RobbertVeen schreef:dikkemick schreef:@Robbert
Nu je weer in de antwoordmodus terecht bent gekomen:
@Robbert
Wat wil God?
Dat alle mensen tot kennis van de waarheid komen, en erkennen dat Hij in deze wereld gekomen is in de persoon van de Zoon van God, Jezus Christus.
Dat antwoord kan niet juist zijn, want een feit is dat het christelijk geloof de gehele geschiedenis door tot op de dag van vandaag het merendeel van de mensheid nooit bereikt heeft. Indien men een God moet veronderstellen met een bepaalde wil voor de mensheid, dan komt men via studie en kennis van de geschiedenis uit op een God die dus bewijsbaar onverschillig is.
Deze redenering is dus net zo ondeugdelijk als het argument dat je ooit gebruikte ( zie
godsbewijs en geloof) dat het bestaan van God indirect af te leiden is uit de menselijke natuur en de aard van de schepping zelf. Je pikte hieruit de menselijke eigenschap van het liefhebben als een heenwijzer naar Gods karakter, terwijl het kenmerk van de natuur als geheel juist onverschilligheid ten aanzien van de moraal laat zien.
De aanbidding van God is inclusief de erkenning voor en het liefdevol en zorgzaam omgaan met de mens die in Zijn beeld geschapen is. Aanbidding is kennis en erkenning van God en de uitdrukking daarvan.
Wanneer je aanbidden van God gaat interpreteren als gelijk staand aan (erkenning voor) liefdevol en zorgzaam omgaan met de mens dan heb je God juist geëlimineerd. Dan aanbid je namelijk de mens.
Vervolgens denk je dat je het kunt hebben over 'kennis van God', maar er is geen enkele betrouwbare bron voor die kennis, tenzij alles wat zich in het universum voordoet als 'kennis van God' moeten bezien. Maar
daaruit volgt helemaal niet 'liefdevol en zorgzaam omgaan met de mens'. De natuur is zoals gezegd onverschillig.
Tenslotte laat je nog weten dat aanbidden de erkenning van God is, maar dat is alweer ernaast geschoten. Erkennen dat er een God is die alles geschapen heeft is nog helemaal geen reden voor het aanbidden van hem.
Het eigenlijke dilemma van de vraag negeer je: Waarom zou ik een God aanbidden die mij in een wereld met dodelijke gevaren, virussen, parasieten, pijn, ziekten en aftakeling gezet heeft? Moet een God aanbeden worden voor het feit dat hij goddelijke eigenschappen heeft? Hoe zou Hij ze
niet kunnen hebben? Heeft een God lof verdiend vanwege wat Hij allemaal kan? Hoe zou een God het
niet kunnen? Kortom, een God kent geen inspanningen, noch imperfecties, noch zwakheden. Er is dus helemaal geen enkele reden om hem te aanbidden voor iets wat Hij
verdient.
Geloof in God betekent dat je openstaat voor wat Gods Geest in onze geest te melden heeft. Het is de passende houding van het schepsel tegenover de schepper - onder de aanname DAT God de wereld geschapen heeft uiteraard.
Maar ieder mens staat open voor wat onze menselijke geest te melden heeft. Je haalt 'Gods Geest' als een konijn uit je goochelhoed alsof je die kan destilleren uit alles wat uit de menselijke geest voortkomt. Wat je in feite bedoelt is dat men zich zou moeten conformeren aan ideeën die een bepaalde religie heeft uitgeroepen tot afkomstig van Gods Geest. Dat de religie dit doet om meer macht te kunnen uitoefenen is evident, want deze ideeën kunnen zeer gemakkelijk zonder 'Gods Geest' door de menselijke geest bedacht worden.
Wat is het nut hiervan?
Dat is ook het "nut" ervan.
Het enige nut is de grotere invloed (macht) van je godsdienst.
Want zoals gezegd heeft de mens voor die ideeën Gods Geest niet nodig. Alles wat uit de menselijke geest tevoorschijn komt is de menselijke geest en niets ervan heeft een duidelijk stempel van goddelijke afkomst.
Dit 'nut' heeft alweer alles met de mens te maken, maar niets met God.
De schepping komt voort uit de wil van de schepper die een "tegenover" zoekt zodat Zijn liefde openbaar kan worden in een mensheid die zelfstandig en onafhankelijk van Hem bestaat en dus tot wederliefde in staat is.
Maar deze beweringen hebben geen enkele grond om op te staan. God zoekt helemaal geen 'tegenover'. Zoals je zelf even later opmerkt 'trekt Hij zich terug' en doet hij aan 'innerlijke zelfbeperking'. Dat is juist het tegendeel van liefde.
Het vreemde van het christelijk geloof is dat het een God verdedigt die liefde zou zijn, terwijl er helemaal geen God te bekennen is die iets met liefde te maken heeft.
En aan de andere kant de mensheid oproepen om de eigenschap van liefde in praktijk te brengen, terwijl dat juist een puur menselijke eigenschap is die overal in de menswereld te vinden is, geheel ongeacht het wereldbeeld dat mensen aanhangen.
Je godgeloof is dus volkomen irrelevant.
Had Hij de mens de beproeving niet kunnen besparen?
Ja, Hij had kunnen besluiten deze schepping alleen als gedachtenexperiment uit te voeren, maar dat is dan geen werkelijk "tegenover" dat zelfstandig en onafhankelijk (vrij) van God bestaan kan.
Er is in jouw geloof helemaal geen sprake van een God die 'werkelijk' tegenover ons mensen staat. Je God heeft geen ander fundament dan je eigen verbeelding.
God beperkt zichzelf in Zijn schepping, trekt zich terug om ruimte te maken voor deze zelfstandige werkelijkheid. God gaat zelf de tijd in, en stuurt dus wel naar de toekomst toe, maar is niet tijdloos in de zin dat alles is voorbeschikt. Het waagstuk van de schepping betekent een innerlijke zelfbeperking voor God.
Een God die voor verrassingen komt te staan heeft de titel 'God' verloren.
En...Waarom 100.000 jaar wachten alvorens Zijn zoon te sturen? En dan in een gebied waar ongeletterden in een woestijn leven?
Omdat Israel in haar geschiedenis er rijp voor was en 98% van de mensheid nog geboren moest worden daarna. Het is Bijbels gesproken de "volheid van de tijd" waarin Jezus is gekomen.
Waarom die 98% erbij gehaald? Het grootste gedeelte van die 98% heeft nooit van Jezus gehoord.
Waarom Jezus niet meteen als zoon van Adam naar de wereld gestuurd? Je kan je toch niet werkelijk verschuilen achter zo'n frase die Paulus bedacht heeft? wat is de redelijkheid ervan? Wat is überhaupt de redelijkheid van een communicatie van een God met
bepaalde uitverkoren mensen als je wil beweren dat Hij
alle mensen liefheeft
Directe vragen, dus ook directe (theologische) antwoorden.
Theologische antwoorden zijn ze inderdaad. Daarom hebben ze ook helemaal niets om het lijf en blijft alles tollen. De antwoorden slaan kant noch wal. Bij theologische redeneringen is helderheid van denken altijd ver te zoeken.