Goddelijke openbaring in de Bijbel? Neen dat heb ik niet gezegd, inspiratie door godservaring (God-die-ik-ervaar, of -zoals-ik-Hem-ervaar) die ik voor een deel meen te delen met een schrijver. Waarom inspiratie in plaats van openbaring? Openbaring betekent onthulling, dat er dus iets 'waars' te voorschijn komt. Wie zegt me dat waartoe ik geïnspireerd word door mijn godservaring niet een vergissing is? Godservaring is wezenlijk anders dan God-an-sich omdat een godservaring naar allerlei zaken kan verwijzen, zowel de evangelische God als de gereformeerde God als een psychose of ander verzinsel van de geest.Rereformed schreef:Mijn kritiek op Hieronymus zou zijn dat hij bijgeloof voor 99% uit zijn leven heeft weggehaald, maar toch 1% blijft onderhouden, dus zijn bewering dat 'God' (die ik tussen haakjes moet zetten omdat hij zelf niet weet waarover we het hier hebben) zich openbaart in het Nieuwe Testament. Zijn bewering kan geen steek houden omdat hij ten eerste niet kan aangeven waarover we het hebben als we het woord 'God' gebruiken, en ten tweede omdat geloven in goddelijke openbaring bijgeloof is wat op geen enkele manier met redelijkheid hard gemaakt kan worden en iedere sobere onderzoeker juist tot de omgekeerde conclusie komt. Hij kan het bijgeloof nu wel tot een miniem mosterdzaadje afzwakken, maar dan vraag ik hem waarom hij überhaupt zo nodig een miniem mosterdzaadje in z'n handen wil houden.
Ik vraag hem dus waarom die 1% bijgeloof? Waarom kun je niet gewoon zeggen dat de bijbel een 100% menselijk geschrift is en er af en toe wel mooie (ethische) dingen in staan die je aanspreken? Waarom moet daar een God bijgehaald worden en moet het als openbaring gezien worden?
Waarom ik niet kan zeggen dat de Bijbel een 100% menselijk geschrift is? Omdat ik hier spreek over inspiratie, alleen al op basis van Jesaja 11:6 kan ik zeggen dat ook dieren een inspiratiebron waren voor de schrijvers, op andere plekken zijn het stenen of hemellichamen. Wanneer het gaat om inspiratie door godservaring dan is het inderdaad een mogelijkheid dat die puur menselijk (niet transcendent goddelijk) is en in dat geval zou dat deel van de inspiratie inderdaad 100% menselijk zijn.
Dus ja, dat kán wel (als je de dieren, stenen en hemellichamen even vergeet) maar waarom zou ik? Het begint een beetje drammerig te klinken. Indien ik ergens een denkfout maak hoor ik dat graag, deze argumenten die meer op persoonlijke smaak dan iets wezenlijkers lijken vind ik niet echt interessant. Ik maak de keuze om hier geen oordeel te vellen, ik kan wel nu zeggen dat het menselijk is maar in een moment van vervoering beweren dat het juist goddelijk is maar wat schiet ik daarmee op? Volgens mij kom ik dan geen steek verder.
- Want toen de scepticus begon te filosoferen om een oordeel te vellen over de zintuiglijke voorstellingen en om te begrijpen welke waar en welke onwaar zijn om zodoende de onverstoorbaarheid te bereiken, raakte hij verstrikt in een geschil waarin de voors en tegens even sterk waren, en omdat hij dit niet op kon lossen, schortte hij zijn oordeel op. En door dat te doen vloeide daar voor hem als bij toeval de onverstoorbaarheid uit voort in zaken die met schijn en mening samenhangen. Want degene die meent dat iets van nature goed of slecht is, is voortdurend in onrust. Wanneer dat wat goed lijkt niet voorhanden is, meent hij niet alleen geteisterd te worden door zaken die van nature slecht zijn, maar jaagt hij ook dat na wat volgens hem goed is. Als hij dat dan verworven heeft komt hij in nog grotere onrust teecht, zowel omdat hij onredelijk en onmatig opgetogen wordt alsook omdat hij, vrezend voor een ommekeer in het lot, alles doet om dat wat hem goed lijkt niet te verliezen. Maar hij die geen oordeel velt aangaande dat wat van nature goed of slecht is, vlucht voor niets weg en jaagt ook niets gespannen na. Daarom is hij onverstoorbaar.
(Sextus Empiricus - Grondslagen van het Scepticisme)
Hebr 6: