Peter van Velzen schreef: ↑16 apr 2025 04:45
Jaloezie speelde een rol. Maar dat kwam waarschijnlijk niet door succes in wetenschap kunst of onderwijs.
Het was wel de oorzaak van de Punische oorlogen van Rome.
Punisch betekent Phoenicisch en de Phoeniciërs waren waarschijnlijk al onderdeel van het Israëlisch stammengenootschap ten tijden van de gebeurtenissen die worden beschreven in de bijbelboeken Joshua en Richteren. (Zij vormden wellicht de stammen Aser en Dan)
zowel Phoeniciërs als Joden werden toen reeds van rituele kindermoord verdacht, en daar is in de bijbel nog een en ander van terug te zien (Abraham zou zijn zoon willen offeren en Jefta zou zijn dochter hebben geslacht).
Jaloezie op succes van Joden in bijvoorbeeld handel, materieel succes, kennis en scholing, invloed in cultuur, wetenschap en economie, geldlening en wetenschap, etc., wordt vaak genoemd als een factor in het antisemitisme, zeker in Europa vanaf de middeleeuwen. Maar het is zeker niet de enige: religieuze motieven, sociaal-politieke zondebokmechanismen, en economische belangen speelden allemaal een rol.
Je impliceert - net als ik - dat jaloezie een oorzaak was, maar noemt vervolgens geen duidelijke reden voor die jaloezie. In plaats daarvan maak je een sprong naar de Punische oorlogen, die historisch gezien helemaal niet voortkwamen uit jaloezie, maar uit strategische rivaliteit tussen Rome en Carthago over handelsroutes en territorium, militaire expansie van beide machten en uiteindelijk een strijd om hegemonie in het westelijke Middellandse Zeegebied. Hannibal was een geniale Punische generaal die successen had tegen de Romeinen alvorens te worden verslagen, maar er is geen serieuze geschiedkundige die zegt dat de Punische oorlogen voortkwamen uit jaloezie.
In de middeleeuwen werden de restricties ingevoerd door de christenlijke of islamitsche meerderheid. Vaak op grond van de bijbel, waarin de "jood" Judas Iskariot als verrader wordt afgeschilderd, of op grond van de latere versen van de Koran.
Je zou zelfs kunnen stellen dat het vroege heidense christendom juist jaloers was op de unieke band die Joden met God hadden als "uitverkoren volk". Tegen de tijd dat Paulus zijn brieven schreef, was het christendom grotendeels heidens geworden, vooral in de gebieden rond de Middellandse Zee, zoals Griekenland en Klein-Azië, het huidige Turkije. Die jaloezie leidde tot het idee dat de kerk "het nieuwe Israël" was, oftewel vervangingsdenken. Jehoedah (Judas) werd daarbij het symbool van het "verraad" van de Joden, zodat het christendom zich als erfgenaam van Gods gunst kon positioneren.
zowel Phoeniciërs als Joden werden toen reeds van rituele kindermoord verdacht...
Wat betreft de doodstraf, hadden in de Middeleeuwen de Joodse gemeenschappen al eigen gerechtshoven en deden de Joden niet meer aan de doodstraf. Reeds in de eerste eeuw zegt de Talmoed over de doodstraf:
Talmoed, tractaat Makkot 7a schreef:
Het Sanhedrien dat eens in de zeven jaar een doodvonnis uitspreekt, wordt als een moorddadig Sanhedrien beschouwd. Rabbi Akiva zegt: 'Als er in het Sanhedrien Rabbi Akiva en zijn leerlingen zouden zitten, zou er helemaal geen doodstraf meer worden uitgevoerd.'
הסנהדרין שיש בו להרוג אחד בשבע שנים, רוצח הוא. רבי עקיבא אומר: אם היו סמוך לסנהדרין רבי עקיבא וחבריו, לא היו הורגים
En al vanaf 135 totaan vandaag de dag hebben Joodse gerechtshoven niet meer de doodstraf uitgevoerd, op de executie van Eichman na, in tegenstelling tot de westerse landen waar er nog branstapels waren tot aan de 17de eeuw en waar vele Joden de dood vonden. Echter, ondanks de grote vervolgingen bleven de Joden toen zeer succesvol met filosofen als bijvoorbeeld Maimonides en Spinoza, wetenschappers als Gersonides en ibn Ezra, grammatici als Rasji en Nachmanides, schrijvers en dichters als Salomon Maimon en Ibn Gabirol, rechtsgeleerden als Joseph Caro en Isaac Luria, prominente experts uit de financiële sector als Don Isaac Abravanel en Jacob ben Joseph, staatsmannen en diplomaten als Joseph Nasi en Menasseh ben Israel, etc.
