Oftewel, justagirl21, ambiëer je een carriëre in de wetenschap?HarrieMe schreef:Kun je dat ene wetenschappelijk bewijs dat de wetenschap het fout heeft, noemen of een verwijzing naar een onderzoek waaruit dat blijkt, geven?
Groetjes,
Baruch
Moderator: Moderators
Hebr 6: Ik hou het erop dat het niet mogelijk is en heb tot op heden nog geen redenen om deze gedachte te verlaten. Dat iemand zichzelf ziet liggen wil niet zeggen dat dit behalve in het hoofd dit daadwerkelijk zo is. Ik kan mij ook wel dromen herinneren waar ik mijzelf zie lopen of liggen en allerhande avonturen meemaak, maar als om 06.30 de wekker gaat is er er enkel het file-spook dat overblijftrobindr schreef:Er was wel geen sprake van autoscopie. Hoe dat verschijnsel mogelijk is intrigeert me wel een beetje.
Ik verwacht veel reacties in de Belgische kranten en waarschijnlijk ook op Skepp be ....ik ga het van dichtbij proberen opvolgen ...Wat kunnen 'out of body'-experimenten ons leren?
door Jan Verplaetse
Het menselijke brein bevat de sleutel voor theologische raadsels die tot nu slechts onbevredigende antwoorden kregen
Jan Verplaetse voorspelt dat de filosoof een neuroloog zal moeten worden
:Jan Verplaetse is professor moraalfilosofie (UGent) en directeur van het onderzoekscentrum http://www.themoralbrain.be/
Het medische vakblad New England Journal of Medicine publiceerde een ophefmakende studie onder leiding van de Vlaamse neurochirurg Dirk De Ridder waarin men aantoonde dat buitenlichamelijke ervaringen kunstmatig kunnen worden opgewekt ( zie hierboven de verslaggeving over die ontdekking )
Een implantaat ter hoogte van een hersengebied op de grens tussen slaapbeenkwab en wandbeenkwab leidt tot een out of body experience die vergelijkbaar is met bijnadoodervaringen of mystieke trances die gelovigen steevast religieus inkleuren.
Vermeende bewijzen voor het leven na de dood, het bestaan van een aparte ziel of voor devoot contact met God lijken niet meer dan een kortsluiting in onze hersenen.
Ook wordt duidelijk dat eeuwenoude filosofische controverses over de oorsprong en werking van onze hogere mentale vermogens, zoals bewustzijn, religiositeit of moraal, perfect te benaderen zijn met 'ordinaire' medische apparaten.
Wie gelooft dat alleen de filosoof of de gelovige toegang heeft tot de geestelijke geheimen van het mens-zijn moet stilaan toegeven dat puur feitelijke kennis over ons lichaam en brein die mysteries erg bevredigend ontsluiert.
Dit baanbrekend onderzoek kan men zelfs aangrijpen om te betwijfelen of geesteswetenschappen die niets van exacte wetenschap willen horen nog een toekomst hebben.
Althans als het op fundamentele vragen aankomt.
Hoe baanbrekend de studie ook is, ze past in de ware revolutie die nieuwe beeld- en manipulatietechnieken de laatste jaren in de neurowetenschappen veroorzaakten.
Geen maand gaat voorbij zonder dat een onderzoek wereldkundig wordt gemaakt dat onze traditionele filosofische opvattingen op de proef stelt.
Vorig jaar werd bekend dat eenvoudige manipulatie met een elektromagnetische spoel ons moreel optreden bij onrechtvaardige beslissingen beïnvloedt.
Uit ander onderzoek bleek dat neussprays met neuropeptiden ervoor zorgen dat we meer vertrouwen hebben in onze medemensen en dat we hun gevoelens beter achterhalen. Intussen hebben neurowetenschappers een vrijwel volledig beeld gekregen van wat het betekent om empathie te hebben.
Als filosoof Schopenhauer gelijk had om medeleven te beschouwen als de wortel van alle moraal, dan zijn neurologen er alvast in geslaagd om de oorsprong van ons moreel besef bloot te leggen.
Die nieuwe kennis opent perspectieven in steriele filosofische debatten die niets meer waren dan een lange voetnoot bij Plato's dialogen.
Om slechts één voorbeeld te geven.
Sinds eeuwen maakt men ruzie over de vraag of het geven van hulp uiteindelijk niet berust op eigenbelang.
Wel, op dit ogenblik stellen neurowetenschappers diezelfde vraag in een scanner.
Als zuiver altruïsme zonder beloning of vrees bestaat, dan zal men dat op breinbeelden zien.
Met eenzelfde enthousiasme gaan onderzoekers disputen over bewustzijn en zingeving te lijf.
Als wetenschappelijke revoluties in het verleden wijsgerige vragen beantwoord hebben of overbodig hebben gemaakt, dan mogen we van geluk spreken dat we deze revolutie mogen meemaken.
Maar geloof in wetenschap betekent ook dat men de wetenschappelijke methode ernstig neemt.
Evenals de beperkingen.
Wie vertrouwd is met de geschiedenis om de mind tot body te herleiden, weet tot welke overdrijvingen, simplismen of verkeerde opvattingen die onderneming in het verleden leidde.
Al zijn wetenschappelijke revoluties onbestaand zonder scoops, echte vooruitgang is alleen mogelijk door respect voor de strenge eisen van empirisch onderzoek.
Twee beperkingen baren me wat zorgen.
In de eerste plaats berust het gros van studies op groepsanalyse, wat betekent dat men breinbeelden verkrijgt van de gemiddelde deelnemer, niet van de individuele participant. Wie bijgevolg gelooft dat die nieuwe kennis automatisch uitmondt in individuele diagnose of therapie heeft het verkeerd voor. Zo stond onlangs in deze krant nog te lezen dat een Nederlands team aan uitzendbureaus voorstelde om kandidaat-verkopers te scannen. Uit hun eigen studie - die nog niet aanvaard was voor publicatie - bleek enkel dat een gemiddeld goede verkoper meer activiteit had in een bepaald hersengebied. Die activiteit zegt echter niets over de verkoopgaven van een individuele kandidaat. Negeer je dat en verbind je hier gevolgen aan, dan discrimineer je onvermijdelijk goede verkopers zonder 'verkoophersenen' die in de statistiek weggezuiverd werden. Om die reden zijn casestudies, zoals die van De Ridder, welkom. De resultaten gaan nu niet langer over doorsneemensen maar over concrete individuen.
In de tweede plaats gaapt er nog een te ruime kloof tussen de breinbeelden en de interpretatie, tussen waargenomen activiteit en toegeschreven functie.
Niet zelden tracht men ongelukkige resultaten in het gelid te krijgen door interpretatiepirouettes die op grond van de resultaten niet te verifiëren zijn.
Hoofdreden voor dit manco is dat de huidige scanners nog te ruw registreren. Iedereen beseft dat 1 millimeter hersenweefsel te grof is om de menselijke geest daadwerkelijk aan het werk te zien. In de toekomst moet dat fijner. In tussentijd kunnen we ons flink behelpen met apparatuur die getipte hersengebieden rechtstreeks uit- of aanschakelt, zoals elektroden of magneten. Door het kunstmatig opwekken van symptomen zijn we er zeker van dat een bepaalde regio ook werkelijk die functie heeft. Het Antwerpse onderzoek is een schoolvoorbeeld van die aanpak.
Ondanks die beperkingen is er geen weg terug.
Daarvoor boekt het onderzoek te baanbrekende resultaten die bovendien onderling goed verenigbaar zijn. Het menselijke brein bevat de sleutel voor filosofische en theologische raadsels die tot nu toe slechts onbevredigende antwoorden hebben gekregen.
In de nabije toekomst zal een handboek wijsbegeerte of moraalfilosofie onvermijdelijk neurologische passages bevatten, net zoals een goed leerboek natuurkunde niet zonder wiskundige formules kan.
De Morgen / Publicatiedatum : 2007-11-06
Sectie : Opiniemakers
Nee niet achteraf. Wat heeft dat met de doden te maken?Sararje schreef:Jessy: Aantoonbaar onderscheid tussen beiden behalve achteraf? Kan jij een verschil aantonen tussen beiden? Lijkt me stug want de doden kunnen niet spreken dus is het onderscheid dat je maakt op dit moment nog arbitrair en daardoor je uitleg ook.