Er bestaan seculiere christenen, joden, moslims, atheisten, hindoes, boeddhisten etc.... Ze hebben allemaal gemeen dat ze, behalve het hebben van een persoonlijke levensvisie, voorstander zijn van een samenleving waarin zij en anderen hun levensvisie vrij kunnen aanhangen of wijzigen.
Er bestaan ook voorstanders van een christelijke, joodse, moslimse, atheistische, boeddhistische etc... seculiere samenleving. Dat zijn mensen die wel voor een zogenaamd “seculiere” samenleving zijn, maar dan wel een waarin hun levensvisie de lakens uitdeelt of tenminste een bevoorrechte positie bekleedt.
Het verschil tussen bijvoorbeeld seculiere christenen en christelijke seculariteit is dus hemelsbreed.
De seculiere samenleving is nog jong. Ze is feitelijk een kind van de Franse revolutie. Ze ontstond later in gebieden die niet onder Frans bestuur hadden gestaan – Engeland en Wales bijvoorbeeld kennen het burgerlijk huwelijk sinds 1837, Duitsland sinds 1875.
De seculiere samenleving is nog onvoltooid. In de meeste Europese landen, waaronder Nederland en Belgie, worden nog steeds religieuze bedieningen (onderwijs, counseling,...) gefinancierd door de overheid.
De seculiere samenleving, jong en onvoltooid als ze is, is ook kwetsbaar. Wat verwezenlijkt is wordt met lede ogen bekeken door, onder meer, mensen die menen dat enkel God of zijn vertegenwoordigers met recht gezag kunnen uitoefenen. Voor hen is de seculiere samenleving wat azijn is voor een haring: je zit erin, maar niet zoals je het graag zou hebben. Op dit ogenblik spreken we misschien over enkele procenten, maar iedereen weet hoe emotionele mobilisatie rond zich heen kan slaan als cholera, en hoe snel redelijke mensen tot woede te bewegen zijn, als ze geloven dat de essentie van hun wezen onder bedreiging staat – men dient zich slechts de dertigjarige oorlog of de schoolstrijd te herinneren.
Net zoals “Intelligent Design” de waarde van wetenschap niet ontkent maar de bijbel tot wetenschap wil verheffen, zo lijken sommige gelovigen de waarde van seculariteit niet te ontkennen, maar verheffen hún geloof tot seculariteit. Dat is nu wat er bijvoorbeeld gebeurt in een artikel met de naam “De christelijke seculiere samenleving” waaruit ik hieronder enkele citaten van commentaar voorzie. Het werd artikel werd geschreven door Henk-Jan Prosman, die promovendus is aan de theologische faculteit van de Universiteit Utrecht. Het verscheen op IMPACT, “een site voor jonge christelijke professionals”, en werd ook gepost op het forum van Maroc.NL, waar het geen reacties ontlokte. Het is dus niet een groot filosofisch werk, maar gewoon de weergave van een reele gedachtenstroming.
In een eerste citaat – de basis van het artikel - wordt Rouvoet 's angst voor “een seculiere dictatuur” als uitgangspunt gekozen:
Niet ten onrechte vervolgt de auteur met een verwijzing naar de wetenschap, die in de seculiere samenleving uitzonderlijke suksessen boekt. Want, zo schrijft hij, uit de discussie omtrent Intelligent Design...De plaats van de religie in de moderne samenleving staat weer eens ter discussie. In deze discussie klinkt een sterk appèl voor een van de kernwaarden van de moderniteit: de seculariteit. De seculariteit van de samenleving wordt door velen gezien als de beste garantie tegen de ongewenste effecten van de religie en de daarmee gepaard gaande intolerantie. Het beroep op een seculiere samenleving lijkt een nobel streven, maar met André Rouvoet kunnen we ons ook afvragen of we niet het risico lopen in een “seculiere dictatuur” terecht te komen.
Maar wat zou een “eed van trouw aan een bepaalde grens van redelijkheid” toch betekenen? Wetenschap werkt met veronderstellingen en testen. Aan geen van beide wordt een grens gesteld, integendeel: wetenschap bloeit net wanneer de meest roekeloze veronderstellingen het breedste spervuur van testen overleven. Zou de auteur bedoelen dat wetenschap een sekte is wanneer religieuze stellingen niet wetenschappelijk getest worden, of bedoelt hij net dat religieuze stellingen van wetenschappelijk onderzoek vrijgesteld moeten worden? In het eerste geval is vrees ongewettigd: ook Intelligent Design, mirakuleuze genezingen etc... komen in aanmerking voor wetenschappelijk onderzoek. Het tweede geval is niet te rijmen met een seculiere samenleving: de vreedzame coexistentie van verschillende religies houdt op wanneer één religie haar waarheid wil opdringen aan de samenleving als geheel, en de wetenschap verwijt zich als een sekte te gedragen als ze dat weigert....komt naar voren dat het seculiere samenvalt met datgene wat strikt wetenschappelijk kan worden beredeneerd. Het is natuurlijk goed om niet onnodig religieuze voorstellingen in te brengen in een wetenschappelijk debat. Maar als wetenschappelijkheid vervolgens religieus gemotiveerde bijdragen op voorhand uitsluit zeg je meer. Dan verplicht je wetenschappers tot een eed van trouw aan een bepaalde grens van redelijkheid. Echte wetenschap heeft zo'n eed van trouw niet nodig, lijkt me. Dan wordt het een sekte.
