Een nieuw Scheppingsverhaal
Moderator: Moderators
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Van 2,6 mjg dateren de oudst gevonden door Vroege Mensen gemaakte werktuigen. Het team van paleo Sileshi Semaw heeft, (alweer) in de Middle Awash regio van Ethiopië, vijftien slachtplekken blootgelegd met fossiele resten van grote grazers, in context met primitieve met onmiskenbaar menselijke stenen 'messen' (met een klopsteen vervaardigde scherpe afslagen ven keien). De plaat met afbeeldingen ervan (uit Journal of Archaeological Science 2000-7) is al jarenlang een icoon in mijn teksten (zou ik hier ook weer toevoegen als ik wist hoe) - omdat die afbeelding zo veelzeggend is. De betreffende paleo's achten het uitgesloten dat de makers van deze werktuigen niet over enigerlei vorm van communicatie beschikt hebben. De paleo's hebben natuurlijk geen weet van het instrument van namen voor de dingen dat onze voorouders zo apart en machtig heeft gemaakt in de natuur.
Maar ik leid er ook uit af dat die toen al lang over vuur beschikt moeten hebben, aangezien de talige communicatie pas vanaf het vuur-moment echt progressie gemaakt heeft. Ik ben echter ook bereid toe te geven dat het maken van die werktuigen ook wel met proto-taal (enkele woordjes voor dingen, zoals de kleutertaal) heeft kunnen gebeuren - ik heb immers al beweerd dat kennis zich kon gaan opstapelen bij de VO's. Hoe het ook zij, vanaf dat moment (2,6 mjg) laten de paleo's het Paleolithicum (vroege Steentijd) beginnen en noemen ze de Vroege Mensen Homo: H. habilis, H. erectus enz. En migreren die ook Out of Africa: buiten de tropen naar de koelere en wildrijkere streken van Eurazië. En of die dat zonder vuur hebben gekund, betwijfel ik ten zeerste.
Met dit migreren kom ik toe aan het ontstaan van het fenomeen Scheppingsverhaal.
Als een groep te groot werd, ontstonden er spanningen, en besloot weldra een groepje jonge vrouwen, kinderen en mannen om een nieuw gebied in gebruik te gaan nemen. Niet al te ver weg, want ze bleven elkaar nodig hebben, voor het uitwisselen van vuur, sekspartners, geneeskrachtige kruiden. Een dagreis of tien afstand, schat ik zo.
Het koloniserende groepje waren de eerste mensen die in dat nieuwe gebied de dingen hun namen gaven. Voor talige wezens bestaan de dingen pas als ze er een woord voor hebben. Voor iets waar wij geen woord voor hebben? dat is la-lalá-lalalala. Door de dingen te 'noemen' riepen de kolonisten de dingen in het bestaan, menselijkerwijs gesproken.
Voor hun nakomelingen was dat eerste groepje (tot één 'scheppende' Figuur samengetrokken) de Grote Voorouder, die de belangrijke dingen van de wereld (hun stamgebied, daarbuiten is voor primitieven niets 'noemen'swaards) geschapen had. Elke lieve dag van voedselverzamelen en jagen (de mannen waren met hun stenen en aangepunte stokken en hun toortsen steeds brutaler geworden, wisten steeds vaker hyena's en grote katten tijdelijk van hun prooi te verjagen om er een bout van af te snijden, en wisten soms zelf een grote grazer met hun toortsen in een hoek te drijven of over een klif te jagen) werd besloten met het dansen/zingen van de scheppende daden van de Grote Voorouder.
Steeds meer namen voor steeds meer dingen: dat wordt een chaos in je kop als je in die woordenbrei geen samenhang kunt scheppen. Die samenhang brengt het Verhaal: van hoe de dingen begonnen en zich ontwikkelden tot zoals ze op dat moment zijn. Het Scheppingsverhaal.
Dansen/zingen. Ze konden niet dansen zonder te zingen, en ze konden niet zingen zonder te dansen. Dat kunnen wij nu wél, maar nog vaak met moeite. Maar primitieve mensen van vandaag kunnen dat nog steeds nauwelijks. Dus laat staan dat de Vroege Mensen dat konden.
Dansen. Wij zijn dansende apen. Hoe komt dat?
In de vorige aflevering had ik het over waar de VO's zich in de nachtelijke uren rond het kampvuur mee bezighielden. Ja, met communiceren, maar wat communiceerden ze dan? Performances. Imitaties van spannende voorvallen die hun gemoederen bezighielden. Ik zei dat van generatie op generatie de gebarenwoorden steeds meer gestandaardiseerde vormen kregen. Ook een vaste woordvolgorde (grammatica en syntaxis) zijn daarbij onontkoombaar. Dus Chomskianen: niet grammatica en syntaxis zijn bepalend voor onze menselijke taal, maar namen voor de dingen zijn dat. Dat even terzijde, we hebben het over dansen.
Communiceren in gebarentaal doe je met je hele lichaam en mimiek. Vooral bij emotionele communicatie als performances wordt dat een soort ballet. Vooral bij gestandaardiseerde en gestileerde uitvoeringen.
Zingen. Vanaf het begin speelde de stem een hoofdrol bij de communicatie van de VO's, ze waren immers op twee benen lopende bonobo's, die de hele dag liepen te kwekken. Dus ook hun gebarenwoorden gingen met emotionele geluiden gepaard. Vooral op de voedselroutes, waar de vrouwen hun handen nodig hadden bij het dragen van baby en spullen en het plukken en rapen, was er vanaf het begin een druk op hun stemgeluiden om die zo betekenisdragend mogelijk te maken. Nou, ook als (mens)aap kon je genoeg bewuste (corticale) vorm geven aan je geluiden: met lippen samenpersen en laten ploffen of glijden (labialen) en met je huig idem (guturalen). Laat dat maar aan die praatgrage vrouwen over om daar wat van te maken, van generatie op generatie. Maar ook de stem werd bij de performances volop ingezet, en bij de standaardisatie en stilering werd ook de stem gedwongen om steeds verfijnder mee te doen. Dat leidde uiteindelijk tot iets wat wij nu zingen noemen.
Maar deden ze die Scheppingsverhalen nou echt avond aan avond?
Ik denk van wel. 1. Wat moesten ze dan in die nachtelijke uren voor het slapen gaan? Zonder tv? Stommetje spelen? 2. Het beleven van hun (woorden)wereld verkeerde nog een hachelijke overgangsfase van normale dierlijke instinctzekerheid naar de menselijke beredeneerde zekerheid.
Maar dat is weer een verhaal apart, dus dat behandel ik in de volgende aflevering.
