Naar nu blijkt gaat Meester echter elke zondag naar de kerk (hij zit er zelfs in het koor). Wel een vrijzinnige kerk, maar toch.
"We waakten bij Jezus, ik had er nog wel uren willen zitten"
religieuze belevenissen
Zonder religieuze beleving geen religie – misschien is ze wel de kern ervan. Toch lees je er maar weinig over. In deze rubriek beantwoorden mensen vragen over wat ze op religieus gebied hebben beleefd. Vandaag: Ronald Meester.
Wat hebt u meegemaakt?
„Elke zondag maak ik de oecumenische kerkdienst bij de Leidse Studenten Ekklesia mee. Daar kijk ik naar uit. Het is het mooiste moment van de week, en de rest van de zondag is er om heen gebouwd. Tijdens zo’n kerkdienst voel ik dat de mensen iets meer willen dan het over koetjes en kalfjes hebben. Tegelijkertijd gaan we het niet hebben over wat je tijdens de dienst zoal beleeft en voelt. Dat is een publiek geheim, iets dat verborgen moet blijven. Het onder woorden brengen ervan lukt namelijk nooit, je vervalt gauw in clichés.
Ik herinner mij de dienst op paasavond van vorig jaar nog heel goed. Een volle kerk waar de spanning en spiritualiteit bijkans doorheen knetterden. Er heerste een verstilde sfeer en er was slechts gedempt licht. We waakten bij het lichaam van Jezus. Niet letterlijk natuurlijk, maar toch zag ik het lichaam bijna voor me, nog steeds hangend aan het kruis in de stilte en de kou van de nacht. We lazen teksten uit Genesis en Baruch, en we zongen woedende regels over onrecht. De teksten en liederen verbonden het ontstaan van alles met het leven en de dood van Jezus, en uiteindelijk ook met ons eigen leven. Mijn gedachten dwaalden af naar het leven van Jezus. Ik kreeg tranen in mijn ogen toen ik dacht aan de drievoudige verloochening door Petrus en voelde mededogen met Judas de verrader en de laffe Pilatus. Aan het einde van de dienst – veel te vroeg voor mij, want ik had hier nog uren willen zitten – werd de paaskaars aangestoken. Vanuit dit ene lichtpunt gaven we het licht aan elkaar door en na enkele minuten baadde de kerk in het licht van honderden kaarsjes. Ik realiseerde mij dat we nu allemaal met elkaar verbonden waren. Het was een ontroerende, milde gedachte. Het was tot haar kern teruggebrachte religie.’’
(...)
„Ik geloof niet in een God die kan ingrijpen of in een God die ons eeuwig leven geeft. Ook in tijden van wanhoop heb ik nooit tot God gebeden om een andere loop van de gebeurtenissen of zelfs maar om steun. Wel zeggen we voor het eten aan tafel een gebed of spreuk op. ‘De aarde deed het bloeien, de zon deed het groeien. Lieve zon en lieve aarde, dat u ons nooit vergeet’ – een tekst afkomstig van de vrije school van de kinderen. Dat geeft het gevoel van samenzijn, is bedoeld om tot inkeer te komen, je te beseffen dat we het goed hebben met elkaar. Een echte religieuze beleving dus.’’
Lees de rest in Trouw
Hebr 6: