PietV. schreef: ↑27 okt 2010 13:34
2a. Ben je in staat om deze god nader te definiëren?.
Nader staat er in de vraag. In de reacties die ik heb gekregen, werd het bijna schuddebuikend gezegd: “ Natuurlijk”!! En vervolgens kwam er een geloofsbelijdenis of men sprak over een drie-eenheid. Een enkeling praatte over een mysterieuze kracht. Xenophanes (470vc) stelde dat de paarden en ossen, als ze het konden, zich de goden als paarden en ossen zouden voorstellen. Daarmee gaf hij aan dat onze voorstellingen cultureel bepaald zijn. De gelovige claimt allerlei kennis te hebben. Echter het vloeit voort uit een godsdienstige traditie. Beelden of opmerkingen worden ingevuld rond bepaalde verwachtingen of op grond van dogma's. Om een bestaansinterpretatie in te vullen met vaagheden heeft niets te maken met het begrip nader. Eigenlijk mag je van degene die ergens in gelooft, best een nominale definitie ontvangen. Deze kan dan beoordeeld worden op het reële gehalte. Het vergemakkelijkt een discussie die misschien volgt. Albert Einstein antwoordde op de vraag of hij in een god geloofde als volgt: “Zegt u mij eerst wat u onder een God verstaat; daarna zal ik u zeggen of ik in hem geloof”!
Het lijkt soms dat theïsten als hen gevraagd wordt is er een god dit verwarren met is er een hond. De waarschijnlijkheid dat een hond bestaat is snel gelegd. De intrinsieke waarschijnlijkheid van een god of goden is van een heel andere rangorde.
Montesquieu schrijft in de Perzische brieven: “Als driehoeken een god maakten, zouden ze hem drie zijden geven. En op elke zijde komt een tekst die een bundeling is van mysterium tremenda majestas et fascinans, eros en aanvullende dogmatiek. Om de driehoek in de woorden van Hume absoluut onbegrijpelijk te maken en in intelligentie niet te bevatten. Maar als het de grenzen van de rede op zoekt dan heeft de scepticus gelijk een punt want ze weten niet waarin ze geloven.
2a. Ben je in staat om deze god nader te definiëren?.
Nader staat er in de vraag. In de reacties die ik heb gekregen, werd het bijna schuddebuikend gezegd: “ Natuurlijk”!! En vervolgens kwam er een geloofsbelijdenis of men sprak over een drie-eenheid. Een enkeling praatte over een mysterieuze kracht. Xenophanes (470vc) stelde dat de paarden en ossen, als ze het konden, zich de goden als paarden en ossen zouden voorstellen. Daarmee gaf hij aan dat onze voorstellingen cultureel bepaald zijn. De gelovige claimt allerlei kennis te hebben. Echter het vloeit voort uit een godsdienstige traditie. Beelden of opmerkingen worden ingevuld rond bepaalde verwachtingen of op grond van dogma's. Om een bestaansinterpretatie in te vullen met vaagheden heeft niets te maken met het begrip nader. Eigenlijk mag je van degene die ergens in gelooft, best een nominale definitie ontvangen. Deze kan dan beoordeeld worden op het reële gehalte. Het vergemakkelijkt een discussie die misschien volgt. Albert Einstein antwoordde op de vraag of hij in een god geloofde als volgt: “Zegt u mij eerst wat u onder een God verstaat; daarna zal ik u zeggen of ik in hem geloof”!
Het lijkt soms dat theïsten als hen gevraagd wordt is er een god dit verwarren met is er een hond. De waarschijnlijkheid dat een hond bestaat is snel gelegd. De intrinsieke waarschijnlijkheid van een god of goden is van een heel andere rangorde.
Montesquieu schrijft in de Perzische brieven: “Als driehoeken een god maakten, zouden ze hem drie zijden geven. En op elke zijde komt een tekst die een bundeling is van mysterium tremenda majestas et fascinans, eros en aanvullende dogmatiek. Om de driehoek in de woorden van Hume absoluut onbegrijpelijk te maken en in intelligentie niet te bevatten. Maar als het de grenzen van de rede op zoekt dan heeft de scepticus gelijk een punt want ze weten niet waarin ze geloven.
Je moet natuurlijk wel geloven wat God in de bijbel zegt. Dan is God geen mysterie maar wordt heel duidelijk een nadere definitie van hem gegeven. God wil gekend worden en daarom toont Hij zichzelf in de bijbel. Dat er gesproken wordt over het mysterie van de drie-eenheid is een wassen neus. Christus openbaart zichzelf, een heel levensverhaal waarin Hij zegt dat de Vader is zoals Hij is en Hij doet vele werken waaruit we hem kunnen kennen.
