Kies de minister president.
Op 1 februari duurde de (in)formatie van het nieuwe kabinet reeds 71 dagen, en het belooft daarmee een van de langere te worden. Daardoor wordt het land bestuurt door een demissionair kabinet en als men na lang onderhandelen er toch uit komt, hebben sommige partijen ongetwijfeld veel van de standpunten waarmee ze kiezers voor hun partij hebben gewonnen, reeds moeten inleveren. Eigenlijk allebei zéér ongewenst.
Ik heb daarom een voorkeur voor een grotere scheiding van de wetgevende en de uitvoerende macht zoals in de
trias politica van Montesquieu en stel voor dat gelijk met de 2e kamer verkiezingen ook een minister president wordt gekozen, die gelijk met het aantreden van de nieuwe kamer kan beginnen met - naar eigen inzicht een nieuw kabinet samen te stellen. Zou dat dit jaar gebeurd zijn, dan waren we op 24 november al verder geweest dan nu! Bovendien hoeft geen enkele partij haar standpunten te verloochenen.
Uiteraard is zo’n kabinet een buitenparlementair kabinet, ook al zouden alle bewindslieden tot de nieuw gekozen kamer hebben behoort.
Ondanks dat het parlement niet beslist over de samenstelling kan zij, middels een motie van wantrouwen een van de leden van dat kabinet wegstemmen. De minister president is dan verantwoordelijk voor een tijdelijke vervanger (een andere minister of staatssecretaris) en een nieuw te vinden en meer voor de kamer acceptabel bewindslid. Als echter de minister-president zelf wordt weggestemd, dan moet tegelijkertijd in de betreffende motie een tijdelijke vervanger worden benoemd, die direct nieuwe verkiezingen moet uitschrijven en het demissionaire kabinet moet leiden. Laat de motie dat na, dan kiezen de overige kabinetsleden nog de eerstvolgende dag, uit hun midden een tijdelijke voorzitter. Dus geen 7 maanden lang een gevallen kabinet onder de oude minister-president, maar direct een andere tijdelijke minister-president en tegelijk met de nieuwe kamer, een nieuwe minister-president. De overige bewindslieden kunnen aanblijven totdat een nieuw lid is benoemt op hun post. Als men de indeling van departementen en de functies van de staatssecretarissen wil veranderen, moet dat nog wel expliciet door de 2e kamer worden goedgekeurd. Een en ander is ongeacht eventuele veranderingen in de manier waarop de 2e kamer wordt samengesteld en of men al dan niet de 1e kamer afschaft.
Mijn geprefereerde wijze om de minister-president te kiezen is een aangepaste versie van
“Bucklin voting”. Volgens veel systemen (zoals in Frankrijk) moet men soms drie keer stemmen (1x met alle, dan met 3 en tenslotte met 2 kandidaten). Met
“rank choice voting” kan men dit proces versnellen, door de kiezer de kandidaten in volgorde te laten zetten, waarbij - als niemand een meerderheid heeft, telkens de kandidaat met de minste stemmen af te laten vallen, en die stemmen te vervangen door stemmen voor de kandidaten die door de kiezers van die kandidaat als volgende keuze was gerangschikt. Dat is in feite een ingewikkeld proces, want men moet doorlopend kijken wie er afvalt en wie er (per kiezer!) voor in de plaats komt. Bovendien kunnen kandidaten met meer dan 1/3 van de stemmen niet eerder afvallen dan in de laatste ronde, ook al worden ze door de meeste kiezers op de laatste plek gezet.
De situatie die ik tracht te vermijden is bijvoorbeeld die waarin 34% van de kiezers op 1 kandidaat A, op 2 kandidaat C, op 3 kandidaat D en op 4 kandidaat B zet. Terwijl ook 34% van de kiezers op 1 kandidaat B, op 1 kandidaat C op 2 kandidaat D op 3 en kandidaat A op 4 zet. Tot slot zet 33% van de kiezers op 1 kandidaat C , op 2 kandidaat D, en op 3 of 4 kandidaat A en kandidaat B. Bij rank choice voting wint dan óf kandidaat A, of kandidaat B, ondanks dat 67% van de kiezers ze op plaats 3 of 4 had gezet. Bij Bucklin voting loopt het anders:
Na de 1e ronde is de tussenstand A 34%, B 34% en C 33.
Na de 2e ronde is de stand A 34%, B 34% en C 100%
Bij Bucklin voting telt men namelijk simpelweg alle 1e plaatsen per kandidaat op en als dat iemand oplevert die 50% of meer van de stemmen krijgt, is men klaar, Is die er niet is dan telt men per kandidaat het aantal 2e plaatsen er bij en als dat een of méér(want dat kan dan) kandidaten oplevert met 50% of meer van de stemen, dan wordt het de kandidaat die de meeste 1e en 2e plaatsen kreeg toegekend. Zo niet dan telt men het aantal 3e plaatsen erbij etcetera. Zo vindt men altijd een winnaar, maar voorkomt dat die winnaar een van de kandidaten wordt die door de meeste kiezers als minst geschikte(n) waren gerangschikt.
Om het de kiezer makkelijker te maken, kan men hem desgewenst in de gelegenheid stellen om alleen een of meer van de hoogste plaatsen (1, 2, etc.) te laten invullen of alleen een of meer van de laatste (9, 8, 7 etc.) of beiden en aan alle niet gerangschikte kandidaten automatisch een gemiddeld plaatscijfer toe te kennen (bijvoorbeeld (3+4+5+6)/4 = 4,5). Tussen díe kandidaten kon de kiezer blijkbaar niet kiezen. Dit betekent wel dat er dus meer rangnummers kunnen zijn dan kandidaten, maar het systeem blijft in wezen hetzelfde; Dan dus: rang 1, dan rang 1,5 dan rang 2, dan rang 2,5 etc.
Het verschil met de bestaande versie is, dat men óf het invullen van alle rangnummers verplicht stelt, óf de niet gerangschikte kandidaten een gemiddeld rangnummer geeft, zodat als men alle rangen van een kandidaat bij elkaar telt, men altijd op 100% van de stemmen uitkomt.