Vergelijk het met de Palestijnen, want er zijn ongeveer evenveel Joden als Palestijnen wereldwijd: rond de 15 miljoen. Van hen heeft alleen Jasser Arafat de nobelprijs gewonnen terwijl er honderden Joodse Nobelprijswinnaars zijn, in de Fysica, Scheikunde, Economie, Literatuur, Geneeskunde etc. Waarom zou ik daar niet trots op zijn? In vergelijking: de Palestijnen zijn nog bezig met de doodstraf voor onder andere homoseksualiteit.
Je zit er historisch wat naast, want de Dreyfuss affaire speelde zich vóór de eerste "wereldoorlog" af. De ontwikkelingen ware ongeveer dezelfde als in de middeleeuwen, maar de gevolgen bleken in WOII veel omvangrijker.
Heb de Dreyfuss affaire niet gedateerd, maar als voorbeeld gegeven van antisemitisme in Frankrijk, omdat zijn hoge rang daar niet werd geaccepteerd in een antisemitisch klimaat. Kapitein Alfred Dreyfus, een Joodse officier in het Franse leger, werd in 1894 ten onrechte beschuldigd van spionage en zijn vervolging werd gedreven door diepgeworteld antisemitisme, vooral binnen het leger en conservatieve kringen die moeite hadden met de emancipatie van Joden. Zijn onschuld werd pas jaren later erkend.
In het Duitsland na WOI werden Joden als zondebok gezien voor de nederlaag en economische chaos, juist omdat velen relatief succesvol waren in zaken en banken, terwijl de meeste Duitsers een steeds zwaarder leven kregen. Na de nederlaag in WOI het Verdrag van Versailles, en de hyperinflatie in de jaren '20, zochten veel Duitsers een schuldige. Joden, die relatief succesvol waren in bijvoorbeeld de bankwereld, als ondernemers, etc., werden als symbool van "binnenlandse verraders" neergezet. De nazi's gebruikten dat beeld actief in hun propaganda.
In Wenen wekten Joodse intellectuelen en kunstenaars jaloezie op bij de burgerlijke elite die vreesde voor sociale verdringing. Aan het einde van de negentiende eeuw was Wenen een cultureel centrum waar veel Joodse denkers, schrijvers en kunstenaars actief waren, zoals Freud, Mahler, Schnitzler, etc. De conservatieve en katholieke burgerij voelde zich bedreigd door deze modernistische en vaak liberale intellectuelen en deze culturele jaloezie droeg bij aan het antisemitisme in Oostenrijk.
In Polen leidde het succes van Joodse winkeliers tot boycots, straatgeweld en oproepen om "bij Polen te kopen". Tussen de wereldoorlogen had Polen een grote Joodse minderheid - 10% van de bevolking -, actief in handel, ambachten en markten. Nationalistische en katholieke bewegingen riepen op tot boycots, soms met geweld, met ondermeer slogans als "Kupuj u Polaka": "
Koop bij een Pool".
In Roemenië en Hongarije beperkten universiteiten het aantal Joodse studenten uit angst dat ze de christelijke elite overvleugelden. Daar werden in de jaren ’20 quota - numerus clausus - ingevoerd om het aantal Joodse studenten aan universiteiten te beperken met als motivatie de vrees voor dominantie van Joden in de elite -- een combinatie van jaloezie en structureel antisemitisme.
De nazi-propaganda beeldde de Jood af als rijke samenzweerder, juist omdat Joodse invloed in cultuur en economie als bedreigend werd ervaren. In Nederland tijdens WO2 werkten sommigen mee aan de Jodenvervolging uit eigenbelang, om Joodse huizen en zaken over te nemen. De nazi’s combineerden tegenstrijdige beelden: de "rijke bankier-Jood" én de "communistische Jood" als gezamenlijke vijand en stelden Joden voor als een soort internationale elite die Duitsland ondermijnde -- een beeld dat inspeelde op jaloezie én angst.
