doctorwho schreef:Mmmm rijstplantjes die meer voedingsstoffen bevatten en zo oogziekten bij kindertjes voorkomen lijkt mij juist wenselijk. Evenzo meer opbrengst meer watervraag en nog wat prettige zaken.
Je wil een concreet voorbeeld. Je krijgt een concreet voorbeeld. Je eigen voorbeeld.
Rijstplantjes als medicijn voor kinderen om oogziekten te voorkomen: als deze rijstplantjes door genetische modificatie verkregen worden kan dit bepaalde problemen inderdaad oplossen. Dat deze rijstplantjes wenselijk zouden zijn is subjectief. Weliswaar heel aardig en filantropisch om dit wenselijk te vinden, maar wel een eenzijdige kijk.
Genetisch gemodificeerde rijstplantjes wenselijk vinden kan alleen vanuit een
eudemonistisch standpunt, als je het geluk van de mens op het oog hebt. Het klinkt allemaal heel vriendelijk en humaan, beste Doctorwho, maar je houdt er slechts een eenzijdige kijk op na. Het zegt dat de wereld zoals die nu is onwenselijk is.
Je moet niet in wereld-verzaking en zelf-verzaking vervallen, maar ja-zeggen tegen jezelf en de wereld.
Verbeteringsdrang gaat altijd samen met overspannen verwachtingen en een zeker pessimisme: (niet in alle opzichten bevorderlijk).
Het voorbeeld van de rijstplantjes gaat volledig voorbij aan het feit dat er mensen rondlopen die wel blijvende oogziekten hebben en niet genezen zijn. Hun leed wordt alleen maar versterkt als je zegt dat hun toestand onwenselijk is. Zij hoeven niet dubbel te lijden aan een gevoel van imperfectie. Zeggen dat hun oogziekte “overbodig” is, zal hen niet opbeuren. Ze moeten ondanks hun kwaal zin weten te geven aan hun leven. Dit kan niet als je nihilistisch bent en louter, zoals je zelf zegt, “voor verbetering vatbaar bent”. Het is een vorm van gebrek aan zelf-erkenning.
Het klinkt een beetje absurd uit angst bij voorbaat kinderen medicijnen te geven in de vorm van voedingsstoffen. Dit acht men noodzakelijk in derde wereldlanden waar medicijnen toedienen praktisch onhaalbaar lijkt te zijn.
Het is louter angstvallig problemen willen voorkomen.
Om een metafoor te gebruiken: ikzelf zou mijn maaltijd niet met heilzame apothekersbrouwsels willen vergiftigen.
Rijstplantjes: louter praktisch wenselijk, louter eudemonisme, volledig voorbijgaand aan theoretische bespiegelingen die ook praktisch zin kunnen hebben. Geen kijk hebben voor de waarde van de duistere en onaangename kanten van de wereld en het leven...
Hetzelfde geldt voor het voorbeeld van Peter van Velzen: louter praktische wenselijkheid, louter eudemonistische motieven.
Peter van Velzen schreef: Ik zou er geen bezwaar tegen hebben gehad als een gentherapeut mijn aanleg voor de ziekte van PArkinson, weggemanipuleerd zou hebben. écht niet.
Het is logisch dat je voor gentherapie kiest als je aanleg hebt voor parkinson, maar het is wel een beetje een paardenmiddel. Je zou het liever niet doen en liever geen aanleg voor parkinson hebben. Althans, zo denk ik erover. Nadeel: een dergelijke houding gaat volledig voorbij aan mensen die nu al wel parkinson hebben en met een dergelijke behandeling niet meer gebaat zijn. Het kan voor hen een frustratie temeer zijn. Je moet niet alleen problemen willen oplossen, maar ook handhavingsmechanismen aanreiken voor onopgeloste “problemen”.
NB: Als het voorbeeld van Peter en argument zou zijn, dan is het bezwaar wel dat dit berust op angst. Hoe groot is de kans dat je het krijgt? Moet je bij voorbaat maatregelen treffen?
Het is louter angstvallig problemen willen voorkomen.
Genetische manipulatie en verbeteringsdrang: een wereld waarin alle problemen als sneeuw voor de zon zijn opgelost, zou een heel saaie en eenzijdige wereld worden. Een zeker risico maakt het leven interessant. Maar ook daar weer: hoever wil je gaan in het nemen van risico’s? Dit moet ieder voor zichzelf bepalen.
doctorwho schreef: Aan mijzelf weet ik ook nog wel wat zaken te verbeteren
Het streven naar verbetering is denk ik inherent aan de wil en het vermogen dit toe te passen.
Je verbeteringsdrang gaat volledig voorbij aan een ander mechanisme van zelfhandhaving, namelijk aanvaarding van je “problemen” en hier een zin in
weten te leggen. En dan kun je nog aan “verbeteringen” werken.
Ik plaats het woord “verbeteringen” bewust tussen aanhalingstekens: ik zou liever zeggen “veranderingen”. Het werkwoord “verbeteren“ suggereert de aanname van een moraal die spreekt over “goed, beter en best”.
Opmerking:
Mijn moraal-opvatting in dezen gaat trouwens niet terug op eigen verzinselen, maar op iets wat in de moraalkritiek allang bekend is.
Ik neem enkele citaten uit de nagelaten fragmenten van Nietzsche uit de periode 1887-1888 (eigen vertaling).
De preoccupatie met zichzelf en zijn ‘altijddurende heil’ vloeit niet voort een een rijke en zelfverzekerde aard: want [zulk een mens] vraagt de duivel ernaar of hij zalig wordt, - hij is niet zozeer geïnteresseerd in het geluk, in welke gestalte dan ook: hij is kracht, daad, begeerte...
Het streven naar deze “altijddurende heil” is vergelijkbaar met “willen uitsluiten dat men parkinson krijgt”. De wenselijkheden worden niet langer (christelijk) op het hiernamaals geprojecteerd, maar realiseerbaar geacht in de bestaande wereld.
Men moet een zekere hoogte bereikt hebben, waarvandaan men in een vogelvlucht-perspectief begrijpt, dat alles, hoe het moet verlopen, ook werkelijk zo verloopt: dat elke soort imperfectie en het lijden daaraan tot de hoogste wenselijkheid behoort.
Deze citaten kunnen zowel op de christelijke moraal betrokken worden, als op een eudemonistische moraal die gentechnologie wenselijk acht. De ontwikkeling richting genetische modificatie is geboren uit bedoelde christelijke moraal en vloeit oorspronkelijk voort uit het christelijke streven naar wenselijkheden en “een betere wereld”.
"Ruimdenkendheid blijkt niet uit het toegeeflijk zijn, maar uit wijsheid en het juiste handelen." (Uit: Dmfcasimiri, aforisme 73)