moralthinker schreef:De vraag is van waaruit redeneer je. In de echte gelovige zit een diepe overtuiging van het bestaan van God. Dit valt niet goed uit te leggen. Deze overtuiging is zo ongelofelijk sterk dat het God moet zijn geweest die dit heeft bewerkstelligd bij de christen. Het is een zeker weten en meer dan dat. De christen kan dan ook niet veel anders doen dan van daaruit redeneren.
Dat klopt, zo redeneerde ik ook voordat ik me bewust ging bezighouden met de vraag of mijn geloof wel geloofwaardig is. 'Zeker weten' is enkel een synoniem voor niet bezig zijn met de waarheidsvraag. Dat het God moet zijn die de sterke overtuiging in de mens heeft gelegd behoort uiteraard bij het gelovige denken, maar is een totaal ongegronde gedachte. Iedere ideologie - religieus of niet - levert fanatieke aanhangers op. Geloofsfanatisme als criterium voor waarheid te beschouwen is een betreurenswaardige zaak, iets wat Nietzsche ooit eens heel goed heeft uitgelegd in zijn boek
De Antichrist:
"Dat martelaars een bewijs leveren voor de waarheid van een zaak is zo weinig waar dat ik zou willen ontkennen dat ooit een martelaar met de waarheid ook maar iets uitstaande heeft gehad. In de toon waarop een martelaar zijn voor-waar-houden de wereld naar het hoofd slingert komt al zo'n geringe graad van intellectuele eerlijkheid tot uiting, een dusdanige afgestomptheid voor de vraag naar de 'waarheid' dat een martelaar nooit ofte nimmer weerlegd hoeft te worden. De waarheid is niet iets wat de één wel en de ander niet zou hebben: hoogstens boeren of boerenapostelen in de trant van Luther kunnen zo over de waarheid denken. Men mag ervan verzekerd zijn dat al naar gelang van de graad van nauwgezetheid in geestelijke aangelegenheden de bescheidenheid, de terughoudendheid op dit punt steeds groter wordt. Op een vijftal punten iets weten, en het met zachte hand afwijzen verder nog iets te weten...'Waarheid', zoals elke profeet, elke sektariër, elke vrijdenker, elke socialist, elke kerkdienaar dit woord opvat, is een volmaakt bewijs dat zelfs nog geen begin is gemaakt met die geestelijke tucht en zelfoverwinning die onmisbaar is voor het vinden van enige waarheid, hoe gering ook. -Overigens is de dood van martelaren altijd een groot onheil in de geschiedenis geweest: het was een manier van verleiden...De conclusie dat een zaak waarvoor iemand de dood ingaat (of die zelfs, zoals het eerste christendom, epidemieën van verslaving aan de dood veroorzaakt) iets heeft te betekenen, - deze conclusie is in onzegbare mate een rem geworden voor onderzoek, voor de geest van onderzoek en voorzichtigheid. De martelaars hebben de waarheid
geschaad...Ook vandaag de dag nog is er slechts een brute vervolging nodig, of een op zichzelf onbeduidende sekte krijgt een eerbare naam. Verandert er iets aan de waarde van een zaak, dat iemand er zijn leven voor laat? Een dwaling die eerbaar wordt, is een dwaling die ook nog eens verleidelijkheid krijgt. Geloven jullie, heren theologen, dat wij jullie de kans zouden geven omwille van jullie leugen de martelaar uit te hangen? Een zaak wordt weerlegd door haar met veel respect op te zouten, en zo worden ook theologen weerlegd... Juist dit is de domheid van wereldhistorische allure geweest van alle vervolgers, dat zij de zaak van de tegenpartij de schijn van eerbaarheid hebben verleend, - dat zij haar de fascinatie van martelaarschap cadeau deden...De vrouw ligt ook nu nog op de knieën voor een dwaling omdat men haar verteld heeft dat daar iemand voor aan het kruis is gestorven. Is het kruis dan een argument?"