Het vreemde besluit dat het sektarisch is om godsdienst te weren uit de wetenschap, is echter maar een eerste stap.
De auteur twijfelt er blijkbaar niet aan dat de overheid religies moet financieren, alleen heeft hij wat problemen met gelijke behandeling. Zo komen we terug bij wat er vóór de moderne seculariteit bestond: de strijd tussen religies, en wordt aangetoond dat onvoltooide seculariteit vraagt om problemen: zolang niet elke overtuiging voor de eigen winkel zorgt, ook voor godsdienstonderricht, counseling,... zal strijd tussen religies de kop opsteken.Kan het artikel op de vrijheid van onderwijs wel onverkort gehandhaafd blijven? Het is toch geschreven voor een onderscheiding van christelijk en openbaar onderwijs? Een gelijkschakeling van islamitisch en christelijk onderwijs veronderstelt eenzelfde houding ten opzichte van de samenleving. Ik begrijp wel dat het de juridische helderheid bevordert, maar ik word als christen of jood toch niet graag op de problemen van bijvoorbeeld de moslim afgerekend. De “gelijke monniken, gelijke kappen”-redenering veronderstelt dat de verschillende religies eenzelfde structuur hebben. Dus moeten er bijvoorbeeld ook van alle religies geestelijk verzorgers zijn in de strijdkrachten en de instellingen. Terwijl de geestelijke verzorging een bij uitstek christelijk concept is.
Het woord “seculariteit”stamt inderdaad uit de middeleeuwen, maar daar gaf het geen onderscheid aan tussen het kerkelijke en het niet-kerkelijke, maar tussen het kloosterleven en het leven buiten het klooster. De seculiere “aardse” wereld omvatte ook kerkelijke zaken en personen zoals bischoppen. Zoals dikwijls heeft het woord een nieuwe betekenis gekregen in een andere tijd. Vandaag staat het woord voor de gedachte dat het beter is voor alle burgers dat religie niet aan de macht is, en dat ze die macht ook niet nodig heeft voor haar beleving. Deze gedachte is zo onchristelijk als iets maar onchristelijk kan zijn.Een tweede probleem is diepgaander en betreft juist de verhouding tot de seculiere samenleving. De ironie van het begrip seculariteit, is dat het een christelijke oorsprong heeft. Het werd al gebruikt in het middeleeuwse kloosterleven, om het verschil tussen het kerkelijke en het wereldlijke mee aan te duiden. Juist de term die uit moet drukken dat er voor godsdienst geen plek is in het publieke domein, is ontwikkeld in de christelijke traditie.
Zo beschouwd zegt de auteur dat elke regio terug moet grijpen naar zijn eeuwenoude tradities: Europa moet christelijk zijn, China confuciaans, de Arabische wereld islamitisch, Afrika animistisch. Misschien zouden we allemaal best terug gaan leven zoals in 1009.Wat betekent dit voor de huidige discussie? Ik denk twee dingen. Ten eerste dat de interpretatie van “seculariteit als levensbeschouwelijke neutraliteit” het risico loopt te vergeten dat de westerse seculiere cultuur eeuwenlang is gevoed door een christelijke levensbeschouwing. Een terugdringen van de religie in de privé-sfeer loopt het risico dat een areligieuze publieke sfeer kil en onverschillig wordt en mensen hun motivatie tot burgerschap ontneemt. Het loochenen van deze verbondenheid tussen christelijk geloof en seculiere cultuur, en kiezen voor een levensbeschouwelijke neutraliteit kan uithollend werken.
Het is onjuist dat moderne seculariteit levensbeschouwelijk neutraal wil zijn. In een seculiere maatschappij is niet iedereen atheist, integendeel, ieder individu kan een vrij een mening vormen. Dat is natuurlijk iets wat sommige mensen stoort, ook of vooral zij die hoog opgeven van judeo-christelijke of christelijke tradities of zelfs van atheisme.
Een moderne seculiere samenleving is niet levensbeschouwelijk neutraal, zij is levensbeschouwelijk pluralistisch. Zij is evenwel geregeld door een neutrale overheid. De legitimering van deze overheid en haar wetten is gelegen in het verlangen van de bevolking naar vrede en coexistentie. Dat impliceert noodzakelijk de bescherming van minderheden. Deze wetten leggen, in de ideale toestand, dezelfde grenzen op aan alle burgers, maar binnen deze grenzen is elke burges vrij zijn of haar eigen wereldbeeld te beleven. Wanneer het verlangen van de burgers naar coexistentie ophoudt, stopt ook de seculiere samenleving.
Dit is de morele basis van de seculiere samenleving. Zij heeft er geen andere nodig.
Hoe dit mensen hun motivatie tot burgerschap kan ontnemen is me een raadsel. Eerder biedt het mensen kans op meer vrijheden en rechten, zonder vrees voor slachtpartijen.