In mijn zoektocht waar die vandaan zou moeten komen en waar ik mij bij aan zou kunnen sluiten ben ik ernstig teleurgesteld. De oppositie versnipperd over vele websites, clubjes en individuen. Eigenlijk is Geert Wilders de enige opponent van enige betekenis. Maar met een beperkt programma en een strategie die mij op bepaalde punten niet aanstaat en ook niet effectief lijkt.
Over strategie wordt weinig nagedacht. Men tracht vooral in discussie te gaan over het bestaan van god en de slechtheid en belachelijkheid van godsdiensten aan te tonen. Ook blijkt een aantal atheïsten minder atheïstisch dan op het eerst gezicht gedacht. Het is bijvoorbeeld niet eenvoudig om het bestaan van een ziel in overeenstemming te brengen met atheïsme. Ook de onkritische omarming van de gedachte dat de samenleving een verzameling vrije individuen is maakt het denken over bestaan, ontstaan en eventueel tegengaan van religies niet eenvoudiger. Dit waren belangrijke redenen om me niet bij het Humanistisch Verbond aan te sluiten. Uiteindelijk bracht mijn zoektocht mij bij de Vrije Gedachte. Waar ik voldoende aanknopingspunten denk te vinden.
Het ergste maar het eerst: Volgens mij zullen we het vrijdenken een nieuwe wending moeten geven. Zoals ik het nu lees wordt de vrijdenker sterk op zichzelf teruggeworpen. Het denken lijkt een nogal individuele bezigheid. Allemaal eigenwijze en enigszins anarchistisch ingestelde mensen. Laten we eens een andere visie op denken bekijken:
Gedachten zijn niet zo maar vrij. Gedachten planten zich voort door de hoofden van mensen. Zij die daarin het meest succesvol zijn overheersen. Men kan pas zeer beperkte vrijheid daarover krijgen als men zich juist van dit mechanisme voldoende bewust is. Zou je kunnen stellen dat vrijdenkers proberen de gedachten te dresseren met de rede ? Voor mij is een aardig voorbeeld van dressuur het moment waarop men er in geslaagd is degene die zijn arbeid geeft "werknemer" te noemen. Kennis en analyse van "het denken" en "het sociale" zelf laat veel te wensen over.Brecht: Me-Ti, Boek der wendingen p 11 (NL vertaling, SUN 1976)
Bepaalde gedachten van ordenende aard, gedachten die orde scheppen tussen de
gedachten, kan men wat hun gedragslijn betreft zeer goed met ambtenaren
vergelijken. Oorspronkelijk aangesteld als dienaren van het algemeen worden ze
al gauw tot heersers daarover. Ze moeten de productie mogelijk maken, maar
verslinden deze. Bepaalde tegenspraken tussen de gedachten uitbuitend werpen ze
zich tot heerser op; daarbij richten ze zich naar de machtigen, niet naar de
nuttigen.
Men kan het rijk der gedachten vergelijken met een gewoon rijk, sprak Me-ti
verachtelijk. Er heerst de ergste onderdrukking. Een andere ordening dan
onderdrukking bestaat niet. Bepaalde groepen komen aan de macht en onderwerpen
alle overige. Niet de prestatie geeft de doorslag, maar de afkomst en de
connecties. De nuttigen worden gedwongen de machtigen te dienen. Zij die
eenmaal de macht in bezit hebben houden allen die na hen opkomen, eronder.
Bepaalde samenscholingen van oproerige gedachten worden zonder pardon
verhinderd. Men kan gerust zeggen dat het rijk der gedachten als twee druppels
water gelijkt op het rijk waarin het ontstaat.
Een reusachtige groep gedachten dankt haar bestaan uitsluitend aan de diensten,
welke zij weer andere bewijst; slechts met het oog hierop hebben deze gedachten
nut. Het systeem der toetsingen is door en door corrupt. Relaties geven de
doorslag.
Bepaalde gedachten hebben enkel en alleen tot taak om dit rijk eeuwig te
verklaren. Zij bewijzen dag en nacht dat dit rijk een deel van de natuur is
en onmogelijk te veranderen. Deze gedachten worden af en toe, wanneer ze in de
dienst vergrijsd en vervet zijn, vervangen door andere, jonger en slagvaardiger
dan zij. Deze vertegenwoordigen dan het oude in nieuwe bewoordingen.
