Hoi,
Ik had graag deze tekst gedeeld. Het gaat min of meer over de onvolledigheid in het zich zelfbewust zijn, vrijheid, kennis en wil. En enkele implicaties daarvan voor de mens in de samenleving. Om dan een mogelijk antwoord te geven op die implicaties.
Het is nogal een speciaal tekstje. Vind ik zelf.
Groeten,
Dries
Onvolkomen
Mentaal kijken
Via onze ogen of oren of een ander zintuig, kan er een projectie worden gemaakt, in onze hersens, die representatief is tot een eigenschap in de omgeving. Zoals geluidsgolven die worden omgezet in geluid, in de hersens.
Maar daar stopt het niet. Er zijn niet slechts die projecties. Dan wordt er ‘gekeken’ naar die projecties, mentaal gekeken dus. Zo ontstaat er perceptie. En een deel van die perceptie zal bewust worden waargenomen. Er wordt dus ook mentaal gekeken, naar die perceptie.
Maar dat wat bewust kan worden, zijn niet slechts zintuiglijke waarnemingen. Het zijn ook emoties en opvattingen of gedachten.
Het denken zelf, het mentaal kijken, gebeurt niet bewust. De mens kan wel impulsen geven,in hoe te gaan denken. Maar het denken zelf is niet bewust. De gedachte wordt bewust. Woorden of beelden of emoties ‘komen’ in het bewustzijn.
Maar het mentaal kijken of kortweg, kijken, gaat wel gepaard met perceptie. Datgene waarvan men zich bewust wordt, kan dienen als basis, van nieuwe gedachten en nieuwe beelden en nieuwe emoties. Of wat ik kortweg zal noemen, opvattingen.
De onvolledigheid in het zich zelfbewust zijn
De mens kijkt vanuit verschillende perspectieven.
Elk perspectief is een andere wijze van kijken, een andere wijze dus, van in het bewustzijn, te zijn.
Men kijkt volgens het perspectief. Men kan niet kijken op een wijze die buiten, hoe men kijkt, staat. Hoe men is in het bewustzijn, maakt, hoe men kijkt en maakt hoe men kan zijn en zal zijn. Dus men is en zal zijn, in overeenkomst, met hoe men, in het bewustzijn, is.
Doorheen de verschillende perspectieven, is men anders, in het bewustzijn. Hoe men dus is in het bewustzijn, in een perspectief, in een wijze van kijken, is slechts een deel van hoe men is en hoe men kijkt.
De verschillende opvattingen, emoties, prikkels, die komen vanuit de verschillende perspectieven, kunnen met elkaar verbonden worden. Deels bewust. Deels onbewust. Maar kunnen met elkaar verbonden worden in een proces dat, doorheen het zijn in die verschillende perspectieven, plaatsgrijpt. En waarbij die verschillende opvattingen e.d. met elkaar kunnen verbonden worden, tot een synthese, een conclusie, die ontstaat, uit het hebben voortgebouwd van die verschillende perspectieven op elkaar.
Dit proces en hoe dit proces werkt en kan werken, kan men mogelijk nagaan, in zichzelf, wanneer men met dit proces bezig is. Echter wanneer men dit niet zou doen, dan is men zich bewust, vanuit die perspectieven, die zich ontwikkelen, doorheen dat proces. Zich ontwikkelen, relatief tot de eigen aard en relatief tot de opvattingen die men reeds heeft. Maar men is zich dan niet bewust van dit proces en het plaatsgrijpen ervan. Men is bezig met het kijken en denken en doen. Met het opvattingen maken in het belang van zichzelf en/of de omgeving. En men is, in dat kijken en denken en doen, als er in het bewustzijn niets is, buiten dat.
Men kan zich bewustzijn van dit proces. En als men met zulk perspectief gaat kijken, namelijk, naar hoe het plaatsgrijpt in zich, dan kan dit mogelijk bijdragen tot een verruiming in hoe men kan zijn.
Maar hoedanook, als men kijkt naar hoe dat proces in zich plaatsgrijpt, dan doet men dit vanuit een perspectief. Dus het blijft bij een wijze van zijn, als kijkend vanuit een perspectief en waarbij er doorheen verschillende perspectieven, een opvatting wordt gevormd.