Maar ik leid er ook uit af dat die toen al lang over vuur beschikt moeten hebben, aangezien de talige communicatie pas vanaf het vuur-moment echt progressie gemaakt heeft. Ik ben echter ook bereid toe te geven dat het maken van die werktuigen ook wel met proto-taal (enkele woordjes voor dingen, zoals de kleutertaal) heeft kunnen gebeuren - ik heb immers al beweerd dat kennis zich kon gaan opstapelen bij de VO's. Hoe het ook zij, vanaf dat moment (2,6 mjg) laten de paleo's het Paleolithicum (vroege Steentijd) beginnen en noemen ze de Vroege Mensen Homo: H. habilis, H. erectus enz. En migreren die ook Out of Africa: buiten de tropen naar de koelere en wildrijkere streken van Eurazië. En of die dat zonder vuur hebben gekund, betwijfel ik ten zeerste.
Met dit migreren kom ik toe aan het ontstaan van het fenomeen Scheppingsverhaal.
Als een groep te groot werd, ontstonden er spanningen, en besloot weldra een groepje jonge vrouwen, kinderen en mannen om een nieuw gebied in gebruik te gaan nemen. Niet al te ver weg, want ze bleven elkaar nodig hebben, voor het uitwisselen van vuur, sekspartners, geneeskrachtige kruiden. Een dagreis of tien afstand, schat ik zo.
Het koloniserende groepje waren de eerste mensen die in dat nieuwe gebied de dingen hun namen gaven. Voor talige wezens bestaan de dingen pas als ze er een woord voor hebben. Voor iets waar wij geen woord voor hebben? dat is la-lalá-lalalala. Door de dingen te 'noemen' riepen de kolonisten de dingen in het bestaan, menselijkerwijs gesproken.
Voor hun nakomelingen was dat eerste groepje (tot één 'scheppende' Figuur samengetrokken) de Grote Voorouder, die de belangrijke dingen van de wereld (hun stamgebied, daarbuiten is voor primitieven niets 'noemen'swaards) geschapen had. Elke lieve dag van voedselverzamelen en jagen (de mannen waren met hun stenen en aangepunte stokken en hun toortsen steeds brutaler geworden, wisten steeds vaker hyena's en grote katten tijdelijk van hun prooi te verjagen om er een bout van af te snijden, en wisten soms zelf een grote grazer met hun toortsen in een hoek te drijven of over een klif te jagen) werd besloten met het dansen/zingen van de scheppende daden van de Grote Voorouder.
Steeds meer namen voor steeds meer dingen: dat wordt een chaos in je kop als je in die woordenbrei geen samenhang kunt scheppen. Die samenhang brengt het Verhaal: van hoe de dingen begonnen en zich ontwikkelden tot zoals ze op dat moment zijn. Het Scheppingsverhaal.
Dansen/zingen. Ze konden niet dansen zonder te zingen, en ze konden niet zingen zonder te dansen. Dat kunnen wij nu wél, maar nog vaak met moeite. Maar primitieve mensen van vandaag kunnen dat nog steeds nauwelijks. Dus laat staan dat de Vroege Mensen dat konden.
Dansen. Wij zijn dansende apen. Hoe komt dat?
In de vorige aflevering had ik het over waar de VO's zich in de nachtelijke uren rond het kampvuur mee bezighielden. Ja, met communiceren, maar wat communiceerden ze dan? Performances. Imitaties van spannende voorvallen die hun gemoederen bezighielden. Ik zei dat van generatie op generatie de gebarenwoorden steeds meer gestandaardiseerde vormen kregen. Ook een vaste woordvolgorde (grammatica en syntaxis) zijn daarbij onontkoombaar. Dus Chomskianen: niet grammatica en syntaxis zijn bepalend voor onze menselijke taal, maar namen voor de dingen zijn dat. Dat even terzijde, we hebben het over dansen.
Communiceren in gebarentaal doe je met je hele lichaam en mimiek. Vooral bij emotionele communicatie als performances wordt dat een soort ballet. Vooral bij gestandaardiseerde en gestileerde uitvoeringen.
Zingen. Vanaf het begin speelde de stem een hoofdrol bij de communicatie van de VO's, ze waren immers op twee benen lopende bonobo's, die de hele dag liepen te kwekken. Dus ook hun gebarenwoorden gingen met emotionele geluiden gepaard. Vooral op de voedselroutes, waar de vrouwen hun handen nodig hadden bij het dragen van baby en spullen en het plukken en rapen, was er vanaf het begin een druk op hun stemgeluiden om die zo betekenisdragend mogelijk te maken. Nou, ook als (mens)aap kon je genoeg bewuste (corticale) vorm geven aan je geluiden: met lippen samenpersen en laten ploffen of glijden (labialen) en met je huig idem (guturalen). Laat dat maar aan die praatgrage vrouwen over om daar wat van te maken, van generatie op generatie. Maar ook de stem werd bij de performances volop ingezet, en bij de standaardisatie en stilering werd ook de stem gedwongen om steeds verfijnder mee te doen. Dat leidde uiteindelijk tot iets wat wij nu zingen noemen.
Maar deden ze die Scheppingsverhalen nou echt avond aan avond?
Ik denk van wel. 1. Wat moesten ze dan in die nachtelijke uren voor het slapen gaan? Zonder tv? Stommetje spelen? 2. Het beleven van hun (woorden)wereld verkeerde nog een hachelijke overgangsfase van normale dierlijke instinctzekerheid naar de menselijke beredeneerde zekerheid.
Maar dat is weer een verhaal apart, dus dat behandel ik in de volgende aflevering.
It's a long way to Tipperary
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Dat laatste is pure fantasie. Voor zover ik de wetenschap op dit punt een beetje volg, zijn er onvoldoende aanwijzingen om wat voor besluit ook te nemen in hoeverre CHLCA (Chimpanzee-Human Last Common Ancestor) meer gemeenschappelijk heeft met de huidige bonobo of meer met de huidige chimpanzee.couw schreef: 2. Maar hiertegen begint de lezer geheid te sputteren. Wij zijn van nature agressief, toch?
Het in 1996 verschenen boek Demonic Males. Apes and the origins of human violence van Wrangham & Peterson gaat er van uit dat de samenlevingsvormen van onze VO’s vergelijkbaar waren met die van chimpansees, en dat dit de menselijke neiging tot gewelddadigheid en oorlogszuchtigheid verklaart. Maar de gemeenschappelijke vooroudersoort van chimps en mensen was bonobo-achtig,
Mensen die beweren dat de CHLCA meer gelijkenissen vertoont met de bonobo en van daaruit proberen te impliceren dat de huidige mensen meer trekken gemeenhebben met de bonobo dat de chimapnzee doen dat bijna onverandert vanuit hun ideaal waarmee ze meer overeenkomsten zien met het bonobogedrag dan met chimapanzeegedrag.
Al mijn hier gebrachte meningen, zijn voor herziening vatbaar.
De illusie het verleden te begrijpen, voedt de illusie dat de toekomst voorspelbaar en beheersbaar is -- naar Daniël Kahneman
De illusie het verleden te begrijpen, voedt de illusie dat de toekomst voorspelbaar en beheersbaar is -- naar Daniël Kahneman
-
Jinny
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Eens, Bonobo en Chimp komen uit een gezamenlijke voorouder en hebben zich separaat ontwikkeld.
