Nic schreef: ↑19 apr 2024 13:14
Ik vind het juist van belang om de wonderverhalen te laten staan. Zo zijn ze n.l. door de schrijver (die is n.l. aan het woord) bedoeld.
Het precies lezen van een wonderverhaal geeft m.i. zicht op wat het wonder is dat plaatsvindt.
Zo gaan de blinden zien en zijn de zienden blind.
N.B. het eerste nemen we dan letterlijk en het tweede figuurlijk en dat in dezelfde zin? Dat lijkt me een vreemde uitlegmethode.
Paulus spreekt over wonderen en tekenen en in zijn brief 2 Korinthiërs 12:12: ''De merktekenen van een apostel zijn onder u betoond in alle lijdzaamheid, met tekenen (σημείοις), en wonderen (τέρασιν), en krachten (δυνάμεσιν)''. Eveneens in zijn Romeinenbrief 15:19 verwijst Paulus letterlijk naar zijn tekenen en wonderdaden en in Handelingen 28:8 geneest Paulus iemand met dysenterie:
En het gebeurde dat de vader van Publius met koorts en dysenterie in bed lag en Paulus naar hem toe ging, en toen hij gebeden had, legde hij de handen op hem en maakte hem beter. Letterlijk en heel fysiek. In Handelingen 14:10 geneest Paulus iemand die vanaf zijn geboorte kreupel was voor de ogen van de mensen en in Handelingen 13:11-12 maakt Paulus een rotzak tijdelijk blind:
En zie nu, de hand van de Heer is tegen je en je zult blind zijn en de zon voor een tijd niet zien. En meteen viel op hem donkerheid en duisternis, en rondom lopend zocht hij hen die hem met de hand zouden leiden. Toen de stadhouder zag wat er plaatsgevonden had, geloofde hij''. Letterlijk en heel fysiek. In Handelingen 16:18 drijft een geest uit:
Maar Paulus keerde zich ontevreden om en zei tot de geest: ''Ik beveel je in de Naam van Jezus Christus dat jij van haar uitgaat'', en hij ging hetzelfde uur uit. In Handelingen 19:11-12 geneest hij door de ongewone kracht van God:
En God deed ongewone krachten door de handen van Paulus, zo ook dat ook van zijn lichaam gedragen zweetdoeken of gordeldoeken op de zieken gedragen werden en dat de ziekten van hen weken en de boze geesten van hen uitvoeren. Handen, zweetdoeken,... heel fysiek.
Allemaal slechts figuurlijk bedoeld? Dan heb je aanzienlijk meer geloof nodig dan iemand die deze zaken historisch leest. Wat is dan de symbolische betekenis van de uitdrijving in de synagoge te Kafarnaüm, de symbolische betekenis van de genezing van Petrus' schoonmoeder, de symbolische betekenis van de genezing van zieken en uitdrijving van boze geesten bij zonsondergang, de symbolische betekenis van de reiniging van een melaatse, de symbolische betekenis van de genezing van een lamme te Kafarnaüm, de symbolische betekenis van de genezing van een man met een verschrompelde hand, de symbolische betekenis van de opwekking van een jongeman te Naïn, de symbolische betekenis van de uitdrijving bij de blinde en stomme man, de symbolische betekenis van de uitdrijving van een boze geest bij de bezetene van Gerasa, de symbolische betekenis van de genezing van een bloedende vrouw, de symbolische betekenis van de genezing van twee blinde mannen in Galilea, de symbolische betekenis van de uitdrijving bij een stomme, de symbolische betekenis van de genezing van een lamme te Bethesda, de symbolische betekenis van de genezing van een zieke vrouw, de symbolische betekenis van de genezing te Gennesaret, de symbolische betekenis van de genezing van de dochter van de Kanaanitische, de symbolische betekenis van de genezing van de doofstomme van Dekapolis, de symbolische betekenis van de genezing van de blinde man te Betsaïda, de symbolische betekenis van de uitdrijving van een boze geest bij een jongen, de symbolische betekenis van de genezing van een man met waterzucht, de symbolische betekenis van de genezing van tien melaatsen, de symbolische betekenis van de genezing van een blindgeborene, de symbolische betekenis van de genezing van de blinde Bartimeüs bij Jericho, de symbolische betekenis van de genezing van het oor van Malchus, de symbolische betekenis van Paulus die iemand met dysenterie geneest, de symbolische betekenis van Paulus die iemand die vanaf zijn geboorte kreupel was voor de ogen van de mensen geneest, de symbolische betekenis van Paulus die iemand tijdelijk blind maakt en waardoor de stadhouder hem geloofde, de symbolische betekenis van de demon-uitdrijving door Paulus, de symbolische betekenis van het wonder van de zweetdoeken op de zieken, etc. Dat Paulus, de schrijver van Handelingen en de auteurs van de evangeliën uitgaan van wonderen, tekenen en genezingen, blijkt zonneklaar uit hun eigen woorden.
