Otter schreef:Nou daar komt ie hoor. Mijn stelling was dus: In de gebieden van wetenschappelijk onderzoek waar men veel moet concluderen en aannemen (kosmologie, biologie, etc speelt levensbeschouwing een (zeer) belangrijke rol) Ik heb meerder artikelen gevonden die als wetenschappelijk te boek staan. Ik hoop dat je je daarin in ieder geval kan vinden.
Kort antwoord: het artikel bevat geen levensbeschouwelijke interpretaties, je stelling is nog steeds niet gefundeerd. Lang antwoord: vereist wat leeswerk.
Ik vat het verhaal en de achtergrond kort samen. We weten vrij goed wat de bestanddelen waren van de Aardse atmosfeer toen de planeet net was gevormd. Dat heeft niets met 'levenbeschouwing' (zie volgende paragraaf) te maken; wel met zeer herhaalbare en makkelijk uit te voeren thermochemische berekeningen, observaties waar alle elementen vandaan komen (supernova's) en wat we nog kunnen detecteren in ons eigen zonnestelsel. (Denk bij het laatste bijvoorbeeld aan die capsule die net op Aarde is teruggekeerd waar een klein beetje interplanetair stof in is opgevangen.) We weten ook dat het element koolstof een belangrijke rol speelt in de chemie van het Aardse leven; we hebben een goed idee van de vorm waarin het destijds voorkwam; ergo, die gassen zijn dús belangrijk voor het ontstaan van het leven. Hoogstwaarschijnlijk in indirecte en bijzonder ingewikkelde reacties die we nog lang niet kennen (beter gezegd: op manieren waar het artikel absoluut geen uitspraak over doet), maar ze waren wel degelijk de bron van waaruit alles werd gevormd. Het feit dat we die gassen nu ook daadwerkelijk hebben waargenomen op tig lichtjaren afstand, op een plek waar volgens onze huidige modellen een Aardse planeet (m.a.w. een planeet met vloeibaar water) zou kunnen ontstaan, is daarom een bijzonder intrigerend resultaat. Dat is alles.
Op het moment dat ik dit schreef vond ik het eigenlijk heel raar dat je wetenschappelijke pogingen op een wetenschappelijke manier te kijken naar het ontstaan van leven al rubriceert onder 'levensbeschouwelijk' en daar ook later de conclusie uit trekt dat het geheel dús niet objectief is. Het is gedeeltelijk ook mijn schuld, want ik had vooraf moeten vragen wat jij er überhaupt onder verstaat. Toen moest ik het artikel nog doornemen, maar gaandeweg begon er iets te knagen dat ik pas tijdens lange herschikkingen onder woorden kon brengen. Daarna heb ik het geschrevene over het artikel meteen gewist en me beperkt tot het onderstaande---meer is namelijk niet nodig.
Mijn interpretatie van 'levensbeschouwelijk' is de situatie dat in hetzelfde artikel de auteurs grootscheeps uitwijden over de Glorie Gods en de Schoonheid van de Bijbel. Of allerlei vage filosofisch-hermeneutisch-post modernistische shit gaan uitkramen. (Lanier geeft in de voorgaande post een veel betere omschrijving dan ik het zou kunnen.) Dat is
niet gebeurd ondanks hun (zeer milde) speculaties over het ontstaan van het (Aardse) leven, en dus is dit artikel niet levensbeschouwelijk. Zelfs al zou je de betekenis van het woord letterlijk nemen---wat jij schijnt te doen, dus in de zin van 'alles wat het leven beschouwt'---dan nog is je vervolgconclusie dat 'objectieve wetenschap niet mogelijk is', om het maar eens in drie letters op te schrijven, kul. Op de één of andere manier is het niet tot je doorgedrongen dat als
jíj die thermochemische berekeningen had uitgevoerd, of naar de resultaten van de ruimtespectroscoop had getuurd, er
exact hetzelfde was uitgekomen als datgene dat de heren onderzoekers hebben geproduceerd. Ook je conclusie zou hetzelfde zijn geweest. Dat is per definitie
objectief, waarmee mijn gelijk is bevestigd.
Nu wil je ongetwijfeld iets zeggen in de trant van 'Jamaar, het is allemaal maar 'zou kunnen', 'is wellicht mogelijk'!' Zoals zovele zelfbenoemde kritische leken weet je niet echt hoe wetenschap in de praktijk werkt, ken je het jargon niet, en denk je dus dat de zinnen eromheen zomaar uit de hemel komen vallen. De conclusie dat het allemaal subjectief broddelwerk is, ligt dan akelig uitnodigend voor de hand. Míjn conclusie is echter: jammer, weer iemand die negeert wat er verder allemaal nog is gebeurd. Dan schrijf ik maar weer op dat we gewoon ergens zijn begonnen met een model op basis van hele nette en oerconservatieve natuurkunde (niveau 1e jaars universiteit) plus wat waarnemingen; door steeds betere waarnemingen werd het model steeds sterker op de proef gesteld tot het uiteindelijk gewoon faalde. Het is in de afgelopen 10 jaar geloof ik evenzoveel voorgekomen dat we (mede dankzij betere satellieten) theorieën over planeetvorming grondig hebben moeten herzien. Dat is wetenschap in optima forma. Het test hypotheses aan waarnemingen en verandert de hypothese als de waarneming er niet mee in overeenstemming is. Dat hele proces---uitgaan van betrouwbare basisprincipes, ze samensmeden tot een hypothese/model, en testen tegen waarnemingen---wordt tot uitdrukking gebracht met dat éne woordje 'kunnen'.