Hier conclusies uit te willen trekken tov de gezamenlijke voorouder van mens en Bonobo/Chimp is pure duimzuigerij.
Al was het maar omdat de habitat onbekend is en waarschijnlijk nogal verschilt van de huidige habitats.
Hier conclusies uit te willen trekken tov de gezamenlijke voorouder van mens en Bonobo/Chimp is pure duimzuigerij.
Al was het maar omdat de habitat onbekend is en waarschijnlijk nogal verschilt van de huidige habitats.
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
@ Jim,
Het enige wat ik 'duimzuig' is, dat de herhaalde inkrimpingen en dan weer uitbreidingen van de leefgebieden van de chimpansees telkens tot overlevingsgevechten tussen de groepen moet hebben geleid, wat verklaart dat de chimpansees vergeleken bij de vreedzame en door vrouwen geleide bonobo's zo machistisch en oorlogszuchtig zijn. Bij de mens is vanaf het begin van de laatste ijstijd eenzelfde inkrimpingssituatie (teveel leefgroepen in een inkrimpende regio) opgetreden, een overpopulatie-situatie die door de landbouw alleen maar erger geworden is. Zodat ook onze soort machistisch en oorlogszuchtig gedrag is gaan vertonen.
Adrienne Zihlman, een Amerikaans fysisch-antropologe, heeft de ledematen van het australopithecus-fossiel 'Lucy' vergeleken met de lichaamsverhoudingen van de bonobo en geconstateerd dat die van alle mensapen er het meest mee overeenkomen. Ze acht het aannemelijk dat de gemeenschappelijke vooroudersoort van mensen en mensapen qua lichaamsbouw op een bonobo hebben geleken.(Nature 275:744-46) Frans de Waal wijst er op (Bonobo1997 p.25) dat de habitat van de bonobo's ook gedurende de koudste ijstijdperioden in stand is gebleven, zodat ze zich nimmer aan een drogere habitat hebben hoeven aan te passen zoals de chimpansees, "waardoor bij deze mensaap meer voorouderlijke eigenschappen bewaard zijn gebleven dan bij mensen en chimpansees."Bonobo en Chimp komen uit een gezamenlijke voorouder en hebben zich separaat ontwikkeld.
Hier conclusies uit te willen trekken tov de gezamenlijke voorouder van mens en Bonobo/Chimp is pure duimzuigerij. Al was het maar omdat de habitat onbekend is en waarschijnlijk nogal verschilt van de huidige habitats.
Het enige wat ik 'duimzuig' is, dat de herhaalde inkrimpingen en dan weer uitbreidingen van de leefgebieden van de chimpansees telkens tot overlevingsgevechten tussen de groepen moet hebben geleid, wat verklaart dat de chimpansees vergeleken bij de vreedzame en door vrouwen geleide bonobo's zo machistisch en oorlogszuchtig zijn. Bij de mens is vanaf het begin van de laatste ijstijd eenzelfde inkrimpingssituatie (teveel leefgroepen in een inkrimpende regio) opgetreden, een overpopulatie-situatie die door de landbouw alleen maar erger geworden is. Zodat ook onze soort machistisch en oorlogszuchtig gedrag is gaan vertonen.
It's a long way to Tipperary
-
Jinny
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Couw, dat de lichamen enige overeenkomst vertonen (iets wat ik direct aanneem) hoeft niet te zeggen dat het gedrag ook overeenkomsten vertoont.
Verre van dat zelfs.
Dat bedoel ik met de duimzuigerij.
Van wie dan ook.
Verre van dat zelfs.
Dat bedoel ik met de duimzuigerij.
Van wie dan ook.
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Ik stelde dat het beleven van hun (woorden)wereld aanvankelijk een hachelijke overgangsfase van normale dierlijke instinctzekerheid naar de menselijke beredeneerde zekerheid heeft gekend.
Het nieuwe vermogen om hun handelingen het resultaat te laten zijn van gezamenlijk overleg moet geconflicteerd hebben met hun voorouderlijke (dierlijke) instinctgedreven beslissingen. Bij mensen is het overleg leidend en zijn de instincten naar de achtergrond verdreven. Ergo: overgangsfase die heeft geleid tot de supprematie van het rationele (onder woorden gebrachte) overleg.
Dat dit al bij de Vroege Mensen het geval geweest is, daarop wijst hun verbazingwekkende conservatisme: meer dan een miljoen jaar hetzelfde ontwerp vuistbijl.
Dat moet ik uitleggen.
Geen twee kapiteins op het schip van je beslissingen. Door de voorrang te geven aan het gezamenlijke overleg en hun instinct te onderdrukken leidde tot het verlies van hun voorouderlijke instinctzekerheid. Maar met onzekerheid valt niet te leven. Dus ze hebben die van meet af aan bezworen met twee zekerheidverschaffende automatismen: herhalen en geloven.
Herhalen: de dingen doen zoals de voorouders het altijd deden. Repeterende bewegingen (maken rustgevende endorfines vrij), zoals lopen en dansen, graag vergezeld van repeterend gezang en trommelen op geluidmakende dingen. Het avond aan avond dansen/zingen van het Scheppingsverhaal. Tradities, gewoonten: allemaal voorbeelden van rustgevende herhaling.
Geloven: dat de dingen zijn zoals je graag wilt dat ze zijn - of zoals iemand met gezag zégt dat ze zijn. Geloof in magie, in met 'kracht' beladen handelingen of voorwerpen. Geloven dat de dingen-buiten-je net zo zijn als je zelf bent (antropomorfisme); dat de dieren en dingen denken, net als wij, dus een geest (ziel) hebben (animisme).
De Vroege Mensen, waar ook onze soort uit is voortgekomen, waren oer- en oerconservatief. Daar komt bij dat al die tijd de vrouwen de dominante sekse waren, en voor vrouwen hoeven de dingen niet zo nodig te veranderen: als iets werkt, gewoon zo laten.
Het nieuwe vermogen om hun handelingen het resultaat te laten zijn van gezamenlijk overleg moet geconflicteerd hebben met hun voorouderlijke (dierlijke) instinctgedreven beslissingen. Bij mensen is het overleg leidend en zijn de instincten naar de achtergrond verdreven. Ergo: overgangsfase die heeft geleid tot de supprematie van het rationele (onder woorden gebrachte) overleg.
Dat dit al bij de Vroege Mensen het geval geweest is, daarop wijst hun verbazingwekkende conservatisme: meer dan een miljoen jaar hetzelfde ontwerp vuistbijl.
Dat moet ik uitleggen.
Geen twee kapiteins op het schip van je beslissingen. Door de voorrang te geven aan het gezamenlijke overleg en hun instinct te onderdrukken leidde tot het verlies van hun voorouderlijke instinctzekerheid. Maar met onzekerheid valt niet te leven. Dus ze hebben die van meet af aan bezworen met twee zekerheidverschaffende automatismen: herhalen en geloven.
