Ik zal niet zeggen dat god de invulling van mijn idealen is, want dat weet ik niet. Ik weet alleen dat ik idealen heb, dat ik o.a. voor alles wat ik waarneem een verklaring zoek, of ik nu wil of niet. Ik beleef dat niet als machtsstreven maar als nieuwsgierigheid, een zucht naar steeds dieper gaande verwondering en dan genieten van wat ik weer heb ontdekt. En de hoogtepunten lijken de momenten dat ik zeg: "Hoe b·e·s·t·á·á·t het"! En dat is niets anders dan een vraag.
Je bent een modern mens, en daarom is 'God' niet meer van toepassing meer op je idealen. Een modern mens ziet in dat idealen enkel en alleen tot het menszijn behoren.
In vroeger tijden verbond men echter
alle idealen aan God. Het was de eenvoudigste menselijke oplossing om iets
absoluut boven kritiek te stellen, het volledig immuun te maken voor twijfel en vraagstellingen. Dit was noodzakelijk omdat onze idealen 'heilig' zijn, de mens er
letterlijk van leeft en die idealen dus onherroepelijk nodig heeft en ze voor ons gevoel dus waar
moeten zijn.
De idealen van de mens zijn synoniem voor 'de wil tot macht'. Je formuleert het alleen in andere bewoordingen, omdat onze cultuur (via christelijk geloof) je aangeleerd heeft een vies gevoel te krijgen wanneer je woorden als 'wil tot macht', 'machtswellust', 'egoïsme', 'zelfzuchtig' hoort. Het is echter eenvoudig een spel met de taal dat de mens speelt. Het woord 'idealen' klinkt voor ons gevoel mooier dan 'wil tot macht'.
Maar:
'Zucht naar steeds dieper verwondering' = wil tot macht
nieuwsgierigheid = wil tot menselijke macht
genieten van wat ik weer heb ontdekt = wil tot macht
Ook het christelijke denken -dat zich ogenschijnlijk verzet tegen 'wil tot macht' is in de praktijk juist het tegendeel: het streeft op allerlei manieren juist naar de absolute macht, iets wat je ook net hierboven opmerkt. Je noemt het 'goed bedoeld, maar primitief gepruts', maar waarschijnlijk is het juist het tegenovergestelde (getuige de eeuwenlange glorietocht van de openbaringsgeloven): een uiterst slimme manier die
de zwaksten , de machtslozen in de maatschappij, hebben uitgevonden om de maatschappelijk
sterksten de baas te kunnen zijn. Op individueel niveau, de slimme manier waarop iemand die zich 'verloren, depressief, machteloos, wees' voelt op aarde om te turnen tot 'overwinnaar', 'levenskracht'.
De natuurwetten als personificatie van die god? Moeten we misschien eens ophouden met personifiëren? Tenzij we er weer een authentieke mythe van maken. Maar… dat zijn we al zó lang ontwend! Kijk maar in van Dale.
Ik begin er steeds meer toe over te hellen dat we van het hele woord 'God' af moeten. God behoort onafscheidelijk bij de mythe. We moeten hem daar voor eens en altijd gewoon achter laten. Het is een woord dat zijn betekenis heeft in eeuwenlange traditie van de boekgodsdienst, en er niet van gescheiden kan worden. Sinds de aftakeling van die traditionele denkbeelden die hiertoe behoren, is het steeds opgevuld met een nieuwe manier van kijken tegen het 'godsbegrip'. Men steekt 'God' voortdurend in een nieuw jasje, met nieuwe stropdas. Maar ik begin het eens te worden met hen (bijv. Richard Dawkins) die zeggen dat het alleen maar verwarring schept wanneer een Spinoza of een Einstein of een de Chardin het steeds over 'God' heeft, maar mijlenver van het begrip staat dat het voor jan-en-alleman heeft. Wellicht is dit blijvend gebruik van het woord 'God' door zulke verlichte mensen er juist
oorzaak voor dat de traditionele godsdiensten nog steeds levenskrachtig zijn; de waan van de traditionele godsdiensten wordt niet grondig genoeg doorgeprikt voor het besef van de doorsnee gelovige.
Je schreef:Het afsterven van de traditionele godsdienst is (in westerse landen) om die reden al een proces van meer dan 400 jaar. De laatste 150 jaar zit het proces in een stroomversnelling, de laatste 50 jaar gaat het razendsnel.