Bovendien, hoe men uiteindelijk is, is ook, hoe dat proces zich vormt en heeft gevormd en welke conclusie eruit is gekomen. Want die conclusie kan dan weer leiden tot een handeling of een nieuw perspectief. Zodat hoe men is, een proces is, een ontwikkeling is, die doorheen de tijd, steeds verder gaat. Met, althans mogelijk dan toch, een hele evolutie in opvattingen. Met opvattingen voortkomend uit een geheel van opvattingen die men net heeft gemaakt en/of die zijn opgehaald uit het geheugen. En dit steeds opnieuw en opnieuw. Doorheen de tijd, zich afspelend, in zich.
Maar men kijkt steeds vanuit een perspectief, waarbij dat perspectief waaruit men kijkt, in relatie staat, tot de opvattingen die dan in het geheugen zijn en waarbij dan, die opvattingen met elkaar in relatie worden gebracht, eigen aan hoe men kijkt.
Dus men kijkt steeds vanuit een perspectief, dat slechts een fractie van de opvattingen bevat, die nodig zijn, om een nauwkeurig, een omvattender beeld te kunnen krijgen van hoe men is geweest, doorheen de tijd.
Dus het beperkt zijn in het aantal opvattingen dat men, vanuit een perspectief, met elkaar kan verbinden, vormt een begrenzing in hoe nauwkeurig het zelfbewustzijn, kan zijn, in het opvatten van hoe men is, doorheen de tijd.
En niet slechts naar zichzelf, dezelfde beperking doet zich voor, in het opvatten van hoe de omgeving is, doorheen de tijd.
Men kan wel, in retrospectie gaan en gedurende enige tijd, herhaaldelijk herinneringen ophalen zodat men, steeds nieuwe inzichten krijgt omtrent hoe men, toen, was zoals men was. Zodat men een vollediger, een omvattendere en meer nauwkeurige opvatting kan verkrijgen.
Maar zulke retrospectie is iets dat niet praktisch lijkt om consistent, doorheen de tijd, uit te voeren. Immers, het zou inhouden dat men nadat men retrospectie heeft uitgevoerd, zou retrospectie uitvoeren, over hoe men is geweest, toen men die retrospectie aan het uitvoeren was. Zo zou men heel de tijd in retrospectie zijn.
Men zou een snelle retrospectie kunnen uitvoeren. Het proces zou als volgt gaan. Men kijkt vanuit een bepaald perspectief. Dan gaat men kijken hoe men gekeken heeft. Dan gaat men kijken hoe men gekeken heeft (dat men gekeken heeft). Enzovoort.
En het lijkt mij, dat men nooit kan zien hoe men ziet, terwijl men zo ziet. (Het denken zelf gebeurt niet bewust) Pas wanneer men het perspectief aanpast kan men kijken naar hoe men heeft gekeken. Maar op dat moment ziet men dan weer niet, hoe men dan aan het kijken is.
Wat men ook kan, is het begrip ontwikkelen. De opvattingen die men reeds gemaakt heeft, kan men peilen in hun nauwkeurigheid, om alzo met de bevindingen ofwel een bevestiging te krijgen in hun vermoede nauwkeurigheid of om ze aan te passen. En zo kan men verder en verder bouwen, aan de opvattingen.
Zodat men dus kan kijken, beschikkend over een dieper inzicht in hoe de omgeving, wereld of hoe men zelf is, dan dat men voorheen had. Maar als men kijkt, met een dieper inzicht erin vervat, dan kijkt men ook op een wijze die omvattender is. Dus om dan te gaan kijken, naar hoe men keek
Zodat het mij ook lijkt dat er een grens lijkt in de nauwkeurigheid waarop men zelfbewust kan zijn.
De onvolledigheid in onbepaaldheid
Vanuit het perspectief dat men kijkt, vormt men, relatief tot dat perspectief, een relatie met de omgeving en/of zichzelf, door de opvattingen, die men relatief tot perspectief en tot de omgeving en/of zichzelf, maakt.
En eigenlijk, zou men zichzelf, als de opvattingen die men maakt over zichzelf, als een deel van de omgeving, kunnen beschouwen. De opvattingen over zichzelf zijn als een deel van de omgeving voor zichzelf.