Vanuit de geschiedenis is dit begrijpelijk. "Vrij" betekende in de eerste plaats "bevrijd van het godsdienstig geloof" en aangezien er in de tijd van ontstaan nog weinig inzicht bestond in het menselijk denken is het niet vreemd om dit denken als een in het individu plaats vindende niet nader te analyseren activiteit te benoemen. Een dergelijke benaderingswijze heeft altijd individualistische tendensen tot gevolg. Dit lijkt mij een belangrijke oorzaak van het geringe succes van de vrijdenkersbeweging in het organiseren van mensen die zich van de kerk losmaakten. Ook het "positief atheïsme" van Jan Hoving (1877-1939) was geen succes, althans geen methode om mensen te binden:
… het positief atheïsme de mens de mogelijkheid geven zijn leven in te richten naar zijn eigen inzichten, met de nadruk op de harmonieuze verbinding met de wereld om hem of haar heen. Het positief atheïsme is op zichzelf slechts een mentaliteit en behelst géén omlijnde praktische levensinvulling. Er is geen sprake van een opgelegd gedragspatroon; de nadruk ligt juist op individuele vrijheid. Het begrip kan het best uitgelegd worden door het te plaatsen tegenover wat het niet is. …. De enige eisen, die inherent zijn aan het positief atheïsme, waaraan de levensstijl moet voldoen, zijn -behalve dat het atheïstisch moet zijn - vredelievendheid (geweldloosheid) en dienstbaarheid aan de samenleving. Deze twee eigenschappen vormen het positieve, het opbouwende, van het (positief) atheïsme.
Uit Vincent Stolk: "De dageraad van het positief atheïsme"
"So what" zou je kunnen zeggen. Laat ons lekker met rust. Dat heb ik ook lang gedacht. Maar: "Het geluid van religies klinkt steeds vaker en steeds harder". De vrijheid van meningsuiting staat op de tocht. De neutraliteit van de openbare ruimte wordt aangetast. De scheiding van kerk en staat ook. En dan heb ik het nog niet over allerlei zweverigheid en ietsisme dat, hoewel op het eerste gezicht onschuldig, deze ontwikkelingen in zekere zin faciliteert.
Voor mij is het duidelijk dat een vereniging als de VG ook bij een optimaal functioneren niet zelf op voldoende schaal mensen zal kunnen binden. Het gedachtegoed van het onversneden atheïsme is voor de meeste mensen, inclusief velen die van hun geloof zijn gevallen, een te onverteerbare zaak.
Het opgeven van je geloof in een god is één zaak. Maar het opgeven in het geloof in de uniciteit en niet-toevalligheid van het eigen bestaan als individu is meestal een stap te ver. Voor mij is echter het één met het ander verbonden. Het “geloof in het zelf” leidt vroeger of later tot een geloof in “iets hogers”. Zo’n zelf is zichzelf als doel niet genoeg.
"De strijd tussen christenen en atheïsten: gaat die wel over het bestaan van god? Of gaat die eerder over de vraag wat een subject is – mens zijn hoe doe je dat". Las ik laatst ergens in de aankondiging van een boek. Ik was er al meermalen op gestoten dat er een direct verband is tussen het ontstaan en aard van het subject en ontstaan en vorm van godsdiensten. Het omgekeerde lijkt mij de kern van het probleem: Als je van je geloof valt dan ontstaat er meestal een probleem met je "zelfopvatting".
Het atheïstische standpunt is met een zekere onvermijdelijkheid verbonden met de aantasting van het almachtige subject. Niet zozeer in het alledaagse leven, maar juist in de overdenking van het eigen leven in meer algemene zin. Ik vat mij zelf reeds zeer lang op als "een samenraapsel". Het is met name deze stap die het onversneden atheïsme voor velen moeilijk verteerbaar maakt. Nauw verbonden met deze overgang zijn andere opvattingen over denken en "vrije wil". In recente tijden zijn deze zaken naar mijn weten het beste en meest toegankelijk verwoord in de werken van Daniel Dennett. Belangrijk in dit kader zijn "Consciousness Explained" en "Freedom Evolves".
Op de website van "de Vrije Gedachte" lees ik:
Een Vrijdenkerscanon is eigenlijk een contradictio in terminis: vrijdenken betekent zelf nadenken (SAPERE AUDE) en iedere vrijdenker zal een eigen canon hebben. De hier verzamelde en organische lijst met (boek)titels is een aanbeveling voor zelfstudie over bijvoorbeeld vrijdenken, humanisme, atheïsme, scepticisme en filosofie.
Ik moet dit bestrijden. Vrijdenken betekent niet zonder meer "zelf nadenken" in de betekenis van "zelf het wiel uitvinden" met wat hulp van buiten. Voor mij staat vrijdenken voor de wetenschappelijke en rationele benadering. Verlichtingsdenken zo u wilt. Als tegenstelling tot dogmatisch (vanuit het geloof) denken. Dat denken doen we niet alleen maar als het goed is samen. We kunnen het dan hopelijk eens worden over opvattingen over aspecten van de werkelijkheid die we delen.
De belangrijkste discussiepunten die ik met bovenstaand wil aanzwengelen zijn:
(1) Wat meer eenheid in de zelfopvatting van de vrijdenker. Controleren of de ideeën over bewustzijn, vrije wil en zo wel voldoende op één lijn zitten en als dat niet zo is daar iets aan doen. In het verlengde daarvan dient een echte canon te worden opgesteld: zaken waar we het als vrijdenker eens zijn.
(2) Strategie en organisatie van vrijdenkerij als beweging. Dat kan volgens mij pas op een vruchtbare wijze als we het over (1) eens zijn.
Dit is een aangepaste versie van een artikel dat verscheen in "de Vrijdenker"