Er zijn andere criteria dan 'bewijsbaarheid' voor een geloof
Geplaatst: 15 okt 2016 08:48
Er zijn ook andere criteria dan ‘bewijsbaarheid’ voor het behoud van een overtuiging (of niet kunnen afstand dan van een idee)
Sommige vrijdenkers gaan er vanuit dat enkel rationele argumenten de doorslag moeten geven opdat iemand zijn of haar overtuiging aanpast. De claim moet testbaar juist zijn, of datgene waaraan men gelooft is onzin en mag dan ook publiekelijk geridiculiseerd worden. (waardoor men de gesprekspartner eerder van zich verwijderd, dan overtuigt via de rede).
Terwijl uit onderzoek blijkt dat mensen vaak geen rationele wezens zijn. Er zijn vaak psychologische, sociale oorzaken waarom mensen bepaalde zaken doen of denken. (Victor Lamme: de vrije wil bestaat niet)
Er zijn vaak redelijke oorzaken (psychologisch, sociaal, cultureel enz.) waarom iemand toch gelovig blijft, niettegenstaande tegenargumenten vanuit een louter rationele houding.
Van gelovige naar 'atheïst worden' op louter rationele gronden levert vaak heel wat secundaire nadelen op voor de gelovige in kwestie wanneer deze zijn religie openlijk zou verlaten. Men wordt verbannen door de groep waarin men leeft en men zijn dierbaren heeft, wat vaak doorslaggevend is om toch maar beter te blijven geloven. Men komt vaak ook in een filosofische crisis terecht: "Wat is de zin van het leven zonder fundament (zonder ultieme objectieve zin)?" Dit ontbreken van een beter alternatief dat er voor kan zorgen dat men niet verbannen wordt of afgestraft wordt door de eigen gemeenschap of dat men alternatieve zingeving vindt die dezelfde gemoedsrust brengt dan de religie deed, zorgt ervoor dat mensen hun geloof niet zomaar op rationele gronden kunnen verlaten.
Toch staart de atheïst zich blind op slechts één criterium voor de geldigheid van een overtuiging: de testbaarheid van de claim. Hij of zij ziet de secundaire nadelen niet voor het aanvaarden van rationele argumenten die leiden tot de voorkeur voor het behoud van het geloof in plaats van in staat te zijn deze af te kunnen werpen. Overtuigingen van mensen zijn pragmatisch, eerder dan dat ze waar of niet waar zijn.
Daarnaast mag men het nocebo-effect niet onderschatten (of het placebo-effect) van overtuigingen. Wanneer een leugen kan genezen (placebo) kan de waarheid ook ziek maken in bepaalde troosteloze contexten (nocebo-effect).
Er zijn dus redelijke redenen waarom iemand vaak gelovig blijft, en geen rationele argumenten kan aanvaarden.
Zowel de sociologie, de psychologie als de culturele antropologie als het systeemdenken kunnen daar antwoord op geven aan vrijdenkers. Ik vraag me soms af waarom vrijdenkers niet naar wetenschap luisteren m.b.t. het interpreteren van weerstand van gelovigen om rationele argumenten te aanvaarden. Ze kunnen het vaak niet, om psychologische en culturele redenen waarbij het hen confronteren met bewijsmateriaal geen verandering in houding zal kunnen teweegbrengen.
Sommige vrijdenkers gaan er vanuit dat enkel rationele argumenten de doorslag moeten geven opdat iemand zijn of haar overtuiging aanpast. De claim moet testbaar juist zijn, of datgene waaraan men gelooft is onzin en mag dan ook publiekelijk geridiculiseerd worden. (waardoor men de gesprekspartner eerder van zich verwijderd, dan overtuigt via de rede).
Terwijl uit onderzoek blijkt dat mensen vaak geen rationele wezens zijn. Er zijn vaak psychologische, sociale oorzaken waarom mensen bepaalde zaken doen of denken. (Victor Lamme: de vrije wil bestaat niet)
Er zijn vaak redelijke oorzaken (psychologisch, sociaal, cultureel enz.) waarom iemand toch gelovig blijft, niettegenstaande tegenargumenten vanuit een louter rationele houding.
Van gelovige naar 'atheïst worden' op louter rationele gronden levert vaak heel wat secundaire nadelen op voor de gelovige in kwestie wanneer deze zijn religie openlijk zou verlaten. Men wordt verbannen door de groep waarin men leeft en men zijn dierbaren heeft, wat vaak doorslaggevend is om toch maar beter te blijven geloven. Men komt vaak ook in een filosofische crisis terecht: "Wat is de zin van het leven zonder fundament (zonder ultieme objectieve zin)?" Dit ontbreken van een beter alternatief dat er voor kan zorgen dat men niet verbannen wordt of afgestraft wordt door de eigen gemeenschap of dat men alternatieve zingeving vindt die dezelfde gemoedsrust brengt dan de religie deed, zorgt ervoor dat mensen hun geloof niet zomaar op rationele gronden kunnen verlaten.
Toch staart de atheïst zich blind op slechts één criterium voor de geldigheid van een overtuiging: de testbaarheid van de claim. Hij of zij ziet de secundaire nadelen niet voor het aanvaarden van rationele argumenten die leiden tot de voorkeur voor het behoud van het geloof in plaats van in staat te zijn deze af te kunnen werpen. Overtuigingen van mensen zijn pragmatisch, eerder dan dat ze waar of niet waar zijn.
Daarnaast mag men het nocebo-effect niet onderschatten (of het placebo-effect) van overtuigingen. Wanneer een leugen kan genezen (placebo) kan de waarheid ook ziek maken in bepaalde troosteloze contexten (nocebo-effect).
Er zijn dus redelijke redenen waarom iemand vaak gelovig blijft, en geen rationele argumenten kan aanvaarden.
Zowel de sociologie, de psychologie als de culturele antropologie als het systeemdenken kunnen daar antwoord op geven aan vrijdenkers. Ik vraag me soms af waarom vrijdenkers niet naar wetenschap luisteren m.b.t. het interpreteren van weerstand van gelovigen om rationele argumenten te aanvaarden. Ze kunnen het vaak niet, om psychologische en culturele redenen waarbij het hen confronteren met bewijsmateriaal geen verandering in houding zal kunnen teweegbrengen.