De rest van jouw betoog is grotendeels verheerlijking van de staat Israël. Mus uitte in een melding het vermoeden dat je - in de laatste alinea ook geweld verheerlijkte. (...) Ik zie slechts verheerlijking van een Staat, Dat heb jij weliswaar gemeen met fascisten en soortgelijke politici, maar in tegenstelling tot hen verheerlijk jij niet de grote leider (Netanyahu) Ik heb de melding daarom gesloten.
Noch Israel, noch geweld wordt door mij verheerlijkt. Het betoog betrof dat antisemitisme deels voorkomt uit jaloezie en dat er legio redenen bestaan en bestonden om jaloers te zijn en te zijn geweest.
Wat betreft de oorlogen die Israel sinds zijn oprichting heeft gevoerd, zoals de Onafhankelijkheidsoorlog, de Zesdaagse Oorlog, de Jom Kipoeroorlog, en ook latere conflicten: deze worden wereldwijd hoog gewaardeerd door militaire strategen en historici. Ze worden niet alleen gezien als indrukwekkende militaire prestaties, maar ook als leerboekenvoorbeelden van innovatie, mobilisatie en asymmetrisch voordeel.
Ben wel erg trots op zowel Israel, Nederland als Spanje, maar dat is geen verheerlijking. Israel is een land dat onder enorme druk en bedreiging keer op keer heeft bewezen veerkrachtig en innovatief te zijn. Bijna vanuit niets werd een moderne staat opgebouwd, door mensen die net uit oorlogen, vervolging en ontheemding kwamen, en is nu reeds wereldleider in technologie, landbouwinnovatie, medische vooruitgang en cyberbeveiliging. Ondanks voortdurende oorlogen, conflicten en spanningen heeft het land een bloeiende democratie in stand gehouden, met vrije pers die ook tegen de regering ageert, onafhankelijke rechtspraak die ook tegen de president wordt ingezet, en een levendig politiek debat.
Nederland heeft een indrukwekkende geschiedenis van vrijheid, tolerantie, vooruitstrevend denken en was een van de eerste landen met religieuze vrijheid, homohuwelijk en euthanasiewetgeving. De strijd tegen het water toont niet alleen vindingrijkheid, maar ook volharding: eeuwenlang wisten de Nederlanders land te winnen op de zee en zichzelf te beschermen tegen overstromingen. Internationaal staat Nederland bekend als nuchter, betrouwbaar, betrokken en het heeft een lange traditie van diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast heeft het een aantal grote kunstenaars voortgebracht.
Spanje is een land met een ongelooflijk rijke cultuur, geschiedenis en levensstijl. Van de indrukwekkende erfenis van Al-Andalus en de kathedralen van Sevilla, Toledo, Barcelona, etc., tot de Gouden Eeuw van kunst en literatuur met namen als Velázquez, Cervantes en Goya. Spanje heeft eveneens wereldberoemde moderne kunstenaars voortgebracht, zoals Picasso, Dalí en Gaudí. Ben trots op de Spaanse regionale diversiteit met sterke, levendige culturen in bijvoorbeeld Catalonië, Baskenland en Andalusië (waar ik woon) en weet dat te combineren met een nationale identiteit. De Spaanse keuken, muziek - hier in Andalucia vooral de flamenco!-, enorme gastvrijheid, grote levensvreugde en het zonnige klimaat maken het tot een van de meest geliefde landen ter wereld voor toeristen. En laten we niet vergeten dat Spanje na een zware dictatuur de democratie wist te vestigen en behouden -– een prestatie op zich.
Geen van deze landen vereer ik en heb zelfs kritiek op elk van hen, maar ik zet er wel het nodige tegenover als ze aangevallen worden.
De moordpartij op 7 oktober had - mijns inziens - weinig met jaloezie te maken, maar alles met een poging tot wraak.
Ik vermoed dat het grotendeels indoctrinatie betrof.