Herhalen: de dingen doen zoals de voorouders het altijd deden. Repeterende bewegingen (maken rustgevende endorfines vrij), zoals lopen en dansen, graag vergezeld van repeterend gezang en trommelen op geluidmakende dingen. Het avond aan avond dansen/zingen van het Scheppingsverhaal. Tradities, gewoonten: allemaal voorbeelden van rustgevende herhaling.
Geloven: dat de dingen zijn zoals je graag wilt dat ze zijn - of zoals iemand met gezag zégt dat ze zijn. Geloof in magie, in met 'kracht' beladen handelingen of voorwerpen. Geloven dat de dingen-buiten-je net zo zijn als je zelf bent (antropomorfisme); dat de dieren en dingen denken, net als wij, dus een geest (ziel) hebben (animisme).
De Vroege Mensen, waar ook onze soort uit is voortgekomen, waren oer- en oerconservatief. Daar komt bij dat al die tijd de vrouwen de dominante sekse waren, en voor vrouwen hoeven de dingen niet zo nodig te veranderen: als iets werkt, gewoon zo laten.
It's a long way to Tipperary
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Hmm, ik denk eerder dat dat een beetje een illusie is. Veel keuzen worden niet zozeer gemaakt op rationele gronden maar eerder op gevoel waarna het persoon daarna zijn keuze pas gaat verdedigen op basis van argumenten. Ik kan dit niet echt de suprematie van het rationele noemen. Zo is het rationele eerder de slaaf van de instincten.couw schreef:Ergo: overgangsfase die heeft geleid tot de supprematie van het rationele (onder woorden gebrachte) overleg.
I dare you God to challenge me. On these wild and stormy seas. A spirit spoke, a spirit cursed this ship. To dwell eternaly. Across the seven seas, she dwells eternally. Help me, join me. On my endless voyage.
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Couw,
Waar ga je heen?
Welke doelgroepen heb je voor ogen?
Probeer ook eens te denken vanuit de gedachte van "Wederzijds optimaal egoïsme" dat je toestaat om verschillende vormen van groepsvorming te beschrijven.
Dan kan je de stokstaartjes en kea's en dolfijnen en makaken en capucijners naast mensen zetten en opnieuw verschillen laten zien.
Ook kan je laten zien dat de hersengroei niet alleen maar voordelen biedt maar ook de nadelen die tot het koesteren van reli- en andere wanen leidt.
Dan kan je nog mooi wat stichtelijks opmerken over het omgaan met de eigen overcapaciteit aan hersenen die toch ver uit is geschoten boven wat nodig is om het kostje bij elkaar te scharrelen in een voornamelijk door je soortgenoten vorm gegeven omgeving die we cultuur noemen.
Zo om en nabij als het gewei van een reuzenhert dat het beest lijfelijk in de bosjes en elkaar liet vastlopen????
Roeland
Waar ga je heen?
Welke doelgroepen heb je voor ogen?
Probeer ook eens te denken vanuit de gedachte van "Wederzijds optimaal egoïsme" dat je toestaat om verschillende vormen van groepsvorming te beschrijven.
Dan kan je de stokstaartjes en kea's en dolfijnen en makaken en capucijners naast mensen zetten en opnieuw verschillen laten zien.
Ook kan je laten zien dat de hersengroei niet alleen maar voordelen biedt maar ook de nadelen die tot het koesteren van reli- en andere wanen leidt.
Dan kan je nog mooi wat stichtelijks opmerken over het omgaan met de eigen overcapaciteit aan hersenen die toch ver uit is geschoten boven wat nodig is om het kostje bij elkaar te scharrelen in een voornamelijk door je soortgenoten vorm gegeven omgeving die we cultuur noemen.
Zo om en nabij als het gewei van een reuzenhert dat het beest lijfelijk in de bosjes en elkaar liet vastlopen????
Roeland
Begrip is een waan met een warm gevoel. Dus Mijdt Spijt.
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
@ heeck,
Ik grijp even terug naar:
Als je de moeite zou nemen om je te verdiepen in mijn gedachtegoed, te vinden in teksten als 'taligheidshypothese' of 'Over het ontstaan van ons taalvermogen en ons bewustzijn' (deze woorden hoef je maar te googelen) of de teksten op 'mens2000' (idem) dan zou je weten dat 'het bovennatuurlijke' bij mij hooguit langskomt waar het als taligheidsfenomeen ontrafeld wordt en als misleidend denken ontmaskerd.
Maar ik vermoed dat je niet in de positie bent om je in elk topic te verdiepen.
Al ben ik je nog steeds erkentelijk voor je link naar ‘Aronsonrewiew’ die mij naar het ‘Center for naturalism’ heeft geleid (waarvan ik overigens de nieren nog van moet doorproeven, zoals dat heet), je halve oog inspireert me toch niet echt tot het aangaan van een discussie. Dat snap je vast wel.
@ karin,
Leuk dat je mee leest. Maar wel goed lezen dan. Ik had het niet over ‘het rationele’ maar over “het rationele (onder woorden gebrachte) overleg”.
Ik grijp even terug naar:
.Het is maar met een half oog dat ik je volg, en dat halve oog betreft het binnensmokkelen van het bovennatuurlijke waar Axxyanus je al voor op de ziel zit.
Als je de moeite zou nemen om je te verdiepen in mijn gedachtegoed, te vinden in teksten als 'taligheidshypothese' of 'Over het ontstaan van ons taalvermogen en ons bewustzijn' (deze woorden hoef je maar te googelen) of de teksten op 'mens2000' (idem) dan zou je weten dat 'het bovennatuurlijke' bij mij hooguit langskomt waar het als taligheidsfenomeen ontrafeld wordt en als misleidend denken ontmaskerd.
Maar ik vermoed dat je niet in de positie bent om je in elk topic te verdiepen.
Al ben ik je nog steeds erkentelijk voor je link naar ‘Aronsonrewiew’ die mij naar het ‘Center for naturalism’ heeft geleid (waarvan ik overigens de nieren nog van moet doorproeven, zoals dat heet), je halve oog inspireert me toch niet echt tot het aangaan van een discussie. Dat snap je vast wel.
@ karin,
Leuk dat je mee leest. Maar wel goed lezen dan. Ik had het niet over ‘het rationele’ maar over “het rationele (onder woorden gebrachte) overleg”.
It's a long way to Tipperary
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Couw,
Als je je niet bewust wordt van de doelgroep die je wilt aanspreken dan kan je zelfs met je stijl mis zitten.
Met elkaar heb ik je concepten nu 3x gelezen en het vriendelijkste dat ik in de aanbieding heb is dat ik kennelijk niet bij je doelgroep pas. Maar je bent even kennelijk erg gemotiveerd en daar ga ik niet dwars voor liggen.
