Nogmaals een reactie die raakt aan mijn gedachten van het lezen van de citaten van LommelPeter van Velzen schreef:De denkfout is dat de net-nog-in-leven ervaring wordt gevormd tijdens die periode, waar zij – mijns inziens- pas gevormd kan worden als hiet een einde aan komt. Als – in elk geval – de hippocampus weer functioneert.
De eerste vraag, die bij mij opkomt is:
Wanneer vonden de belevenissen, die de patiënt vertelt, plaats?
Tijdens de beschreven periode dat de lichaamsfuncties uitgevallen waren of net erna, bij het zich herstellen ervan, maar er nog geen bewustzijn was?
Waarbij opgemerkt, dat veel van deze verschijnselen bekend zijn bij zuurstoftekorten.
Op het moment dat de belevenis wordt verteld, is de patiënt weer bij bewustzijn.
De ervaring is dan ook heel duidelijk een herinnering.
Hoe kan het, dat Lommel zich niet realiseert of het iig. niet meeneemt, dat door de patiënt niet gekend kan worden wanneer die belevenis precies plaatsvond?
Maar wel door hem, daar ook hij weet dat beleven en ervaren van dingen slechts kunnen bij hersenactiviteit, ook in het onderbewustzijn.
Waarom ontkent hij dit door te suggereren van een mogelijkheid van bewustzijn zonder hersenactiviteit, zolang er deze verklaring is?
Ik kan alleen maar concluderen dat ook wetenschappers het soms moeilijk hebben met een irrationeel geloof, wat hen tot onwetenschappelijke gedachten kan brengen.