Rereformed schreef:Iets van 'geloof' zie ik bij mezelf continueren. Geloof is niet iets wat enkel om de godsvraag draait. Om te kunnen leven moet een mens geloven in het leven, en creëert zij zich een bepaalde wil om te leven, bepaalde menselijke waarden/idealen die voor ons als inspiratie dienen, zoals de liefde.
Ik ben nog altijd bezig om mijn draai te vinden. Eerlijk te zijn over mijn gevoelens. Ik stomp niets af en haal alles eerlijk door de mangel heen. Ik schreef het volgende in
mijn boek in wording.
Ik ben het op dit éne punt eens met een gelovige. De “mens”, religieus, agnostisch, of tot op het bot atheïstisch, hebben allen hetzelfde
'probleem'. Het probleem als mens puur ondergeschikt en onderworpen te zijn aan je eigen onwetendheid over de oorzaak of reden van je eigen bestaan. Je kunt óf je schouders erover ophalen, óf gaan piekeren over wat er hier aan de hand is. Je bent hier tegen wil en dank. De échte oorzaak van het leven is nog altijd niet ontdekt of aangetoond. Alle evolutie wetenschappers zijn het daarover eens naar mijn weten. Al claimt de gelovige absoluut zeker te wéten dat dit probleem voor hen niet meer van toepassing is. Geloof ombuigen naar een absolute zekerheid vind ik een vorm van oneerlijkheid en het eigenwijs opvullen van de blanco gaten van onze verbeelding en fantasie. Toegegeven; we zijn het tegenovergestelde van alwetendheid, geboren in een wereld waarin iedereen elkaar verbaasd aankijkt. Die ondergeschikte en onwetende haast
'solipsistische positie' waarbij elk individueel mens alles moet hebben van betrouwbare info van buiten af die hij vervolgens moet verwerken om zich een juist beeld van de wereld “eigen” te maken, werkt voor veel mensen frustrerend. Je ziet de wereld niet zoals deze is, maar zoals je bent. Je bent gevormd door minimale info van buitenaf door minimale en vertekende info van anderen, enz, enz, en die kan dus nooit volmaakt zijn. Daarom geloof ik dat de meest veilige weg voor de mens de “rede” is. De uitkomst hiervan noemen we wetenschap.
Ik heb blijkbaar religieuze genen en last van een onstilbare honger naar antwoorden. De mens wil de antwoorden pérse hebben en zélfs daar waar ze er niet zijn. Dat noemen we religie. Een religieus mens noemt dat een
"godsbesef".Gelovigen gaan dan zo ver om dat 'besef' een
"gods-bewijs" te noemen. Slechts gevoelsmatig valt daar wat voor te zeggen. Ik weet en ik ervaar tot in het diepst van mijn wezen dat ik als mens ondergeschikt ben aan de oorsprong van mijn eigen bestaan, maar ik kan er maar niet bij. Dat mag ik minimaal "iets" boven mijn denkbeeldige pet noemen. Dat zou je 'God' kunnen noemen. Ben ik dan een “ietsist”? Misschien. Maar ik zou evengoed een “nietsist” kunnen zijn. In zekere zin is die onwetendheid die ons knecht dus hoger te noemen. Maar dat 'hogere' kan ook 'niets' zijn. Misschien is 'dit' wel alles wat er is. We komen en we gaan. Ons leven is in onwetendheid ontluikt en we sterven straks zeer waarschijnlijk óók zo. Dus in die zin heb ik niets voor op een ander. We schieten allen hopeloos tekort aan kennis over de oorzaak van ons bestaan. Of beter gezegd de zin van ons bestaan. Maar dat maakt alles er niet eenvoudiger op. Ik ben niet iemand die zich daar graag bij neerlegt. Was dat maar zo. Ik ken genoeg mensen die zich absoluut niet bezig houden met religie.
“Fijn, je bent dus gelovig geweest, maar nu niet meer, prima, leg het naast je neer!" Zo zit ik niet in elkaar helaas.
Rereformed schreef:Op de frontpage omschrijf ik dit zo: "De schrijver worstelt voortdurend om spiritualiteit toch in zijn denken te behouden, om het dienen van de aarde de hoogste invulling te geven, en noemt dat Volwassen Geloof: als mondig mens zelf inhoud geven aan hoogwaardig menselijk denken."
Zo probeer ik vast op mijn beide benen te staan en mij niet meer in de luren te laten leggen door openbaringen van 'godswege'. Was God ook maar een wetenschapper he? dan had 'Hij' ons niet met dat vervelende geloof hoeven opschepen.
Zo schreef ik verder:
Het grootste deel van de mensheid is blijkbaar gefrustreerd over deze onwetendheid te meten aan het grote aantal religies die de mensheid sinds duizenden jaren heeft voortgebracht. Velen denken je haarfijn te kunnen vertellen hoe die kaars in de kandelaar staat en zelfs zeggen velen zeker te weten wie, of wat die vlam heeft aangestoken. Om die reden gaan sommigen de wetenschappelijke weg, staan anderen weer tot hun schouders in de Ganges, of trekken naar Lourdes, of ondernemen een reis naar Mekka, en staan weer anderen te evangeliseren op het stadsplein met een "Jezus bus" en weer anderen bereiden een bomaanslag voor in naam van God. Een zich comfortabel voelende God die zich blijkbaar niet ondergeschikt voelt aan zijn eigen bestaan. Ook lijkt Hij zich totaal niet druk te maken over al het gekrioel van al die miljarden gelovigen van allerlei pluimage die om het hardst schreeuwen. God hoeft zich niet druk te maken over Zijn schepper. God zou buiten de tijd staan. Een God die zo lijkt het, verveeld en gapend op zijn troon zit. Zappend naar de kanalen der mensheid om te zien of er nog iets interessants is gebeurd vandaag. Onze honger naar waarheid, doel, bestemming en zingeving heeft ons goden geschapen voor hen die erin “mee” willen geloven.