Roeland
Als je je niet bewust wordt van de doelgroep die je wilt aanspreken dan kan je zelfs met je stijl mis zitten.
Met elkaar heb ik je concepten nu 3x gelezen en het vriendelijkste dat ik in de aanbieding heb is dat ik kennelijk niet bij je doelgroep pas. Maar je bent even kennelijk erg gemotiveerd en daar ga ik niet dwars voor liggen.
Roeland
Begrip is een waan met een warm gevoel. Dus Mijdt Spijt.
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
@ heeck,
Ik herken en begrijp je bezwaren. Ik mag mij gelukkig prijzen met een hoogbegaafde vriend, auteur van een reeksje boeken, lange tijd columnist van de Volkskrant, hoofddocent geschiedenis aan de Nijmeegse universiteit ... totdat hij ten offer viel aan depressie. Opgenomen, 110 maal elektroshock, ontslagen als onbehandelbaar - dat is nu vijf jaar geleden, terechtgekomen via een gemeenschappelijke vriendin in een appartement op wandelafstand van mijn huisje en sindsdien door mij dagelijks bezocht. In de loop dezer jaren heb ik hem natuurlijk 'doorgezaagd' over mijn ideeën en belaagd met mijn teksten. Bij de soms hooglopende discussies (helaas heeft hij altijd gelijk) vergeet hij zijn ellende en therapeutisch zit dat dus wel goed - al keren de suïcidale dieptepunten geregeld terug. Hij is tussen haakjes de aardigste man die ik ken.
Toen ik twee jaar geleden op een haar na een auto-ongeluk overleefd had, stelde hij mij voor de vraag wat er met mijn project gaat gebeuren als ik een tweede keer niet overleef. Mijn droge antwoord dat ik er dan in elk geval een leuke tijd mee had gehad, had hij wel verwacht, dus vervolgde hij: dan moeten er dus twee dingen gebeuren. 1. je moet zorgen voor een groepje 'vrienden van het project' (dat dan bij elkaar kan komen om te besluiten of het voortgezet moet worden ja dan nee, en zo ja, hoe dan. 2. er moet een boek zijn waarnaar verwezen kan worden. Daarvoor gaan we van dat steenkolen-Engelse boekje van je (bij PublishAmerica in het bestand gekomen als New view on human nature) een echt boek maken in echt Engels.
We zijn daarmee aan de laatste paragrafen toe gekomen (zo, zegt Henk dan: nu zijn we halverwege!) maar door een ernstige terugval ligt het werken eraan al weer twee maanden stil. Maar hij stelt mij telkens gerust: het komt wel weer goed.
Dit als inleiding op mijn antwoord op je bezwaar: dat ik kennelijk geen doelgroep voor ogen heb bij mijn schrijven. Wanneer ik op een artikel in Trouw of zo reageer, is zijn verwijt precies dit. Tja, voor mensen zoals hij en jij is dat een makkie, maar ik zal dat nooit onder de knie krijgen. Voortaan schrijf ik niets meer zonder het door hem te laten redigeren. Maar hij vindt reageren op artikelen verspilde moeite (zoals hij mijn discussie op Freethinker en filosofie.be verspilling van tijd en energie vindt. Maar ja, ik kan geen twee maanden duimen draaien, wat? nog geen dag.
Beste heeck, dat een hoogbegaafde historicus, van nature sceptisch, toch mijn ideeën de moeite waard vindt, is niet niks. Ik ben je erkentelijk dat je mijn concepten gelezen hebt. Ik hoop er nog ettelijke aan toe te kunnen voegen voor het echte werk (aan het boek) weer hervat kan worden: dan heb ik er verder geen tijd meer voor.
Een voorgaande vraag van je is: “Waar ga je heen?” Wel, ik hoop hiermee aannemelijk te maken dat mensen als talige wezens een gedeeld Verhaal nodig hebben om grip te hebben op hun woordenwereld en voor hun saamhorigheidsgevoel. De westerse mensen zijn door de vrije markt economie zonder een gedeeld verhaal komen te zitten. Vooral de lui die bij het grote geld kunnen, geven dan graag gehoor aan een ideologie als van Ayn Rand die hun egoïsme ideologisch ondersteunt. In een eerder topic heb ik getracht aannemelijk te maken dat de leegte te wijten is aan de armzaligheid van de academische filosofie. Met dit topic wil ik laten zien dat zelfs een amateur al een coherent nieuw Scheppingsverhaal kan schrijven. Als ik het af krijg zal ook een scenario voorbij komen hoe dat nieuwe gedeelde Verhaal ingang kan vinden zonder dat het ook maar aan iemand wordt opgelegd.
Ik herken en begrijp je bezwaren. Ik mag mij gelukkig prijzen met een hoogbegaafde vriend, auteur van een reeksje boeken, lange tijd columnist van de Volkskrant, hoofddocent geschiedenis aan de Nijmeegse universiteit ... totdat hij ten offer viel aan depressie. Opgenomen, 110 maal elektroshock, ontslagen als onbehandelbaar - dat is nu vijf jaar geleden, terechtgekomen via een gemeenschappelijke vriendin in een appartement op wandelafstand van mijn huisje en sindsdien door mij dagelijks bezocht. In de loop dezer jaren heb ik hem natuurlijk 'doorgezaagd' over mijn ideeën en belaagd met mijn teksten. Bij de soms hooglopende discussies (helaas heeft hij altijd gelijk) vergeet hij zijn ellende en therapeutisch zit dat dus wel goed - al keren de suïcidale dieptepunten geregeld terug. Hij is tussen haakjes de aardigste man die ik ken.
Toen ik twee jaar geleden op een haar na een auto-ongeluk overleefd had, stelde hij mij voor de vraag wat er met mijn project gaat gebeuren als ik een tweede keer niet overleef. Mijn droge antwoord dat ik er dan in elk geval een leuke tijd mee had gehad, had hij wel verwacht, dus vervolgde hij: dan moeten er dus twee dingen gebeuren. 1. je moet zorgen voor een groepje 'vrienden van het project' (dat dan bij elkaar kan komen om te besluiten of het voortgezet moet worden ja dan nee, en zo ja, hoe dan. 2. er moet een boek zijn waarnaar verwezen kan worden. Daarvoor gaan we van dat steenkolen-Engelse boekje van je (bij PublishAmerica in het bestand gekomen als New view on human nature) een echt boek maken in echt Engels.
We zijn daarmee aan de laatste paragrafen toe gekomen (zo, zegt Henk dan: nu zijn we halverwege!) maar door een ernstige terugval ligt het werken eraan al weer twee maanden stil. Maar hij stelt mij telkens gerust: het komt wel weer goed.
Dit als inleiding op mijn antwoord op je bezwaar: dat ik kennelijk geen doelgroep voor ogen heb bij mijn schrijven. Wanneer ik op een artikel in Trouw of zo reageer, is zijn verwijt precies dit. Tja, voor mensen zoals hij en jij is dat een makkie, maar ik zal dat nooit onder de knie krijgen. Voortaan schrijf ik niets meer zonder het door hem te laten redigeren. Maar hij vindt reageren op artikelen verspilde moeite (zoals hij mijn discussie op Freethinker en filosofie.be verspilling van tijd en energie vindt. Maar ja, ik kan geen twee maanden duimen draaien, wat? nog geen dag.
Beste heeck, dat een hoogbegaafde historicus, van nature sceptisch, toch mijn ideeën de moeite waard vindt, is niet niks. Ik ben je erkentelijk dat je mijn concepten gelezen hebt. Ik hoop er nog ettelijke aan toe te kunnen voegen voor het echte werk (aan het boek) weer hervat kan worden: dan heb ik er verder geen tijd meer voor.
Een voorgaande vraag van je is: “Waar ga je heen?” Wel, ik hoop hiermee aannemelijk te maken dat mensen als talige wezens een gedeeld Verhaal nodig hebben om grip te hebben op hun woordenwereld en voor hun saamhorigheidsgevoel. De westerse mensen zijn door de vrije markt economie zonder een gedeeld verhaal komen te zitten. Vooral de lui die bij het grote geld kunnen, geven dan graag gehoor aan een ideologie als van Ayn Rand die hun egoïsme ideologisch ondersteunt. In een eerder topic heb ik getracht aannemelijk te maken dat de leegte te wijten is aan de armzaligheid van de academische filosofie. Met dit topic wil ik laten zien dat zelfs een amateur al een coherent nieuw Scheppingsverhaal kan schrijven. Als ik het af krijg zal ook een scenario voorbij komen hoe dat nieuwe gedeelde Verhaal ingang kan vinden zonder dat het ook maar aan iemand wordt opgelegd.
It's a long way to Tipperary
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Couw,
Die vriend van je lijkt me wel wat.
Echt zo in de trant van:
"Als je nú nog maar een halve dag zou hebben, waar was je dan het liefst gisteren mee bezig geweest?"
Zie ook mijn motto onderaan.
Roeland
Die vriend van je lijkt me wel wat.
Echt zo in de trant van:
"Als je nú nog maar een halve dag zou hebben, waar was je dan het liefst gisteren mee bezig geweest?"
Zie ook mijn motto onderaan.
Roeland
Begrip is een waan met een warm gevoel. Dus Mijdt Spijt.
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
Een belangrijke stellingname in mijn versie van ons ontstaansverhaal is dat de Vroege Mensen, tot en met de populatie Anatomisch Moderne mensen (AMM's) waar alle huidige mensen van af stammen, tot aan het moment dat die, en waar die, in een overpopulatie-situatie belandden, 'edele wilden' waren.
Kenmerken:
- economie steunt uitsluitend op verzamelen/jagen (vandaar dat ik ze VJ's noem), vrij rondtrekkend van kamp naar kamp in een uitgestrekt leefgebied, volgens een door seizoenen gedicteerd patroon, vaste 'zangroutes volgend welke op vaste plekken die van verwante groepen kruisten waar de groepen elkaar opwachtten voor een 'festival' dat duurde tot het voedsel op was
- kleine leefgroepen, weinig groepen, geen oorlogvoering: groepen van elkaar afhankelijk voor hun overleving
- volstrekte gelijkheid, geen hoofdman, oudere vrouwen hoog in status,
- harmonie
- nauwelijks verandering (vooruitgang) in technologie
- totemisme, geen sjamanisme, religie draait om het dansen/zingen van het Scheppingsverhaal.
Mijn stellingname steunt op a. de constatering dat de primitiefste samenlevingen nog de meeste van deze kenmerken bewaard hebben en b. dat wij ten diepste terug verlangen naar deze paradijselijke harmonie (natuurlijk niet naar dat absolute bestaansminimum, met periodieke hongersnood).
De AMM-populaties waren de eerste Vroege Mensen die substantiële technologische vooruitgang kenden, grotere groepen konden voeden, resulterend in een stadige uitbreiding van het aantal groepen, en emigratie van groepen buiten Afrika naar Eurazië 120,000 jaar geleden (jg), door mij aangeduid als OoA IIa. 74,000 jg werd deze bevolkingsexplosie korte tijd onderbroken door de uitbarsting van de supervulkaan Toba, maar vanaf 65,000 jg hernam de bevolkingsexplosie zich, gevolgd door een nieuwe emigratiegolf, OoA IIb, die 30.000 jg de definitieve uitsterving van alle Vroege Mensen-populaties tot gevolg had. Op sommige plaatsen geraakten de AMM's in overpopulatie-situatie.
Kenmerken:
- groepen kunnen niet langer vrij rondtrekken, ik noem ze voortaan AGR's
- leven in territoria, in scherp onderscheiden stamverbanden, waarin elke leefgroep, een aantal families omvattend, samenleeft in een 'langhuis' waarin elke familie haar eigen vuurhaard heeft
- ze moeten het doen met het voedsel dat het territorium te bieden heeft; de vrouwen ontwikkelen de teelt van hun belangrijkste voedselplanten (Tuinbouw), waarbij elke drie jaar een nieuw stuk bos wordt omgehakt en platgebrand (slash and burn-landbouw), terwijl de mannen met intensieve jachtmethoden voor vlees zorgen
- de stammen leven door de verhoogde voedselconcurrentie op voet van oorlog; oorlog maakt mannen belangrijk, mannen gaan hun eigen initiatierituelen ontwikkelen, met voedseltaboes en andere regelneverij; stammenvetes worden uitgevochten onder aanvoering van hoofdmannen
- in religieus opzicht: sjamanisme en animisme; het dansen/zingen van het Scheppingsverhaal raakt in de versukkeling door a. de permanente oorlogsdreiging b. doordat de mannen en de vrouwen ieder hun eigen religieuze systemen ontwikkelen: die der mannen door de verering van prooidier-geesten (grottenschilderingen) en de vrouwen door de verering van de Grote Moeder (Venusbeeldjes)
- hoe erger de oorlogssituatie, des te erger de mannen machisme aan de dag leggen: onderdrukking en uitsluiting van de vrouwen.
Deze schematische voorstelling van zaken vinden we bij alle populaties in het Tuinbouw-stadium in enigerlei vorm terug. Ze zijn niet langer VJ's ('edele wilden') maar AGR's (gefrustreerde 'edele wilden'), en dat zijn we eigenlijk nog steeds. Onze menselijke natuur is gevormd in de miljoenen jaren van VJ-bestaan.
Als AGR's koesteren we een nostalgie naar dat bestaan, hoewel we nooit terug kunnen (Paradise lost) en ook niet meer in staat zijn te overleven op zo'n bestaansminimum.
De volgende aflevering gaat over het wezen van de menselijke natuur. Komt dat zien!
