
Ik kan deze zaak nog helderder laten zien. Lees Handelingen 10:Rereformed schreef:Deze poging om de contradictie weg te redeneren gaat niet op: indien Jezus de zendingsopdracht gegeven had zou er ongetwijfeld iemand op deze woorden hebben gewezen toen deze zaak ter sprake kwam en sommigen met twijfels zaten. De woorden van Jezus zijn echt niet voor 'misverstaan' vatbaar. In plaats daarvan heeft niemand er weet van!Jeroen83 schreef:...op het punt van bekering zou geen enkele twijfel bestaan? Ik denk dat het in de lijn ligt van zowel de wijze waarop mensen langzaam veranderen van paradigma (want dat was het) als van de andere gebeurtenissen waaronder bijv. handelingen 10 dat ook dit idee verkeerd verstaan werd door de discipelen. Ik zie tot dusver geen reden om aan te nemen dat dit geheel duidelijk was. En door hand 10 en de houding van de discipelen wél reden om aan te nemen dat dit nog onduidelijk was. Zowel Paulus als de discipelen in het begin van Handelingen predikten nog uitsluitend tegen de Joden. Pas na ingrijpen van God door visoenen bij Fillipus, de gebeurtenis met het kleed van Petrus etc. komt daar verandering in.
Let op hoe Petrus in gedachten teruggaat naar de laatste gebeurtenissen van Jezus op aarde, en tot slot zegt "Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken". Dat is in regelrechte tegenstrijd met de zendingsopdracht van Jezus in Mattheüs, waar Jezus duidelijk opdracht geeft tot getuigenis afleggen aan alle volken tot aan het uiteinde van de wereld. Indien Petrus de zendingsopdracht in Mattheüs gehoord had zou hij díe woorden hier hebben uitgesproken.Petrus schreef:...Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen, 40 maar God heeft hem op de derde dag weer tot leven gewekt en hem aan de mensen laten verschijnen, 41 niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met hem gegeten en gedronken hebben nadat hij uit de dood was opgestaan. 42 Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden.
Even later zegt Petrus:
Dit is een opmerking die hij onmogelijk heeft kunnen maken indien hij zelf met eigen oren Jezus de zendingsopdracht met de uitdrukkelijke opdracht tot dopen vermeld in Mattheüs, had horen uitspreken.Petrus schreef:[..ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: ]47 ‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen?’
In hoofdstuk 11 moet Petrus op het matje komen bij de andere gelovigen, waaronder alle andere apostelen. Na zijn verhaal gedaan te hebben spreken ze uit:
Deze uitspraak is echt onmogelijk indien al die apostelen met eigen oren de zendingsopdracht in Mattheüs persoonlijk van Jezus hadden ontvangen.oa de andere apostelen schreef:[Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden:] ‘Dan geeft God dus ook de heidenen de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.’