erik schreef:Pardon???
De meeste kinderen van criminelen worden zelf ook crimineel (uitzonderingen daargelaten).
De "Vader" van jouw zo geliefde pacifistische Jezus pleegt volgens de bijbel om het minste geringste truttige vergrijp genocide!
Je geliefde christus praat al die daden goed en is zelf ook niet verschoond van wat geweld op zijn tijd.
Het is je eigen geweten die nu recht probeert te praten wat krom is.
Je hebt het hier over de Amalekieten. Hoe kun je je dit voorstellen bij een God die mensen lief is?
Trek daarom op tegen de Amelekieten en versla ze. Spaar ze niet. Wijd al hun bezittingen onvoorwaardelijk aan de HEER. Dood alles en iedereen(1 Sam.15:3) Is dit geen pure volkeren moord? Ik moet zeggen dat ik daar ook moeite mee heb.
Dit is wat de Bijbel er zelf van zegt:
Deut. 25: 17 “
Vergeet niet wat de Amelekieten u hebben aangedaan tijdens uw tocht uit Egypte. Toen u uitgehonderd en uitgeput was, hebben ze gewetenloos en zonder enig ontzag voor God, de achterhoede overvallen, waarin de zwaksten zich bevonden.
Hier begon het mee:
Exodus 17:8-16.
In Refidim werd Israël aangevallen door de Amalekieten. 9 Toen zei Mozes tegen Jozua: ‘Kies een aantal mannen uit en trek met hen tegen Amalek ten strijde. Ikzelf zal morgen op de top van de heuvel gaan staan, met in mijn hand de staf van God.’ 10 Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen en trok tegen Amalek ten strijde, en Mozes ging naar de top van de heuvel, samen met Aäron en Chur. 11 Zolang Mozes zijn arm opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar liet hij zijn arm zakken, dan was Amalek de sterkste. 12 Toen Mozes’ armen zwaar werden, legden Aäron en Chur een steen bij hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten. Zelf gingen ze aan weerszijden van hem staan, om zijn armen te ondersteunen. Daardoor konden zijn armen opgeheven blijven totdat de zon onderging. 13 Zo versloeg Jozua het leger van Amalek tot de laatste man. 14 De HEER zei tegen Mozes: ‘Leg deze overwinning in een oorkonde vast, zodat niemand die ooit zal vergeten, en overtuig Jozua ervan dat ik zal zorgen dat niets op aarde nog aan het volk van Amalek herinnert.’ 15 Toen bouwde Mozes een altaar, en hij noemde het ‘De HEER is mijn banier’. 16 Hij zei: ‘Omdat Amalek de hand heeft durven opheffen tegen de troon van de HEER, (17:16) Omdat Amalek de hand heeft durven opheffen tegen de troon van de HEER – Betekenis van het Hebreeuws onzeker. Ook mogelijk is de vertaling: ‘De hand omhoog naar de banier van de HEER’.zal de HEER strijd voeren tegen Amalek, in alle komende generaties.
Amalekieten
De Amalekieten wouden de joden uitroeien zonder dat daar een aanleiding toe was. God zelf geeft de opdracht tot het uitroeien van de Amelakieten. Wat voor volk waren de Amelekieten dan dat ze moesten worden uitgeroeid?
Volgens overleveringen was Amelek een oude natie in het middenoosten die een ingeboren haat naar Israel had. Ze grepen iedere reden aan om de Joden aan te vallen. Er was geen aanleiding toe, geen landsgeschil, geen provocatie. Het was een instinctieve behoefte om Gods volk te vernietigen. Er was geen optie of mogelijkheid om de Amalekieten te herscholen of te herzien. Hun haat tegen de joden werd niet onderwezen het zat in de Amalekieten. Zolang een Amalekiet op de aarde liep was er geen jood veilig.
En waarom moesten de Amalekieten specifiek worden uitgemoord? Meerdere naties hebben Joden toch onderdrukt? Men zegt dat zij de eerste waren die de Israëlieten aanvielen, dit is niet helemaal waar dit waren de Egyptenaren. Ze waren wel de enige die de joden durfden aan te vallen tijdens de uittocht van het volk uit Egypte. Waar andere landen afgeschrikt waren door de tien plagen. Exodus 15:14
“Alle volken hoorden het, alle volken huiverden, de Filistijnen beefden, ze krompen van angst ineen”. De Amalekieten waren het enige volk wat niet onder de indruk was van God.
God had aan Abraham onder ede beloofd dat hij tot groot volk zou worden en dat het land Israël aan zijn nageslacht gegeven zou worden. Uit dit volk zou ook de Messias komen. Zouden de joden zijn uitgeroeid dan was Jezus nooit geboren. Eeuwen later na Exodus, zouden de Amelekieten het weer proberen.
Geweld
Nooit maar dan ook nooit mogen dergelijke passages worden gebruikt om het plegen van een genocide in deze tijd goed te praten. Het gaat hier om een specifieke tijd in de Godsregering. Dit noemt men de oorlogen des Heren. In de Oudtestamentische tijd was Israel een theocratie, een samenleving die geen onderscheid maakte tussen kerk en staat. Israëlieten mochten niet op eenzelfde wijze met de volkeren buiten het land Israel omgaan.
Deuteronomium 21:1-20. Nooit mocht het volk in die tijd geweld gebruiken om een wereldheerschappij na te streven.
Nam men vroeger het nietzo nou met de mensenrechten? In de Bijbel wordt vaak geschreven dat het om “Gods rechten” gaat en niet om mensenrechten. Het was de bedoeling van God dat Israel zijn vijanden versloeg: Deut 9:4-5
Maar wanneer hij hen zo voor u op de vlucht jaagt, moet u niet bij uzelf denken: We hebben het ook wel verdiend dat de HEER ons hierheen heeft gebracht om ons dit land in bezit te geven. Nee, het is omdat die volken zo slecht zijn dat hij ze voor u verdrijft. 5 Niet uw eigen rechtvaardigheid of uw zuivere geweten geeft u toegang tot hun land. De HEER, uw God, verdrijft die volken voor u omdat ze zo slecht zijn, en omdat hij zich wil houden aan de eed die hij uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob heeft gezworen.
Verder op in het Oude Testament vindt je ook wraakpsalmen zoals Psalm 137:9:
Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert. Dit Psalm is geschreven gedurende Babylonische ballingschap waarin de joden veel wreedheden ondergingen en riepen om vergelding. Dit is een reactie op het aangedane kwaad gedurende die ballingschap. Van het oude volk in die tijd valt niet te verlangen dat alles zomaar vergeven en vergeten is na al die jaren ballingschap. Zowel het oude volk, als een Gemeente moet weten dat alleen God over wraak gaat.
Romeinen 12:19-21
Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.
Nogmaals is er geen enkele Bijbelse grond om geweld, het vechten tegen vlees en bloed, toe te passen.
1 Korintiërs 5
Over de buitenstaanders zal God oordelen. Maar binnen de gemeente geldt: ‘Verwijder wie kwaad doet uit uw midden.[/i]