- economie
Kenmerken:
- economie steunt uitsluitend op verzamelen/jagen (vandaar dat ik ze VJ's noem), vrij rondtrekkend van kamp naar kamp in een uitgestrekt leefgebied, volgens een door seizoenen gedicteerd patroon, vaste 'zangroutes volgend welke op vaste plekken die van verwante groepen kruisten waar de groepen elkaar opwachtten voor een 'festival' dat duurde tot het voedsel op was
- kleine leefgroepen, weinig groepen, geen oorlogvoering: groepen van elkaar afhankelijk voor hun overleving
- volstrekte gelijkheid, geen hoofdman, oudere vrouwen hoog in status,
- harmonie
- nauwelijks verandering (vooruitgang) in technologie
- totemisme, geen sjamanisme, religie draait om het dansen/zingen van het Scheppingsverhaal.
Mijn stellingname steunt op a. de constatering dat de primitiefste samenlevingen nog de meeste van deze kenmerken bewaard hebben en b. dat wij ten diepste terug verlangen naar deze paradijselijke harmonie (natuurlijk niet naar dat absolute bestaansminimum, met periodieke hongersnood).
De AMM-populaties waren de eerste Vroege Mensen die substantiële technologische vooruitgang kenden, grotere groepen konden voeden, resulterend in een stadige uitbreiding van het aantal groepen, en emigratie van groepen buiten Afrika naar Eurazië 120,000 jaar geleden (jg), door mij aangeduid als OoA IIa. 74,000 jg werd deze bevolkingsexplosie korte tijd onderbroken door de uitbarsting van de supervulkaan Toba, maar vanaf 65,000 jg hernam de bevolkingsexplosie zich, gevolgd door een nieuwe emigratiegolf, OoA IIb, die 30.000 jg de definitieve uitsterving van alle Vroege Mensen-populaties tot gevolg had. Op sommige plaatsen geraakten de AMM's in overpopulatie-situatie.
Kenmerken:
- groepen kunnen niet langer vrij rondtrekken, ik noem ze voortaan AGR's
- leven in territoria, in scherp onderscheiden stamverbanden, waarin elke leefgroep, een aantal families omvattend, samenleeft in een 'langhuis' waarin elke familie haar eigen vuurhaard heeft
- ze moeten het doen met het voedsel dat het territorium te bieden heeft; de vrouwen ontwikkelen de teelt van hun belangrijkste voedselplanten (Tuinbouw), waarbij elke drie jaar een nieuw stuk bos wordt omgehakt en platgebrand (slash and burn-landbouw), terwijl de mannen met intensieve jachtmethoden voor vlees zorgen
- de stammen leven door de verhoogde voedselconcurrentie op voet van oorlog; oorlog maakt mannen belangrijk, mannen gaan hun eigen initiatierituelen ontwikkelen, met voedseltaboes en andere regelneverij; stammenvetes worden uitgevochten onder aanvoering van hoofdmannen
- in religieus opzicht: sjamanisme en animisme; het dansen/zingen van het Scheppingsverhaal raakt in de versukkeling door a. de permanente oorlogsdreiging b. doordat de mannen en de vrouwen ieder hun eigen religieuze systemen ontwikkelen: die der mannen door de verering van prooidier-geesten (grottenschilderingen) en de vrouwen door de verering van de Grote Moeder (Venusbeeldjes)
- hoe erger de oorlogssituatie, des te erger de mannen machisme aan de dag leggen: onderdrukking en uitsluiting van de vrouwen.
Deze schematische voorstelling van zaken vinden we bij alle populaties in het Tuinbouw-stadium in enigerlei vorm terug. Ze zijn niet langer VJ's ('edele wilden') maar AGR's (gefrustreerde 'edele wilden'), en dat zijn we eigenlijk nog steeds. Onze menselijke natuur is gevormd in de miljoenen jaren van VJ-bestaan.
Als AGR's koesteren we een nostalgie naar dat bestaan, hoewel we nooit terug kunnen (Paradise lost) en ook niet meer in staat zijn te overleven op zo'n bestaansminimum.
De volgende aflevering gaat over het wezen van de menselijke natuur. Komt dat zien!
- economie
It's a long way to Tipperary
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
karin schreef:Hmm, ik denk eerder dat dat een beetje een illusie is. Veel keuzen worden niet zozeer gemaakt op rationele gronden maar eerder op gevoel waarna het persoon daarna zijn keuze pas gaat verdedigen op basis van argumenten. Ik kan dit niet echt de suprematie van het rationele noemen. Zo is het rationele eerder de slaaf van de instincten.couw schreef:Ergo: overgangsfase die heeft geleid tot de supprematie van het rationele (onder woorden gebrachte) overleg.
Hohoho,couw schreef: @ karin,
Leuk dat je mee leest. Maar wel goed lezen dan. Ik had het niet over ‘het rationele’ maar over “het rationele (onder woorden gebrachte) overleg”.
Leuk dat je zelf er even snel overheen stapt maar ik stel toch iets wezenlijks, immers keuzen worden ook gemaakt in overleg. Jij staart je blind op het rationele karakter van overleg terwijl ik graag even belicht dat keuzen vaak irrationeel gemaakt worden waarna het in argumenten vertaalt wordt. Jij doet ineens alsof overleg met meerdere mensen daar ineens verandering in zou brengen. Terroristen plegen ook overleg maar of jij het opblazen van een bus vol schoolkinderen rationeel wil noemen komt dan wel geheel voor jouw rekening.
I dare you God to challenge me. On these wild and stormy seas. A spirit spoke, a spirit cursed this ship. To dwell eternaly. Across the seven seas, she dwells eternally. Help me, join me. On my endless voyage.
Re: Een nieuw Scheppingsverhaal
De menselijke natuur is een 'drietrapsraket'.
Trap één: onze ikke-ikke-natuur. Wij zijn in de eerste plaats een vorm van leven dat zo'n 3,5 miljard jg op onze planeet is begonnen. Dat eencellige, bacteriële leven was enkel gericht op het onttrekken van zoveel mogelijk energie aan de omgeving ter instandhouding en voortplanting van het eigen organisme. Deze zelfzucht is ook het dierlijke leven inclusief ons, blijven beheersen: trap twee en drie zijn steeds socialere culturele ontwikkelingsvormen. Deze bacteriële oorsprongsvorm heeft ons met een diepgeworteld, het vege lijf reddend, blindelings reageren behept. Zij maakt zich van ons meester in (al dan niet vermeenden) panieksituaties. Werkt bij overspannenheid ('kort lontje') heftiger dan bij momenten van rust en zelfreflectie.
Trap twee: onze groepsdieren-natuur. Groepsdieren zijn organismen die in het onttrekken van zoveel mogelijk energie aan de omgeving (ter instandhouding en voortplanting van het eigen organisme) beter slagen als lid van een groep, van een collectief dus, dan wanneer ze dat in hun eentje zouden moeten doen. Dat betekent dat het individu alle belang heeft bij het zo krachtig mogelijk zijn van de groep (het collectief) waar het deel van uitmaakt, in concurrentie met andere groepen die van dezelfde energiebron leven. Hetgeen voor het individu inhoudt dat het zijn ikke-ikke-neiging ondergeschikt moet maken aan het groepsbelang. Met name in een situatie dat de groep in overlevingsgevecht (oorlog) verwikkeld is met een concurrerende groep, moet het individu aan eigenbelang 'inleveren' ten behoeve van het zo sterk mogelijk zijn van het collectief.
