Peter van Velzen schreef:
Dat weten we wel. De persoon in kwestie houdt op te functioneren, en houdt daarmee in feite op een persoon te zijn. Er is nog slechts een lijk. Dat lijkt wordt begraven of gecremeerd. Zij die de persoon in kwestie liefhadden, proberen aanwezig te zijn, om elkaar te laten weten dat we met elkaar meevoelen. Daarbij proberen we de positieve kanten van de overledene nog eens te benadrukken, want dat zijn de dingen die we zullen gaan missen.
De persoon in kwestie zelf is niet meer, en met die persoon gebeurt verder dus niets meer. Zijn of haar herinneringen zijn voorgoed onbereikbaar geworden. Zijn of haar zintuigen leiden niet langer tot hersenactiviteiten. Niets. . . . .
Dat neemt niet weg dat wij die persoon missen. Het lijkt net of het lijk een lege huls is, waarin niets essentieels meer aanwezig is. Dat is in feite ook zo.
Dat ben ik wat betreft het fysieke bestaan in deze wereld, met je eens.
De essentie van de mens is zijn interactie met zijn medemensen, en die is na de dood voorgoed verdwenen. Maar zij is nergens heen gegaan. Ze is opgehouden te bestaan. Alleen in onze herinnering leeft zij nog voort.
Dat ben ik dan weer niet met je eens. De essentie van een mens komt niet slecht voort uit de interactie met anderen. De mens heeft een intrinsieke waarde. Hij of zij is een persoon, iets unieks. Voor de geboorte nimmer binnen het universum geweest en na de dood nimmer meer aanwezig. Ieder mens is een onvervangbaar individu. Een mens op een onbewoond eiland, zonder mogelijkheid tot interactie met anderen, blijft immers nog steeds die persoon.
De menselijke herinnering aan zo'n uniek persoon is een ontoereikende vervanging van het persoon zelf en magere troost. De herinnering bestaat misschien nog even, maar vervliegt met de volgende generaties. Er blijft uiteindelijk niets over. Dat er atomen achterblijven of (verwaterend) DNA, verandert daar niets aan. Dit heeft niets meer aan het individu te bieden.
Zonder het bestaan van God, is dit het lot van een ieder van ons.
Voor wie wel in God geloven, heeft de dood een wezenlijk ander uitzicht.
Sta me toe om weer te geven wat de bijbel hierover zegt:
De ziel (of beter gezegd de geest) is geen geheimzinnig substantie dat ergens in het lichaam verstopt zit, maar is de essentie van het individu (de persoon) die door God volkomen gekend is. God kent ieder individu en formeert een nieuw lichaam waar het individu na de dood in voortleeft.
Ons huidige lichaam is een eerste, maar tijdelijke verblijfplaats, van ons als individu. In de bijbel wordt het huidige lichaam vergeleken met een tarwekorrel. De korrel gaat (noodzakelijkerwijs) dood en verdwijnt, maar de plant groeit er later uit voort. De essentie van de tarwekorrel wordt teruggevonden in de plant, ook als is de tarwekorrel zelf verdwenen.
God bekleed ons na de dood met een nieuw lichaam. Aldus leeft de persoon verder, niet door een mysterieuze ziel stof, maar doordat God ieder persoon 'bij naam' kent en daaraan een nieuw lichaam geeft.
Een mens heeft altijd een lichaam nodig wil hij of zij bestaan. Nu een fysiek lichaam (tarwekorrel), later iets wat beschreven wordt als geestelijk/hemels lichaam (de plant). De essentie van de persoon vergaat daarbij niet, deze ligt bewaard in de handen van God.
De eerste slok uit de beker der natuurwetenschap maakt atheïstisch, maar op de bodem wacht God. (Werner Heisenberg)