Je stelt dat de gelovige claimt allerlei kennis te hebben en dat deze voortvloeit uit christelijke traditie. Dat is slechts ten dele juist. Zoals Christus zegt in de bijbel handelt het christelijk geloof over ons dagelijks leven. De bedoeling is om hetgeen in de schrift staat toe te passen vandaag de dag. Traditie ontstaat door herhaling van zaken. Sommigen proberen dat maar dat werkt niet en dat is geen christelijk geloof. Behalve wanneer het het vieren van gebeurtenissen uit de bijbel is zoals het pasen. Maar dat is slechts een fractie van de chriselijke praktijk.
Het christelijke geloof verwijst naar het dagelijks leven van vandaag op basis van de situaties in het dagelijks leven. Die zijn voortdurend anders en het dagelijks leven is niet met tradities op te lossen. Een traditie is een herhaling van een belevenis om hetzelfde effect (positief gevoel oid) opnieuw te krijgen. Maar er staat dat er een tijd is voor alle dingen en waneer het tijd is voor iets wordt bepaald door de voorgeschiedenis en die is in de praktijk altijd anders.
De schrift verwijst naar het kennen van Christus. Hij spreekt over opnieuw geboren worden uit de Geest. Daarom spreekt Hij over geestelijk zijn en zijn wij geestelijke wezens. Iedereen is dat omdat voordat men geboren is verwekt is, maar op dat moment kan men nog niet geestelijk zien zoals een foetus de buitenwereld niet kan zien. De shcrift leert dat dat niet door traditie geschiedt maar door geestelijke groei. Dat betekent dat men interesse moet hebben in het goede en dat doen. Wie het goede doet kent Christus want het goede is uit God en alleen God is goed.
Het kennen van God wordt aangestuurd door kennis uit de bijbel, meer nog door de God die in de bijbel genoemd wordt, Hij verwekt kinderen, geeft hen groei en voedt hen. Daarna worden ze geboren en beginnen ze een zelfstandig leven. Alles geschiedt door de hand van God. Daarna wordt een kind begeleidt door zijn ouders totdat het zelfstandig wordt en God nader kan leren kennen met behulp van de bijbel en dan komen dogma"s en leringen pas om de hoek kijken.
Wanneer je een god zoekt en er zelf één maakt vanuit een ander perspectief dan verzin je je eigen god en gaat het niet over de God van de bijbel.
De God van de bijbel heeft mensen gemaakt en heeft hen gemaakt naar zijn beeld. Daarin openbaart Hij wie Hij is. Zo is het God die verwekt en God die geboorte geeft. God is Vader en God heeft een (eerstgeboren) Zoon. Daarna zijn de andere mensen verwekt door de Vader net als mensen kinderen verwekken. Dat is geen geheim want er staat "ik heb u verwekt onder de appelboom" (Hooglied).
God is schepper, God is rechtvaardig, God is goed, God is licht, God is raadsman. God heeft vele eigenschappen die in de bijbel genoemd worden zoals Jezus ze uitoefende en er staat ook dat Hij de schuldige zeker niet voor onschuldig zal houden. Maar Hij heeft de onschuldige (Zoon) tot schuldige gemaakt opdat de schuldige die erkent dat hij schuldig is ontdaan kan worden van zijn schuld door het bloed van Jezus. Dan wordt je rein.
Dus ja, God "definieert" zich nader in de bijbel. Nader definiëren is zeker te zwak uitgedrukt, God geeft een compleet plaatje van zichzelf in de schrift.
De vraag naar God of een hond is gelijk. Beide bestaan alleen is een hond met natuurlijke ogen waar te nemen maar een blinde kan God niet zien. Hij moet afgaan op het getuigenis van hen die wel zien anders valt hij in een kuil. De schrift maakt een vergelijking tussen honden en dwaalleraars. Honden zijn dieren die een bepaald menselijk karakter vertegenwoordigen, mensen zonder geduld die zorgen voor onderwijs dat te haastig is opgezet. Op die manier ontstaan dwaalleren. Men moet dus de Geest Gods volgen die uitleg geeft en dat doet Hij, met geduld, door gewone mensen. In het boek Spreuken staan heel veel adviezen ten aanzien van een deugdelijk leven, daaraan kun je zien dat de schrift door God geïnspireerd is.
Voor de scepticus geldt dat God in Zijn kinderen woont en door hen getuigt en handelt. Dan kan hij onderzoek doen maar dan moet hij wel geloven wat hij hoort en ziet.
"zeg mij wie God is en dan zal ik zeggen of ik in hem geloof", God openbaart zich in de bijbel, Zoals Hij zichzelf presenteert is heel duidelijk. God wind er geen doekjes om en vraagt of jij iets met hem te maken wil hebben, dat is Zijn vraag. Dus: Wil je Hem?
Begin bij het begin en maak je niet druk over mysteries en geloof degenen die zeggen dat God voor altijd een mysterie wil blijven niet. Een man zal zijn vrouw leren kennen en een vrouw haar man. Zo ook met God: Begin bij het begin en wordt geboren.
Een goede dag.