Karssenberg schreef:Nee, je weet heel goed dat het voor mij een uitgemaakte zaak is dat het evangelie betrouwbaar en waar is. Daarbij is voor mij de verslaglegging door de evangelisten niet meer en niet minder dan een bevestiging van de opstanding van Jezus. Die wordt niet minder waar, als Mattheüs niet de auteur van het gelijknamige bijbelboek zou zijn.
Je reaktie geeft enkel aan dat je immuun bent voor het onderzoek naar de waarheidsvraag, oftewel dat je in de mentale christelijke gevangenis zit.
Iemand die zo objectief mogelijk op zoek naar de waarheid is weet dat een ooggetuigeverslag van iemand - mits men die persoon als geestelijk gezond kan beschouwen - serieuzer genomen moet worden dan een verslag van iemand die het van horen zeggen had.
Dat het niet minder waar wordt is volslagen ongegrond. Men weet bijvoorbeeld dat Matteus 90% van Marcus heeft gekopieerd, maar Marcus eindigt nogal onbevredigend. Hij geeft geen verhalen van verschijningen van de opgestane Jezus. Op dat punt komt Matteus opeens aan met een vervolg:
Het einde van Marcus: "En zij gingen naar buiten en vluchtten van het graf, siddering en ontzetting hadden hen bevangen. En ze zeiden niemand iets, want ze waren bevreesd."
Matteus: "En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het de discipelen te berichten. En zie, Jezus kwam haar tegmoet en zei: weest gegroet. Zij naderden hem en grepen zijn voeten en aanbaden hem."
Van iemand die 90% van Marcus' evangelie kopieert klinkt het niet erg betrouwbaar dat hij op dit cruciale punt opeens beter geïnformeerd zou zijn dan de bron die hij voortdurend gebruikt heeft. Hij deinst er zelfs niet voor terug om die bron tegen te spreken om zijn vervolg erop aan te kunnen plakken.
Matteüs wil ook nog een leerpunt van het latere christendom onderbouwen. Hij verzint daarom nog een staartje eraan.
"Toen zei Jezus tegen hen: Wees niet bang. Ga heen en bericht aan mijn broeders, dat zij naar Galilea gaan, daar zullen zij mij zien.... En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen had onderricht. en toen ze hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden. Jezus kwam echter dichterbij en zei tegen hen: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat heen en maakt alle volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des vaders en des zoons en des heiligen geestes en leert hen onderhouden al wat ik u bevolen heb."
Dat klinkt overduidelijk als de woorden van een latere kerk die in de mond van Jezus zijn gelegd.
Wat Matteüs dus aan Marcus toevoegt is duidelijk onbetrouwbaar. Het zijn zijn eigen verzinsels, hetgeen je ook kan opmaken uit weer andere evangeliën die ook weer een vervolg op Marcus hebben verzonnen, maar weer in strijd zijn met wat Matteus hier verzint. Lucas laat bijvoorbeeld weten dat Jezus de discipelen juist verbiedt om uit Jeruzalem weg te gaan.
Bij Lucas is dat anders, hij identificeert zichzelf als de schrijver van de boeken Lucas en Handelingen. Maar hij is geen ooggetuige van Jezus, hij was ook geen Jood.
Hoezo anders? De schrijver van het Matteüsevangelie was overduidelijk ook geen ooggetuige. En of hij een jood was of niet doet er in deze kwestie niet toe.
Ook als het geen ooggetuigenverslag zou zijn dan is het daarmee nog geen mythe.
Inderdaad, maar dat het een mythe was was dan ook jouw eigen inbreng in deze discussie.
Kun je het nog bonter maken?
Wat heeft Mattheüs (of wie de auteur dan ook maar is) bewogen om verhalen te verzinnen en daarbij sterk te suggereren dat het om werkelijk gebeurde geschiedenis gaat?
Om ons maar te beperken tot het bovenstaande voorbeeld van het zendingsbevel: hij verzon de laatste woorden van Jezus om tegemoet te komen aan de wensen van de geloofsgemeenschap.
Ik zou de term 'accurate beschrijving van de geschiedenis' niet willen gebruiken, want de auteur heeft niet het doel om de hele geschiedenis volledig te beschrijven. Hij kiest (en ordent) de feiten voor een bepaald doel.