Maar goed, omdat dus, die relatie er is, als samengaand met het perspectief waarmee men kijkt, is er alzo een binding met de omgeving, namelijk die relatie dus.
Dan is er een bepaling in hoe men staat en in hoe men is, in relatie tot de omgeving. Namelijk die relatie zelf.
Maar die bepaling die er dan is, hoeft daarom niet bepalend te blijven, voor zich.
Want men kan dan vanuit een perspectief gaan kijken waarmee men, deels of mogelijk volkomen, die relatie in zich, ziet.
Door die relatie te zien, wordt die relatie als een omgeving voor zich. En men kijkt er met een perspectief naartoe. En alzo gaat men dan in een relatie gaan staan tot die relatie.
Maar dan is er opnieuw een bepaaldheid. Namelijk die nieuwe relatie.
Maar die bepaling die er dan is, hoeft daarom niet bepalend te blijven, voor zich.
En in zulk proces kan men, doorheen en vanuit die verschillende perspectieven, een tal van relaties die men ziet en niet wilt, mogelijk vermijden. Opdat men zo, mogelijk, hoe men in de omgeving zal zijn, in overeenkomst kan brengen met hoe men wilt zijn. Om alzo de wil uit te voeren, overeenkomstig tot de opvattingen die behouden zijn gebleven en volgens welke men heeft opgevat, dat men wel wilt zijn .
Maar ik was weer afgeweken. Aangezien er dus altijd een perspectief is waaruit men kijkt. En aangezien zulk perpectief altijd een relatie vormt die men niet kan zien vanuit dat perspectief, is er altijd een bepaaldheid, in zich.
Men zou het kunnen uitdrukken als: men kan nooit niets zijn. Er is een onvolkomenheid in de onbepaaldheid in zich.
Cognitieve evolutie
Anderzijds, er lijkt ook nog niet kunnen vastgesteld te worden welke onbepaaldheid niet kan bereikt worden.
Het is interessant om te bemerken dat men, vanuit deze ideeën, een strategie zou kunnen bedenken voor een ruimere onbepaaldheid te bereiken.
Men zou kunnen starten met enkele opvattingen die men heeft. En dan trachten te kijken naar hoe men naar die opvattingen kijkt. Opdat men herkent of deels herkent welke relatie en dus welke bepaaldheid er in zich is. En dan zou men opnieuw kunnen gaan kijken, hoe men heeft gekeken. Om nog meer relaties te vinden tot hoe men tot de omgeving en/of zichzelf. En om alzo steeds meer te zien, hoe men zoal is.
Tot men uiteindelijk verder gaat in het onderzoeken van zichzelf dan dat men gewoonlijk doet. Zodat men mogelijk nieuwe inzichten krijgt over hoe men zoal is. En over dit nieuwe inzicht kan men dan opvattingen maken. Zoals of men zo wenst of niet zo te zijn. En waarom dat zo zou zijn.
En die nieuwe inzichten over zichzelf kunnen dan later, wanneer men zichzelf bekijkt, opnieuw herkend worden, als plaatsgrijpend in zich.
Zodat hoe meer men kan ontdekken in zich, hoe verscheidener de relaties die men kan ontdekken in zich. En dus hoe meer potentiële bepaaldheden die men kan ontdekken in zich.
En, zoals we al beschouwd hadden, als men met perspectieven kan gaan kijken die een omvattender inzicht kunnen hebben, dan dat men voorheen had, dan heeft men mogelijk hiermee ook het potentieel om nog meer relaties te ontdekken, over zich.
Dus er kan mogelijk een cognitieve evolutie plaatsgrijpen die naar ruimere cognitie kan neigen.
En eigenlijk is die er al duizenden jaren doorheen de mensheid.
Niet consistent daarom. Maar in een cultuur, kunnen zich, zoals neem ik aan, reeds beschreven door Kant, Fichte en Hegel, opvattingen zich ontwikkelen. Als de cultuur een basis vormt, tot hoe mensen in die cultuur, denken. Dan ontwikkelen zich de opvattingen als de ontwikkelen in de cultuur zich verder ontwikkelen.
En de geschiedenis getuigt ervan, dat dit proces van opvattingen te maken op opvattingen, om alzo de opvattingen verder te ontwikkelen, daadwerkelijk heeft plaatsgegrepen.