Ja, de traditionele godsdiensten lijken het loodje te leggen. Brengt een massa ellende met zich mee, maar alla! Tegelijkertijd is er een reveil van allerhande ‘zweverige’, ‘vage’, ‘theosofische’, ‘esoterische’, ‘gnostische’ (geef ze een naam) bewegingen. Volgens mij ben ik niet de enige die denkt dat te mogen vaststellen. Ik weet niet eens of ik dat moet toejuichen of moet betreuren. Maar het lijkt verdorie wel in ’s mensen genen te zitten en dan zou het door de natuur bepaald zijn. Kom er maar eens uit!
Ik denk dat we eruit kunnen komen.
De enige oplossing is dat rationele, wetenschappelijk denkende mensen eindelijk uit hun slaap wakker worden en de dingen gaan zeggen zoals ze zijn: het is óf wetenschap, óf duisternis. Het is óf wetenschap óf religie. Onze cultuur heeft vanwege diep bedroevende geloofsoorlogen móeten leren elkaar met tolerantie te behandelen. We hebben geleerd dat dit een deugd is. Maar tezelfdertijd heeft dit ervoor gezorgd dat welke idioterie dan ook serieus genomen moet worden. Wetenschappers hebben in de regel slechts een glimlachje laten zien bij het zien van deze zaken, maar dit is een foutieve houding: zij
beleert niet, maar geeft het absurde vanwege zwijgen en tolereren juist krediet; zoiets als van 'nou ja, zó kun je er óók over denken. Men kan er namelijk eenvoudig
niet anders over denken dan zo de wetenschap denkt.
De houding van het zwijgen en stil glimlachen was tot nu toe begrijpelijk, want men leefde met het idee dat de irrationaliteit vanzelf wel zal verdwijnen, aangezien iedere volgende generatie iets beter is opgeleid. Maar nu zitten we na zoveel jaren van tolerantie in een situatie dat veel absurd denken zelfs gesubsidieerd wordt door de staat, dwz hele absurde opleidingen volledig erkend zijn als een alternatieve wijze van zinnig denken. Hetzelfde geldt voor de media. Wanneer men opmerkt dat 'het publiek' geïnteresseerd is in engelen, geesten en uittredingen, wel, dan maken we toch die films of boeken voor ze, en wel zó realistisch dat ze er na afloop helemaal van overtuigd zijn dat het werkelijkheid is. Veel mensen kunnen daarom niet meer het absurde ontmaskeren.
Goed… ik ‘weet’ het dus niet. Ik heb bijna alleen maar vragen. Op mijn manier ben ik een niet-weter of een agnost. En dat vind ik niet erg en ik voel me niet achterlijk of ongelukkig. Ook niet ‘vroom’ of iets dergelijks. Gewoon: een mens zoals alle mensen met ideeën en verlangens, die ik ‘gewoon’ want ‘menselijk’ vind.
Of moet ik nu ergens in 'integreren'?
Nu ja, ik 'weet' het ook niet zo precies. Heb je voor mij ook nog zo'n avatar als die van jezelf? Misschien van een viking die maar naar de verte tuurt en er niet wijs uit wordt. Wanneer hij eindelijk aankomt noemt hij het notabene GROENland, en wanneer hij weer terugkeert naar een plaats waar inderdaad nog wel af en toe wat groens te zien valt noemt hij het IJSland...Ik maak zelf de hele tijd een reis die me verder brengt, mijn denken brengt me steeds naar nieuwe landschappen. Wacht eens even, ik zal eens op het internet opzoeken waar ik uiteindelijk terechtkom...Ja hoor, Rereformed heeft eindelijk zijn avatar gevonden!
Tot nu toe heb ik me wel geheel van het christelijk geloof afgewend, maar bleef ik altijd een hengeltje uitwerpen naar 'het goddelijke', 'volwassen religie'. Ik bleef spelen met het woordje 'God'. En ik denk dat het kwartje op dit moment begint te vallen: er is geen andere weg voor iemand die denkt in moderne tijden, dan volledig op te houden te spelen met het woord 'God'. Ik begin een radikale atheïst te worden. Maar mijn reis is lang; ik begon als fundamentalistisch christen. Ik kan eigenlijk iedereen begrijpen, waar hij ook zit op de lijn van het denken over het bestaan. We zijn allemaal 'gewoon' mensen, behept met al het menselijke. Mijn reis voelt aan alsof ik telkens wanneer ik het in mezelf opmerk het 'al te menselijke' gedag wil zeggen. En toch blijf je maar steeds een 'al te menselijk' mens.
Groeten.
Rereformed