In mijn ogen wordt hier een bijna levensbeschouwelijk stuk geschreven waar maar een paar feiten in staan. Namelijk: Twee van de drie waargenomen gassen, acetyleen en blauwzuur, zijn belangrijk voor de aanmaak van eiwitmoleculen en DNAEn nog een paar zoals de gas en stof wolken die gesignaleerd zijn. De rest is allemaal aannames, speculaties en conclusies. Dat is niet erg, want je moet wel eens wat aannemen, speculeren en concluderen, maar daar komt dus ALTIJD de gedachte van de persoon naar voren die gebaseerd zijn op levensbeschouwing. In dit hele stuk wordt gesugereerd dat we misschien wel een plekje in het heelal hebben gevonden waar leven mogelijk is. De beoordeling of dit zo is is niet uit het bovenstaand stukje te halen. Sterker nog. Ik als leek kan er al heel wat vragen bij stellen. Er zijn nog wel meer stukken waar een kritisch lezer na een analyse van de inhoud behoorlijk wat vragen kan stellen. Die vragen stellen is geen probleem, maar de suggesties vaak worden gewekt dat bepaalde aannames waar zijn. Dit is dus gewoon niet zo.
Het gruwelijk ironische is dat de interpretaties voornamelijk van jou afkomstig zijn. Jij ziet overal valkuilen, speculaties, gissingen over 'levensbeschouwelijke zaken' (versterkt door accentueringen van 'kunnen', 'mogelijk', enzovoort) en trekt daarna de conclusie dat objectiviteit ver te zoeken is. Terwijl er alleen maar staat wat ik hierboven, in mijn tweede paragraaf, heb opgeschreven. (Aangevuld met de uitleg over het gebruikte jargon, natuurlijk.) En dan nu, la pièce de résistance waar nog steeds mijn broek van afzakt:
die conclusie trek je, enigzins verbaasd en na totaal onnodige omwegen, zélf óók!

Je begrijpt de essentie van het stuk, begrijpt zelfs op een intuïtieve manier wat het objectief-wetenschappelijke ervan is, maar begrijpt niet dat je het begrijpt. Ik begrijp vervolgens op mijn beurt niet dát je het niet begrijpt, want je begrijpt het! Begrijp je wel?
Ik kom hier zometeen nog even kort op terug.
Ik verzet mij niet hardnekkig tegen de evolutietheorie. Ik denk dat de waarnemingen er zijn die we allemaal doen. Alleen, zoals dhr. Dekker het verwoordt: Is de evolutietheorie verklarend genoeg ten op zichte van de waarnemening? Ik denk dat er te veel haken en ogen aan zitten om op grond van de theorie te concluderen dat de evolutie die waargenomen wordt verklaard kan worden door de evolutietheorie. Voorbeeldje. Men vind walvissen met pootjes. Is dat een bewijs voor de evolutietheorie? Nee. We hebben een feit: Een walvis met pootjes. Het past binnen de evolutietheorie, maar het kan net zo goed een walvis met het downsyndroom zijn. We hebben namelijk geen idee hoe dat komt. Dus tot die tijd kan niet gezegd worden dat de theorie bewezen is. Hooguit waarschijnlijk. En dat is subjectief en dus niet wetenschappelijk.
Je begrijpt evolutie niet voldoende om goed aan te kunnen geven waarom je het er niet mee eens bent. Ik had in mijn optimisme gehoopt dat dit wel zo zou zijn, omdat je opvallend vaak (veel vaker dan in mijn ervaring gebruikelijk is) laat zien dat je de klok hebt horen luiden, maar niet weet waar de klepel hangt. Maar om de één of andere reden slaag je erin die klepel elke keer nét niet te vinden. Het astronomieverhaal was daar een bijzonder treffend voorbeeld van. In dit geval wat minder: hier speelt ook onvoldoende kennis van zaken een rol. Ik ga verder niet in op de walvis met het syndroom van Down of de andere 'problemen' die je hebt aangestipt; ik heb mijn antwoord.
Waar ik wél over doorga---voordat ik de discussie definitief afsluit---is dat je eens serieus moet werken aan die opvallende lacune in je kennis wat wetenschap precies is. Op dit moment denk je het te weten, maar dat is nadrukkelijk niet het geval. Daarom wilde ik je met klem, alsjeblieft, pretty please, knipperende oogjes, aanraden om het oude (1966), maar kleine (+/- 100 bladzijden A5) en
bijzonder leesbare werkje
Philosophy of Natural Science van Carl Hempel (
hier te bestellen bij Amazon) door te lezen. Ik kan niet garanderen dat het een a-há!-Erlebnis oplevert, maar aan de andere kant kan ik het me bijna niet voorstellen dat het dat níet doet. Voor $35 ($15 als je het gebruikt koopt) een goed begrip hebben over wat wetenschap ís, beter dan de gemiddelde mens in ieder geval, lijkt me geen gekke deal. (Overigens kan ik dat boekje íedereen die in de materie is geïnteresseerd aanraden.)