Zo ook kan de mens dat laten plaatsgrijpen in zich. En strategiën hiertoe ontwikkelen.
Het onbekende tegemoet
Mogelijk kan men niets met zekerheid weten. En dus eigenlijk niets weten. Indien zo, dan kan men niet weten of men niets met zekerheid weet. Maar dan zou ik weten, dat men niet kan weten of men niets met zekerheid weet. Een merkwaardige stelling.
Maar ik ga hier gebruik maken van de termen, weten en kennis, als datgene wat als men dusdanig ervaart. Of inderdaad die kennis juist is, of men effectief weet wat men meent te weten, dat laat ik open. Ik wens dus te vertrekken vanuit de eigen beschouwingen.
Men zou 3 categoriën kunnen maken. Dat wat men, volgens zich, weet. Dat waarvan men, volgens zich, weet dat men het niet weet. En dat waarvan men niet weet dat men het niet weet, wat dus buiten de eigen beschouwingen is.
Een vierde categorie zou zijn, dat waarvan men niet weet dat men het weet. Maar als men niet weet dat men het weet, hoe kan men het dan weten? Tenzij we veronderstellen dat, dat we datgene wat we weten, onbewust is en het onbewustzijn ook iets kan weten. Mogelijk. Maar ik ga me hier beperken tot wat men bewust kan beschouwen als kennis.
Dat waarvan men niet weet dat men het niet weet, dat is volkomen onbekend. Hoe dan zou men zoiets kunnen ontdekken?
Wel, men zou iets kunnen ontdekken waarvan men weet dat men het niet weet.
Zoiets zou men kunnen ontdekken, door na te gaan wat men weet. En dan te ontdekken dat er een onvolledigheid is in wat men weet. Of te ontdekken dat er een tegenstelling is in wat men dacht te weten.
Bij het ontdekken van die onvolledigheid of tegenstelling, weet men dat men dat niet weet.
Van die onvolledigheid of tegenstelling had men voorheen geen weet. Dus toen behoorde die onvolledigheid of tegenstelling bij datgene waarvan men niet wist dat men het niet wist.
Als men dan te weten komt wat die onvolledigheid of tegenstelling betekent. Dan komt men iets te weten waarvan men voorheen niet wist dat men het niet wist.
Dus door te gaan onderzoeken wat men weet, kan men uitkomen bij kennis over datgene waarvan men dan nog niet weet dat men het niet weet.
Dus dat wat voorheen volstrekt onbekend is, kan mogelijk ontdekt worden. De horizon van het onbekende kan overschreden worden. Zoniet, zou die congnitieve evolutie ook niet mogelijk zijn.
Maar anders bekeken, is dus dat wat we weten onvolledig.
Dus als die cognitieve evolutie plaatsgrijpt in zich. Alsook in de samenleving. Dan grijpt deze plaats, naar het onbekende toe. Naar datgene waarvan we niet weten dat we het niet weten.
Als men die cognitieve ontwikkeling ervaart in het zelfbewustzijn, dan betekent dit dat, als men nieuwe zelfkennis opdoet, dat dit kennis is die ooit volkomen onbekend was, over zich.
Dus het zelfbewustzijn verandert dan, naar dat nog onbekende toe. Het zou een zelfontdekking inhouden waarvan men niet kan voorzien hoe die zal zijn.
Men zou die nieuwe opvattingen slechts conceptueel opvatten. Er zich niet mee verbinden. Ze slechts opvattten alsof ze iets theoretisch zijn. Ze opvatten als iets buiten zich.
Maar als men die nieuwe opvattingen gaat bekijken als opvattingen over zich, dan gaat men opvattingen gaan bekijken die nu nog onbekend voor zich. En hoe men zich bekijkt zal dan relatief zijn tot zich maar ook relatief zijn tot die opvattingen. Dus hoe men dan zou zijn in het bewustzijn, is mogelijk dan ook nog onbekend voor zich.
En zulke evolutie naar het onbekende kan ook plaatsgrijpen in de opvattingen over de omgeving.
En als men anders gaat kijken, door die veranderende opvattingen, dan gaat men tot andere conclusies komen. En alzo tot andere standpunten. Dus het is niet slechts dat wat men ziet in zich en in de omgeving, verandert. Wat ook verandert is hoe men gaat kijken, naar iets bepaalds in zich of in de omgeving.
