Aton schreef:ChaimNimsky schreef:
Maar met J'hosjoe’a (יְהוֹשֻֽׁעַ) wordt deze norm veranderd en wordt de Griekse "Ιω" vervangen door "Ἰη". Hier wordt i.p.v. Iosoeas (Ἰoσοῦας) de naam van Jezus uit het Griekse Nieuwe Testament gebruikt: Ἰησοῦς. Daarmee wordt in de LXX klaarblijkelijk de suggestie gewekt dat de Oud-Testamentische J'hosjoe'a verwijst naar de Nieuw-Testamentische Jezus (Iēsous) i.p.v. andersom. M.i. interessant.
Kijk, daar hebben we wat aan.
Wat precies heb je daaraan? (behalve dat je nu eindelijk leert de Engelse letter Y met een Nederlandse J te schrijven)?
Volgens mij berust deze transliteratie hierop
J De Jod wordt een I(ota) in het Grieks, omdat ze geen j hebben.
e De e wordt een ē
h De h valt weg, want die heeft het Grieks niet in het midden van een woord
o De o valt weg omdat een o niet op een e kan volgen in het Grieks
sh De shin wordt een s
w De waw wordt οῦ
a Het Grieks heeft liever geen a op het eind, maar een s voor de nominatief
In het Latijn werd het Griekse Iēsous geschreven als Iesus. Deze transliteratie was de basis voor zowel de Engelse King James als een oud Nederlandse Delftse bijbel (1477). Later werd in beide talen besloten dat zowel de Latijnse I als de Hebreeuwse J allebei met een J geschreven zou worden (De J werd in het oud-engels uitgesproken als de Nederlandse J). Weer later hebben de Engelsen die de oorspronkelijke uitspraak willen eerbiedigen besloten de Y te schrijven daar waar een woord met een "j" uitgesproken dient te worden, aangezien de J in
modern Engels uitgesproken wordt als [dʒ] en de klank [j] in het Engels geschreven wordt met de letter Y.