Volgens Aristoteles (voor zover bekend, de allereerste embryoloog) begint wetenschap met
verwondering: “It is owing to wonder that people began to philosophize, and wonder remains
the beginning of knowledge” (in: Gilbert, 2008).
Verwondering daar zit het woord wonder in als stam, het is de bedoeling van verwonderen dat je het voorbij het wonder trekt en zonder wens denken of magisch denken over die kinderlijke schaduw heenstapt .
Ik denk eerder dat wetenschap begint op het snijpunt van het kinderlijke waarom naar het meer volwasenner hoe en waardoor .
Filosoferen alleen is niet genoeg er moet methode aangebracht worden in de impuls verbaasd te zijn over wat je ervaart en wat je opvoeding en omgeving je laat denken over die ervaring.
De grap is namelijk dat een overtuiging ook je ervaring beinvloedt, je moet maar eens terug gaan naar de plaatsen waar je als kind speelde en de herinnering daaraan vergelijken met de ervaring die je er nu bij hebt. Soms lijkt er niets verandert, maar dat kan eigenlijk niet want het perspectief is al anders dan dat het was. Een reunie van je kleuterklas is leuk als je volwassen bent, ik kan nog niet met een been op die stoeltjes zitten waar ik toen nog zonder enig probleem op kon zitten.
Alles verandert mee met de per eptie terwijl vaak de maat die je zelf bent en ook vanzelfsprekend verandert is, onveranderd schijnt .
Verwondering over dat het beeld dat je had niet meer overeenkomt met dat wat je nu hebt is waar wetenechap begint en juist geloof ophoud, geloof is conservatief en statisch , wetenschap is progressief en dynamisch .
Verwondering en geloof zijn maar heel even samen , daarna moet je er afscheid van nemen en verwondering alleen maar als een impuls zien .
Nothing in life is certain except death, taxes and the second law of thermodynamics.
—Seth Lloyd
The trouble with the world is that the stupid are cocksure and the intelligent are full of doubt.
—Bertrand Russell