Deze quotes van Sarot zijn om in te lijsten.....Eerst smeert hij Jeroen en Emanuel vol met stroop en honing en daarna laat hij de bijen los.....
Laat ik beginnen de kwaliteiten van deze publicatie te loven. Emanuel Rutten en Jeroen de Ridder bespreken in helder Nederlands wat zij zien als de beste argumenten voor het bestaan van God. Zij zijn beiden filosoof en verbonden aan het Abraham Kuyper Centrum van de Vrije Universiteit. Hun deskundigheid is boven elke twijfel verheven. Zij schrijven met passie over hun onderwerp, en toch blijft hun betoog in het algemeen bewonderenswaardig helder.
De eerste bijen beginnen te steken, eigenlijk is Emanuel Rutten al K.O....goed om te horen dat een collega hem een keer op die manier aanpakt.
Vervolgens vraag ik mij ook af, of de auteurs inderdaad de beste argumenten bespreken. Eén van de acht hoofdstukken is gewijd aan een argument van Rutten zelf, dat ik hier in zijn eigen samenvatting weergeef:
1. Als een bewering mogelijk waar is, dan is die bewering kenbaar (eerste uitgangspunt).
2. Als een bewering onkenbaar is, dan is die bewering noodzakelijk onwaar (volgt uit 1).
3. De bewering ‘God bestaat niet’ is onkenbaar (tweede uitgangspunt).
4. De bewering ‘God bestaat niet’ is noodzakelijk onwaar (volgt uit 2 en 3).
5. Het is noodzakelijk waar dat God bestaat (conclusie, volgt uit 4). (113)
Als ik even afzie van het feit dat het niet getuigt van bescheidenheid als je jezelf plaatst in het rijtje Anselmus van Canterbury, Thomas van Aquino, Gottfried Wilhem Leibniz, als bedenker van één van de beste argumenten voor het bestaan van God, is het bovendien de vraag of dit echt zo’n sterk argument is.
Inderdaad elke redenering is omkeerbaar........
Maar dat veronderstelt een aanname die veel atheïsten niet zo gemakkelijk zullen toegeven: dat het denkbaar is dat God bestaat. Deze aanname wordt ook later in het argument verondersteld en daar zelfs nog aangescherpt, wanneer wordt gesteld dat de bewering dat God niet bestaat, onkenbaar is
En het steviger werk.....de totale verwoesting van onze VU kornuiten.....
Daarmee ga ik geleidelijk over van de minder belangrijke zwakheden van dit boek naar de meer belangrijke zwakheden: de auteurs redeneren alsof er geen atheïsten bestaan. Niet alleen bespreken zij de argumenten tegen God van atheïsten niet, maar ook veronderstellen zij zonder nadere argumentatie de waarheid van allerlei beweringen die atheïsten voor onwaar of zelfs voor onmogelijk houden. Het boekje lijkt wel in een vacuüm ontstaan, met als gevolg dat de apologeet die zich de argumentatie van De Ridder en Rutten eigen maakt en een echte atheïst tegenkomt, binnen de kortste keren met zijn mond vol tanden zal staan. Het is niet onwaarschijnlijk dat die atheïst een boek als Wij zijn ons brein heeft gelezen, en denkt dat immaterieel bewustzijn een onmogelijkheid is. Dan heb je niet veel meer aan het boek van Rutten en De Ridder. Hun specifieke Godsdefinitie verkleint deze problemen niet, maar maakt ze eerder groter. "God definiëren wij eenvoudig als de immateriële persoonlijke eerste oorzaak van de wereld." (13) Dit is een in diverse opzichten problematische definitie, en de poging om dat te verhullen door het ‘eenvoudig’ te noemen, is wel heel doorzichtig.
En laten we dat er nog steviger in wrijven.......
De auteurs scheppen zich een god naar eigen beeld en gelijkenis: een reëel bestaand persoon. Niet alleen het persoon-zijn van God behoeft toelichting, ook Gods bestaan heeft zo’n toelichting nodig. Als christenen belijden wij niet dat God bestaat, maar ons geloof in God. Die twee hebben raakpunten, maar zij zijn niet hetzelfde. Het woord ‘bestaan’ heeft een andere betekenis wanneer wij zeggen dat God bestaat dan wanneer wij zeggen dat Jeroen de Ridder bestaat. Jeroen de Ridder kunnen wij bijvoorbeeld direct waarnemen, God niet. De auteurs lijken helemaal niet te zien dat het woord ‘bestaan’ van betekenis verandert wanneer wij het op God toepassen – en daarmee maken zij het hun tegenstanders wel heel gemakkelijk.
God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood! Hoe zullen wij ons troosten, wij moordenaars?
Zoek je troost? Bach! ( Waarom? 1:1)