Anders gezegd: Men verandert dan. En men verandert dan naar het onbekende toe.
Maar men neigt het mogelijk zo niet te bekijken, ook al zou het plaatsgrijpen in zich.
Men zou kunnen zeggen, datgene waarvan men niet weet dat men het niet weet, dat is buiten de waarnemingshorizon. Men kan redeneren of speculeren over iets waarvan men weet dat men het niet weet. Maar over datgene waarvan men niet weet dat men het niet weet, daar is men, in het bewustzijn, nog blind over.
Dat wat men meent te weten en dat waarvan men meent te weten dat men het niet weet, als we dat belicht noemen, dan is het dat waarvan we vertrekken. En dit licht kan zich uitbreiden. Het donker kan dus licht worden. Maar dan is het geen donker meer, voor zich. Dus men ziet het donker niet. En men herkent, dan ook, mogelijk zelden dat dit donker er is.
En de mens kan dan ook voornamelijk die evolutie ervaren als de verbanden die men zelf legt, als een evolutie die men zelf doet. En men doet ze ook zelf. En men ziet mogelijk heel de tijd die evolutie plaatsgrijpen in zichzelf en vanuit zichzelf.
Maar die evolutie is niet volkomen binnen de eigen controle. Er kan steeds deels een controle zijn in hoe men verandert. Maar er zal ook deels geen controle zijn in hoe men verandert. Omdat hoe men verandert deels voortkomt uit een evolutie van opvattingen waarbij men niet kan voorzien of overzien hoe die evolutie gaat plaatsgrijpen. Want het is nog onbekend voor zich. En zal dus deels op een wijze veranderen die nog onbekend is voor zich. Men verandert dus deels buiten de eigen controle.
En men heeft dan wel steeds een controle in hoe men verandert. Het is dan ook zo dat diegene die die controle heeft, zelf deels verandert, buiten de eigen controle.
Men bestaat dus wel heel de tijd. Maar het bestaan zelf evolueert op een wijze die deels nog buiten dat eigen huidige bestaan ligt.
Het is dus alsof men in die evolutie is. Niet helemaal daarvoor. Maar het lijkt erop dat men, deels of voornamelijk, in die evolutie zal worden hoe men zal zijn.
Maar dit idee is zo radicaal. Zo sterk gekant tegenover hoe de mens zich neigt te vatten, dat zelfs al is dit idee gekend en grofweg juist, dat dan mogelijk nog de mens veelal zich zal wegkeren van dit idee als opvatting over zichzelf.
Mag het licht aan?
En de mens alsook de samenleving zou in redelijke mate die evolutie kunnen vertragen of zelfs omkeren.
Men kan een attitude aannemen die nieuwe opvattingen weert, bijvoorbeeld om een behoud in opvattingen die men heeft te kunnen bekomen. Zo ook kan dat plaatsgrijpen in een samenleving.
Het verloop van deze evolutie kan ook gestuurd worden.
Zulk effect in de samenleving kan er bijvoorbeeld zijn, wanneer men ontvankelijk is voor media die sensatie tracht te berokkenen met boodschappen die haast consistent voldrongen zijn van banaliteit.
Een ander effect doet zich voor wanneer er in een zogenaamd representatieve democratie, continu ideeën worden aangereikt die de mensen in die democratie niet hebben gekozen. Maar waarbij die ideeën voornamelijk van zulke aard zijn dat de mensen in die democratie ermee akkoord kunnen gaan of ze kunnen dulden. Zodat dus het volk eerder de markt wordt voor de politiek als dat de politiek de markt voor het volk is. En zodat dus de opvattingen die komen en verspreid worden vanuit zulk politiek systeem, opvattingen zijn die mogelijk vaak niet aanvankelijk gemaakt werden, door de mensen in die samenleving.
Het sturen van die evolutie kan dus gebeuren via propaganda.
En er zijn voorbeelden geschetst geweest van samenlevingen waarin het sturen van de opvattingen in extreme mate gebeurt. Zoals 1984 van George Orwell. Of Brave New World van Aldous Huxley. Of in de bekende film, The matrix. Alsook in het computerspel Metal Gear Solid 2.