Zeer goed gezien. Zijn doel is niet geschiedschrijving, maar het dienen van een geloof. Met andere woorden hij schrijft een propagandageschrift.
Maar dat wil nog niet zeggen, dat dat wat als feit gepresenteerd wordt niet werkelijk gebeurd zou zijn.
Er is een breed gebied tussen mythe en waarheid. Een goede propagandist zal wellicht af en toe wat feiten voorbij laten komen, maar alles is ondergeschikt aan de ideologie (of in dit geval theologie) die men uit wil dragen. En dat laatste is altijd bijzonder zorgwekkend.
Als jij aan je vrienden een verslag van je vakantie geeft dan zal niemand je van onwaarheid kunnen beschuldigen als je niet alles vertelt of niet altijd de juiste volgorde.
Alweer doe je alsof de schrijver van het Matteusevangelie een ooggetuige is. Dat is hij (en welke evangelieschrijver dan ook) overduidelijk
niet.
Maar wat belangrijker is: waar halen jullie de missie vandaan om christenen erop te wijzen dat ze misschien wel helemaal fout zitten? Wat dan nog?
Dat zou toch niet moeilijk moeten zijn voor iemand die zijn bijbel kent om te kunnen begrijpen. Het christelijk geloof is een gesel voor de mensheid omdat het iedereen die de boodschap niet aanvaardt bedreigt met het oordeel van God. Zoals je wellicht weet heeft de latere kerk ook nog een aanhangsel aan het evangelie van Marcus geschreven, dat tegenwoordig in miljoenen bijbels staat, waarin deze leer verkondigd wordt: "Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden."
Deze leer is door en door verrot. Het levert geestelijke beschadiging op voor een ieder die hierdoor geïnfekteerd wordt. Deze leer is de oorzaak voor een eeuwige onoverbrugbare, fundamentele verdeeldheid van de mensheid. Het christendom is daarom mensvijandig, zoals in de Romeinse tijd al werd begrepen (Tacitus laat weten dat christenen veroordeeld werden op grond van "hun haat jegens het menselijk ras".
Iemand, die zeker is van zijn zaak heeft er geen behoefte aan om anderen voortdurend te corrigeren.
Wat een onzin. Opvoeders en schoolmeesters, zeer zeker van hun zaak, doen niets anders dan kinderen die het minder goed weten dagelijks te corrigeren. Zoiets behoort tot de basistaak van ieder ontwikkeld mens.
Maar omgekeerd zouden wij, christenen wel aan de gang kunnen blijven als we op alles zouden moeten ingaan wat het christelijk geloof weerspreekt.
Je doet alsof jullie christenen dat niet doen, terwijl juist van het omgekeerde sprake is! Voor een atheïst is het tegenspreken van christenen enkel een hobby. Aan het vrijdenkersforum kun je zien dat het een hobby is van een enkeling. Maar voor de christen is het uitdragen van zijn godsdienst een heilige plicht, een leerstelling, iets wat men zelfs in de mond van Jezus gelegd heeft om het maar zo groot mogelijk gewicht te geven.
Daar waar christenen de meerderheid vormen dulden ze de gehele geschiedenis door geen tegenspraak. En daar waar met hun opvattingen geen rekening meer wordt gehouden doen ze van dag tot dag hun uiterste best om hun denkbeelden tot de wet van het land te maken. Voor christenen is het niet genoeg dat ze homofilie mogen afwijzen als goddeloos. Het moet ook eens verboden worden bij wet! Voor christenen is het niet genoeg om geen abortus te praktizeren. Maar het moet ook nog verboden worden voor ieder ander!
Kortom je slaat vrijdenkers met iets om de oren waar christenen zich veel en veel schuldiger aan maken. Zoiets noemde je held Jezus huichelachtigheid. En je held Jezus had hel in petto voor zulke huichelaars.
Nou, en? Heb je er last van, dat mensen hun ziel en zaligheid van het geloof laten afhangen? Je kunt het toch gewoon naast je neerleggen?
Zoals je ziet kan ik dat
niet naast mij neerleggen. Ik ben de uitzondering op de uitzondering, oftewel als Paulus.Voor mij is het mijn levensmissie. Ik zal het christelijk geloof, net zo als Nietzsche dat deed, aanklagen tot mijn laatste adem.