1. Allereerst het volgende: een vrouw die ik goed ken is overtuigd christen. Alles wat in de bijbel staat is volgens haar waar. Wat ik ook aan intellectuele problemen aan draag, ze geeft toe dat ze hier niet in zal geloven, ook al waren de argumenten nog zo overtuigend. Wat ze als argument heeft is dit; ervaring. Ze heeft in haar leven een aantal grote problemen gehad, waar ze volgens haar nooit uit zou zijn gekomen als ze niet had geloofd in God. Ze heeft naar eigen zeggen een aantal keren engelen horen zingen en dat heeft haar op een aantal erg lastige punten in haar leven erdoor geholpen. Als ik haar daarover zag spreken zag ik aan haar dat die ervaringen haar nog steeds veel deden. Ook ikzelf heb bij mijn zus meegemaakt dat zij door haar geloof enorm veel kracht ervoer, waardoor zij de dokters af en toe versteld liet staan door de enorme pijn die zij, met de handen gevouwen, wist te verdragen(ze had een enorm agressieve vorm van kanker, die zelfs dwars door haar schedel groeide, volgens artsen moet de pijn die ze leed enorm zijn geweest); terwijl ze vertelde dat zij "ook niet had verdiend, dat God zo goed voor haar was(...)" Blijkbaar geeft religie mensen enorm veel kracht om door het leven te gaan. Het is natuurlijk zo dat dergelijke ervaringen niet maken dat een geloof ineens waar zou zijn, maar toch overtuigt het veel mensen wel van de gedachte dat "er dan toch wel iets meer zou zijn tussen hemel en aarde." Hoe kun je in discussie het beste omgaan met dit soort argumenten, want ik weet weet vrij zeker dat dit zelfs bij mensen met veel nadruk op de ratio wel het een en ander doet. In vragen over de zin van ons bestaan en over het bestaan van een werkelijkheid die wij niet kennen, maar die wel door mensen wordt ervaren, spelen ook menselijke emoties een grote rol. Volgens mij is het in ieder geval belangrijk in discussie deze gevoelens te onderkennen, maar wat is dan waar en niet waar? Kunnen wij daar als mensen uitsluitsel over krijgen, met onze verstand, dat af en toe al duizelt van de zaken die wel te beargumenteren zijn (neem iets als de relativiteit van tijd of van het feit dat ons bewustzijn ooit eens stopt, van beide krijg ik in ieder geval al koppijn als ik er mij een voorstelling bij probeer te maken

2. Het tweede probleem waar ik tegenaanliep is dat het argument van het kwaad voor christenen geen overtuigend bezwaar is tegen het bestaan van een God. De tegenwerping die tegen het argument werd gegeven is de volgende:
De mens had een eigen verantwoordelijkheid in het paradijs (ik heb wel problemen met het paradijs als verklaring voor de wereld zoals deze volgens de wetenschap is ontstaan, maar 'for the sake of the argument') en we moeten onthouden dat de relatie tussen God en mens een liefdesrelatie was, de mens heeft die relatie verbroken door geloof te hechten aan de woorden van de slang. Er knaagt bij mij iets in mijn onderbuik van "volgens mij klopt hier iets niet aan dit argument" maar ik kan zo niet aanwijzen waar het probleem in zit.