........en toen we abstract gingen denken, groeide ons angstbesef voor de absolute dood. Alles beter op deze aardkloot dan niets meer! De dood waar iedereen als de dood voor was. Aldus ontkiemde, uit angst geboren, het zoeken naar een troost voor die schier onvermijdelijke, na een paar dagen al stinkende, dood........... pas toen de hersenen dermate vergroot werden dat abstract denken mogelijk werd kwamen daarmee ook de vragen, waarop men, natuurlijk, geen antwoord had.
Alle oervolkeren en volksgroepen over de hele wereld hebben nu eenmaal angst voor de dood. Daarom gingen zij hun eigen beschermende en allesoverheersende goden bedenken en maken. God zij dank hebben we ook nog fantasie meegekregen in ons abstract denken. Ieder zijn eigen Godsbesef en aanbidding. Daar houden we kennelijk van! Daaromheen werden hun sages en kleurrijke verhalen gecreëerd en ontstonden de rituelen die voor de nuchtere goddeloze toeschouwer ter plaatse absurd lijken en ook zijn.
Ons Godbesef is volgens mij niets anders dan een troostrijke compensatie gedachte voor het meest onmenselijk te begrijpen van een zinloos bestaan in ons leven nadat we alles zo goed en mooi hebben weten op te lossen en tot stand hebben weten te brengen. Kán toch niet allemaal voor jou, aan je meedogenloze end, voor niets dan voor je erfgenamen geweest zijn? De doodstrijd lijkt mij zonder geloof in een God ook de zwaarste strijd van ons leven. De val in die onmetelijke afgrond op weg naar niets? God bewaar me dat!
Maar ik kan dan net zo goed blijmoedig uitkraaien, "Heerlijk om weer zorgeloos te zweven in het niets zoals het was in de eeuwen der eeuwen toen ik er nog niet was!"