De mate waarin mensen neigen te kunnen gestuurd worden via propaganda lijkt af te nemen wanneer ze zelf hun opvattingen over zichzelf, de wereld en het systeem, verder ontwikkelen.
Want het denken zelf, lijkt onbewust te zijn. Het is dan wanneer men een set van opvattingen heeft die vrij consistent en vrij nauwkeurig tot hoe men is en de samenleving is, dat men een grotere immuniteit kan vergaren tegenover de propaganda die verspreid wordt door de samenleving of door andere mensen of eventueel zelfs, zelf naar zichzelf en/of anderen toe.
Want propaganda haalt haar potentie uit de kennis in hoe de opvattingen van anderen te sturen. En die kennis in hoe de opvattingen van anderen te sturen, komt voort uit kennis over mensen. Uit kennis over hun opvattingen.
Dus hoe ontwikkelder de opvattingen zijn van een persoon zijn, hoe moeilijker het lijkt te zijn voor iemand om die persoon te beïnvloeden op een wijze dat men wenst.
Dus alhoewel men, in die cognitieve evolutie, het onbekende tegemoet gaat, toch lijkt het ook de weg die een groter potentieel tot onafhankelijkheid mogelijk maakt.
En ook een groter potentieel tot onbepaaldheid. En dan ook mogelijk, hierdoor deels mogelijk, een groter potentieel tot vrijheid en wil.
Maar uiteindelijk meen ik te beseffen dat de conclusies die ik hier trek, het resultaat zijn van opvattingen die zelf voortkomen uit een onvolledig begrip.
Om de ontwikkeling van opvattingen aan te gaan, is immers om opvattingen te vinden waarvan men nu nog niet weet dat men ze niet weet.
Het lijkt dus ook erg mogelijk dat ik hier, in het trekken van de conclusies, volkomen in onbesef ben van iets dat alles of een deel van de redelijkheid in mijn conclusies zou onderuit halen.
Onvolkomen
Moderator: Moderators
- Rereformed
- Moderator
- Berichten: 18251
- Lid geworden op: 15 okt 2004 12:33
- Locatie: Finland
- Contacteer:
Re: Onvolkomen
Dries schreef:Hoi,
Ik had graag deze tekst gedeeld. Het is nogal een speciaal tekstje. Vind ik zelf.
Groeten,
Dries
Dries, is deze tekst van jezelf? Zo niet dan graag vermelding van de schrijver; zie regel E9.
Born OK the first time
Re: Onvolkomen
ja, van mezelf
dus ja, moest iemand die tekst willen verspreiden, om 1 of andere reden,
gelieve mijn naam te vermelden
de tekst is ook hier terug te vinden:
http://driesdeclercq.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
staan nog enkele andere tekstjes bij
groetjes,
Dries De Clercq
dus ja, moest iemand die tekst willen verspreiden, om 1 of andere reden,
gelieve mijn naam te vermelden
de tekst is ook hier terug te vinden:
http://driesdeclercq.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
staan nog enkele andere tekstjes bij
groetjes,
Dries De Clercq
Re: Onvolkomen
1 Vraag.
Waar wil je heen met dit epistel?
Waar wil je heen met dit epistel?
Logic will get you from A to B. Imagination will take you everywhere. Zulks is evident!
Einstein/Mick
Einstein/Mick
Re: Onvolkomen
Leuk citaat 
Hmm, wel eigenlijk dacht k, na het schrijven van de tekst, dit zou wel is kunnen interessant zijn voor iemand die ook graag met filosofie bezig is. Daarom publiceer ik dat graag. En dat was eigenlijk het enige vooropgestelde doel dat ik bij het posten van die tekst wou bereiken. Reacties zijn welkom. Maar ik heb geen verwachtingen tot het krijgen van bepaalde reacties.
Ik laat het haast volkomen open.

Hmm, wel eigenlijk dacht k, na het schrijven van de tekst, dit zou wel is kunnen interessant zijn voor iemand die ook graag met filosofie bezig is. Daarom publiceer ik dat graag. En dat was eigenlijk het enige vooropgestelde doel dat ik bij het posten van die tekst wou bereiken. Reacties zijn welkom. Maar ik heb geen verwachtingen tot het krijgen van bepaalde reacties.
Ik laat het haast volkomen open.