Men hield zelfs verschillende categorieën van wonderen aan: wonderen verricht door bovennatuurlijke kracht (τέρατα), wonderen als teken van een speciale missie of als gave (δύναμις) en wonderen die expliciet toegeschreven werden aan God (σημεῖα).
Legio oude joodse werken laten eveneens helder zien dat men deze gebeurtenissen historisch las -- ook het christelijke Testament, waar Jezus uitgaat van een zondvloed, de ark en het bestaan van Noach in Mattheüs 24: 37-39 en Lucas 17:26, terwijl hij in Mattheüs 23:35 en Lukas 11:51 het bestaan van Abel (de zoon van Adam en Eva) erkent. Ook het verhaal over Sodom en Gomorra lijkt men letterlijk en historisch te lezen en Jezus bevestigt de vernietiging van Sodom en Gomorra door een goddelijk oordeel, het bestaan van Lot en zijn vrouw, evenals het buitengewone verslag van de dood van Lots vrouw in Lukas 28:28-30, 32-33, terwijl Markus 12:26 Jezus' bevestiging vermeldt van van God die tot Mozes sprak vanuit een brandende braamstruik wanneer hij naar deze gebeurtenis verwijst bij het beantwoorden van de vraag van Sadduceeën over de opstanding. In Mattheüs 12:39-41 bevestigt Jezus het oudtestamentische verhaal van Jona en de vis, en dat Jona predikte in de stad Nineve, resulterend in het berouw van de mensen, wanneer hij de schriftgeleerden en Farizeeën aanspreekt die hem vragen om een teken te geven. Etc. Ook de oudste joodse geschriften gaan van een historische lezeing uit.
In die tijd geloofde men in wonderen. Er liepen relatief veel mensen rond die claimden wonderen te kunnen verrichten, zoals de reeds genoemde Apollonius van Tyana, Chonie HaMe'agel, Rabbi Chanina ben Dosa en anderen. Dat de christenen geloofden in een letterlijke opstanding uit de dood, valt eenvoudg aan te tonen aan de hand van de historische context. Duidelijker dan 1 Korinthiërs 15:13-20 valt het niet te krijgen:
1 Korinthiërs 15:13-20 schreef:En indien er geen opstanding van de doden is, zo is Christus ook niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is eveneens onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. En zo worden wij als valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft, Die Hij niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden. Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo bent u nog in uw zonden. Zo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijn. Indien wij alleen in dit leven op Christus hopen, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen. Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden van degenen die ontslapen zijn.
Jouw moderne lezing is geboren in een tijd die moet omgaan met het feit dat de wetenschap en historie tonen dat veel zaken simpelweg niet historisch zijn, maar welk commentaar uit die tijd ondersteunt jouw moderne lezing? De vroeg christelijke strijd tussen de verschillende visies ging juist vaak om de historische gebeurtenissen: wat had Jezus aan het kruis gezegd?, was Jezus reeds daadwerkelijk de verheven zoon van God tijdens de geboorte of werd hij dat pas bij de opstanding (zoals het Adoptionisme suggereerde)?, was Maria maagd (zoals het proto-orthodox christendom geloofde) of niet (zoals de Ebionieten suggereerden)?, werd Jozef daadwerkelijk de vader van Jezus genoemd of moest hij eigenlijk niet als zodanig worden geduid?, etc. Ook van vele andere tijdgenoten van Jezus werden historische wonderen geclaimd zonder enige aantoonbare metaforische intentie, zoals Apollonius van Tyana, Chonie HaMe'agel, Rabbi Chanina ben Dosa en zelfs keizer Vespasianus. Johannes Hyrkanus en Josefus zelf hadden volgens Josefus echte profetische gaven, etc. Dat is de historische context waaruit de christelijke werken zijn ontsprongen.
Wil je de verhalen lezen zoals de mens ze toendertijd las, dan betreft het zaken die volgens hen letterlijk plaats hadden gevonden. De metaforische lezing doet alsof de antieke schrijver moderne ideeën had.
Ik ben overigens wel benieuwd naar de Joodse uitleg van het Adam en Eva verhaal.
Wordt dit ergens gekoppeld aan het grotere verhaal van de TeNaCh?
De boom van kennis van goed en kwaad = Torah? En waarom mag je daarvan niet eten?
Eden ligt op de plek van Jeruzalem?
En buiten de tuin = ballingschap?
Misschien iets voor een ander draadje.