Twee zielen strijden in de borst van het groepsdier: eigenbelang contra groepsbelang. Deze tegenstrijdige gevoelens kanaliseert het groepsdier met 'normen en waarden'. Het zijn de chimpansees die, levend in permanente oorlogsdreiging, de sprekendste voorbeelden hiervan leveren (zie Chimpansee politiek en Van nature goed van Frans de Waal). De bonobo's, met wie wij cultureel meer gemeen hebben (wij zijn veel recenter dan de chimpansee in overpopulatie-situatie geraakt) hebben seks als ontspanningsmechanisme ontwikkeld. Wij kennen de tegenstrijdige gevoelens als die tussen 'goed' en 'kwaad', als sociaal contra aso. Het monotheïsme symboliseert dit gevoel als God contra duivel.
Trap drie. Als groepsdier erfden we naast onze ikke-ikke-neiging de sociale neiging. Maar we hebben er een derde laag bovenop gebouwd.
Wij zijn zulke aparte groepsdieren geworden doordat onze mensapelijke vroegste voorouders hun regenwoudomgeving kwijtraakten en moesten zien te overleven in een open savanne-omgeving waar ze eigenlijk niet op gebouwd waren. In die hachelijke soortvreemde omgeving deden de leefgroepen met de grootste harmonie het beter (hielden iets meer kinderen in leven) en zo selecteerde het hypersociale zich uit. Het is 't gedrag dat wij 'goed' noemen, en 'aardig'. In dat laatste woord zit 'aard': natuur. Dus in ons spraakgebruik zijn wij al 'van nature goed'.
Wij zijn zoals onze verre voorouders twee miljoen jaar lang (minstens) geweest zijn: 'edele wilden'. Dat dit aan academische filosofen moeilijk te verkopen is, en aan lezer dezes al evenzeer, komt doordat de mensheid de laatste vijfduizend jaar in klassenmaatschappijen is komen te leven, met alle oorlogen, slavernij en godsdienst van dien. 65.000 jaar overpopulatie-situatie, en al helemaal 5,000 jaar onrecht, heeft onze 'goede' natuur danig gefrustreerd, maar dat is een veel te korte periode om die te veranderen. Wij blijven nog steeds verlangen naar 'het goede', aanvoelende dat dit voor ons het meest leefbaar is. De neiging tot 'het goede' komt als een ondergeduwde kurk steeds weer naar boven waar zij maar de kans krijgt.
Trap één: onze ikke-ikke-natuur. Wij zijn in de eerste plaats een vorm van leven dat zo'n 3,5 miljard jg op onze planeet is begonnen. Dat eencellige, bacteriële leven was enkel gericht op het onttrekken van zoveel mogelijk energie aan de omgeving ter instandhouding en voortplanting van het eigen organisme. Deze zelfzucht is ook het dierlijke leven inclusief ons, blijven beheersen: trap twee en drie zijn steeds socialere culturele ontwikkelingsvormen. Deze bacteriële oorsprongsvorm heeft ons met een diepgeworteld, het vege lijf reddend, blindelings reageren behept. Zij maakt zich van ons meester in (al dan niet vermeenden) panieksituaties. Werkt bij overspannenheid ('kort lontje') heftiger dan bij momenten van rust en zelfreflectie.
Trap twee: onze groepsdieren-natuur. Groepsdieren zijn organismen die in het onttrekken van zoveel mogelijk energie aan de omgeving (ter instandhouding en voortplanting van het eigen organisme) beter slagen als lid van een groep, van een collectief dus, dan wanneer ze dat in hun eentje zouden moeten doen. Dat betekent dat het individu alle belang heeft bij het zo krachtig mogelijk zijn van de groep (het collectief) waar het deel van uitmaakt, in concurrentie met andere groepen die van dezelfde energiebron leven. Hetgeen voor het individu inhoudt dat het zijn ikke-ikke-neiging ondergeschikt moet maken aan het groepsbelang. Met name in een situatie dat de groep in overlevingsgevecht (oorlog) verwikkeld is met een concurrerende groep, moet het individu aan eigenbelang 'inleveren' ten behoeve van het zo sterk mogelijk zijn van het collectief.
Twee zielen strijden in de borst van het groepsdier: eigenbelang contra groepsbelang. Deze tegenstrijdige gevoelens kanaliseert het groepsdier met 'normen en waarden'. Het zijn de chimpansees die, levend in permanente oorlogsdreiging, de sprekendste voorbeelden hiervan leveren (zie Chimpansee politiek en Van nature goed van Frans de Waal). De bonobo's, met wie wij cultureel meer gemeen hebben (wij zijn veel recenter dan de chimpansee in overpopulatie-situatie geraakt) hebben seks als ontspanningsmechanisme ontwikkeld. Wij kennen de tegenstrijdige gevoelens als die tussen 'goed' en 'kwaad', als sociaal contra aso. Het monotheïsme symboliseert dit gevoel als God contra duivel.
Trap drie. Als groepsdier erfden we naast onze ikke-ikke-neiging de sociale neiging. Maar we hebben er een derde laag bovenop gebouwd.
Wij zijn zulke aparte groepsdieren geworden doordat onze mensapelijke vroegste voorouders hun regenwoudomgeving kwijtraakten en moesten zien te overleven in een open savanne-omgeving waar ze eigenlijk niet op gebouwd waren. In die hachelijke soortvreemde omgeving deden de leefgroepen met de grootste harmonie het beter (hielden iets meer kinderen in leven) en zo selecteerde het hypersociale zich uit. Het is 't gedrag dat wij 'goed' noemen, en 'aardig'. In dat laatste woord zit 'aard': natuur. Dus in ons spraakgebruik zijn wij al 'van nature goed'.
Wij zijn zoals onze verre voorouders twee miljoen jaar lang (minstens) geweest zijn: 'edele wilden'. Dat dit aan academische filosofen moeilijk te verkopen is, en aan lezer dezes al evenzeer, komt doordat de mensheid de laatste vijfduizend jaar in klassenmaatschappijen is komen te leven, met alle oorlogen, slavernij en godsdienst van dien. 65.000 jaar overpopulatie-situatie, en al helemaal 5,000 jaar onrecht, heeft onze 'goede' natuur danig gefrustreerd, maar dat is een veel te korte periode om die te veranderen. Wij blijven nog steeds verlangen naar 'het goede', aanvoelende dat dit voor ons het meest leefbaar is. De neiging tot 'het goede' komt als een ondergeduwde kurk steeds weer naar boven waar zij maar de kans krijgt.
It's a long way to Tipperary