'Als wordt verteld dat vele eeuwen geleden een lichtstraal neerdaalde op een slapende vrouw (zo had zij gedroomd);
dat daarna door een waarzegger de geboorte van een buitengewoon kind was aangekondigd;
dat engelen verschenen bij de geboorte van het kind;
dat van verre kooplieden waren gekomen om het kind gaven te aan te bieden;
dat een wijze het kind als goddelijk had herkend en was neergeknield om het te eren;
dat het kind op achtjarige leeftijd zijn leermeesters zonder hen te brutaliseren had verbaasd met zijn kennis;
dat hij opgroeide vol meelevende deernis met al wat leefde en leed;
dat hij om zijn medeschepselen te helpen alle wereldse roem en rijkdom had vaarwel zei;
dat hij door een verschrikkelijke beproeving van duivelse verleidingen was gegaan en als winnaar was tevoorschijn gekomen;
dat hij heiligheid preekte en naastenliefde beoefende;
dat hij leerlingen uitkoos om zijn leer uit te dragen naar alle volkeren...
over wie denk je dat dat verhaal gaat? Over hem, die in een Syrisch dorp werd geboren tijdens de regering van keizer Augustus en om het leven werd gebracht tijdens de regering van keizer Tiberius? Wát als je dan hoort dat dit het verhaal is over iemand, die vijf tot zes eeuwen leefde vóór de grondlegger van het Christendom op aarde kwam? Het verhaal gaat namelijk over Boeddha'!
Maar… dat had je al begrepen natuurlijk.

Wonderlijk van Holmes dat hij dit alles schreef in 1830, toen de massa gegevens die wij nu hebben, nog onbekend was. Nog wonderlijker dat zijn tekst in zijn tijd totaal niet is 'opgevallen'. Maar zo gaat het vaker: ideeën die niet passen in de gedachtewereld van dat moment worden óf niet gehoord óf verkeerd verstaan. Het mag om mythen gaan of om nooit gehoorde historische feiten.

Als Boeddha voelt dat zijn einde is gekomen, zegt hij tot zijn volgelingen: "Ik beloof u de Vertrooster, de Geest van waarheid te zenden, die u zal leiden tot de volle waarheid".
Hij besteeg de berg Pandava en werd daar van gedaante veranderd: 'De hemelen openden zich en er kwam een groot licht op hem en de glorie van zijn persoon straalde met dubbele kracht, als de helderheid van zon en maan'.
Het derde gebod uit de tien geboden van Boeddha luidt: 'Bedrijf geen overspel! Dit gebod wordt door u geschonden ook als u met begeerte kijkt naar de vrouw van een ander'.
En zo zijn er nog een aantal teksten of gezegden van Boeddha. Ik kies er een paar uit, tik ze niet uit maar verwijs gemakshalve naar de plaats waar je ze zelf en letterlijk(!) kunt vinden:
* over het zaad en de goede aarde (Mt.13:3 e.v.)
* over het zaad en het onkruid (Mt.13:24 e.v.)
* over de rijke jongeling die niet wist wat te doen (Mt.19:20 e.v.)
* over het voorbijgaan van hemel en aarde (Mt.24:35)
De bekende en beroemde Bergrede is geheel of gedeeltelijk terug te vinden in de Joodse Mishnah, Midrash of Talmud.
Het is gewoon de kale waarheid dat bijna alle uitspraken die wij kennen uit de evangeliën al aan de leermeesters of goden uit de oudheid werden toegedicht en dat die uitspraken bewaard werden in mondeling overgeleverde mythen en mysteriespelen alvorens vele eeuwen later te worden opgeschreven.
Wat doe je met die wetenschap? Hoe reageer je daarop? Het is maar een vraag. Of reageer je er liever niet op?

Groeten.
Fons.