder:
Rereformed schreef:Opdat je niet het gevoel krijgt met een kluitje in het riet te worden gestuurd stel ik dit voor: aangezien je onbekend bent met Nietzsche zal ik een serie passages die hij geschreven heeft voor je neerzetten. Overdenk ze eens en geef er eens commentaar op.
Nu kom je met de opmerking dat je niet begrijpt wat ik bedoel met 'commentaar geven'. Dat is inderdaad duidelijk. Want wat je doet is precies het omgekeerde van waar ik om vraag: je geeft commentaar op
jezelf, niet op
Nietzsche. En natuurlijk bedoelde ik het laatste, want het ging erom Nietzsche te
leren kennen, niet jouw opinies over bepaalde zaken. Ik zal je nu niet vervelen door je opnieuw voor dezelfde taak te zetten, maar mijn eigen commentaar geven op deze teksten, gedachten die de doorsnee moderne student die met Nietzsche in aanraking komt zo zou kunnen hebben bij het geconfronteerd worden met deze passages:
1-het eerste wat in mijn gedachten boven zou komen zou dit zijn: Goh, ik wist niet dat Nietzsche in zijn jonge leven zo door en door christelijk was!
2-de volgende uitroep zou zijn: en wat nam hij dat christelijk geloof serieus! Ongelooflijk!
3-alweer een uitroep die ik meteen zou doen: allemensen, een jochie van 13 die een verhandeling schrijft over de filosofische aspecten van muziek! In die tijd zat ik nog propjes te schieten.
4-het vierde waar ik aandacht aan zou schenken zou dit zijn: wat laten deze passages toch geweldig goed zien wat het christelijk geloof vroeger betekende: alles was ervan doordrenkt, het legde een totaal beslag op letterlijk alle dingen! Men kon bijvoorbeeld muziek niet beschouwen als een waarde op zichzelf. Het kon enkel bekeken worden door een christelijke bril. Vandaaruit moest men waardeoordelen uitspreken over muziek. Je kon een studie ook niet zomaar als een studie zien. Alles moest gezien worden door een bril van goddelijke leiding en ter goddelijke glorie.
5-de laatste passage zou meteen de gedachte naar voren halen: ach ja, met zulk naief zwart-wit denken begint het mensenleven. Ik herinner me nog goed dat starre denken, die absoluutheid, al dat beter weten, al dat neerkijken op de massa en op de oudere generatie, toen ik 20 was bezondigde ik me er ook aan...
6-Ik zou vervolgens de conclusie trekken dat ik blijkbaar nog heel wat informatie zou moeten opdoen om er het fijne van te weten, want Nietzsche was toch de Antichrist? Hoe zit dat dus precies.
7-Het enige wat ik nu beslist
niet zou doen is die passages die Nietzsche schreef als tiener serieus nemen als iets waar ik wat mee zou moeten doen in mijn leven, opinies ter navolging. Alsof hier een parel der mensheid wordt voorgeschoteld. Ook het omgekeerde, ze te veroordelen als pathetisch, bombastisch, naief oid. is niet terecht. Het gaat tenslotte om iemand die ze in ca 1860 schreef (en dus in die context gelezen moet worden) en bovendien nog een tiener was. Een 19e eeuwer mag praten als een 19e eeuwer en een tiener mag praten als een tiener. Ik ben ook een kind van mijn tijd en ik vergeef mezelf ook dat ik ooit 20 was.
Wel kan ik er iets van leren natuurlijk. Ik kan eruit leren mijn zoon van 20 gewoon twintig te laten zijn. Ik leer iets over de psychologie van de mens, in het bijzonder over de religieuze mens; ik herken er dingen van in mezelf. Ik zie ook bepaalde zaken over het religieus geloof, ik leer er enkele dingen van hoe het christelijk geloof in elkaar zit.
Ik herken in de twee wegen de leer van Boeddha in.
Dit is het soort commentaar wat ik bedoelde. Je parallel is goed gevonden: religie en idealisme is gewoon de zaken naief in tweeën te delen, alsof het altijd een zaak van óf zus óf zo is.
Dat is inderdaad verrassend voor mij, want ik dacht dat Nietzsche ook Boeddha een slavenmoraal toedichtte
Laat je gedachten over slavenmoraal er nu nog even buiten, daar had Nietzsche nog nooit over gehoord op die leeftijd.

Wanneer je iemand wil leren kennen moet je niet je verwachtingen laten meespreken. Maak enkel
observaties, daar begint de weg van het echt leren kennen.