Ik heb een tekstje geschreven

"Realisme
Wat is de omgeving voor de mens?
De omgeving is niet slechts dat wat we puur zintuiglijk waarnemen. Maar ook de ideeën, de beelden, de informatie enz. Want op deze kunnen we ook, zowel bewust als onbewust, op reageren.
En de mens reageert hierop.
In de moderne samenleving is er een stortvloed van ideeën en beelden en informatie. Die ons, toch deels, een beeld geven tot hoe te leven en tot hoe men is of zou zijn. Dit is de omgeving.
En ze beïnvloedt de mens. De mens, de ene meer dan de andere, kan de wereld en zichzelf en anderen gaan bekijken volgens die beelden of beïnvloedt door die beelden. Alsook kan de mens kiezen om ze toepassen op zichzelf alsook op anderen.
Als men ze, bijvoorbeeld, toepast op zichzelf, men een andere blik maakt over zichzelf of naar zichzelf, dan verandert men de omgeving voor zichzelf. En de mens staat in een relatie tot de omgeving. Daarom, is men in een andere omgeving, anders mens. Maar dat wat men toepast op zichzelf, blijft wel de omgeving. Men is niet die veranderde blik naar zichzelf. Maar men staat in een relatie tot hoe men naar zichzelf kijkt en met een veranderde blik, zal men zich anders uiten. Dat is wat men kan gaan doen als men de omgeving voor zichzelf gaat simuleren. Simuleren, als in, beelden gebruiken, om zichzelf anders te gaan bekijken. En om alzo, anders te gaan zijn. En waarom zou men dat gaan doen? Opdat men, bijvoorbeeld, alzo denkt beter in staat zijn om in het leven te staan. En niet zo toevallig, want dit is een idee dat veelvuldig wordt beloofd in de moderne cultuur.
Want het is niet enkel een persoon die dit doet naar zichzelf toe. Het is ook de omgeving, de samenleving, die dit doet naar de mensen toe. Zoals dat veelvuldig gebeurt in de moderne cultuur. En mensen kunnen dat dan ook toepassen naar hun omgeving toe.
En zo verandert de tijdsgeest. Maar de mens is, in wezen, niet verandert. Het is slechts de veranderende omgeving, voor de mens, die de uitdrukking van het mens zijn, verandert.
Ik neem aan, ook, dat er meestal, een conflict ontstaat, als men tracht om het leven en zichzelf trachten te laten voldoen aan beelden. Aangezien men niet enkel, die omgeving waarneemt. Men neemt ook zichzelf waar als diegene die de omgeving, mede, aan het vormen is of eraan wenst te voldoen. En de waarneming hiervan, het zien van wat men aan het doen is, vormt zelf een beeld, dat mogelijk niet in overeenstemming is met het beeld dat men wenst te vormen, over zichzelf.
Alsook kan het dan zijn, dat de persoon gaat geloven of trachten vast te houden aan het geloof in die beelden dat men tracht te creëren. Als zijnde zichzelf. En misschien is dat nadelig voor de persoon. Aangezien deze zich dan mogelijk afhankelijk maakt van die omgeving, omdat men meent, dat men die omgeving nodig heeft, voor zichzelf, om zich bijvoorbeeld, goed te voelen. Afhankelijk, in die zin, dat men dan pas, des te meer, kan zijn, wanneer de omgeving voldoet aan hoe men ze wenst. En met de omgeving bedoel ik hier dus, niet enkel de werkelijke omgeving en de ervaringen die men daaruit krijgt, maar ook de beelden naar zichzelf en de beelden uit de omgeving, die men gebruikt of gebruikt worden, als omgeving. De virtuele omgeving. Die men creëert of gecreëerd wordt als een medium om zich op een bepaalde wijze te kunnen voelen. De simulatie.
Men kan natuurlijk ook, het beeld van de omgeving trachten te veranderen, zich bewust zijnde, van waar men in essentie mee bezig is. Namelijk, dat simuleren. Dat kan zeker. Maar als men zich bewust is, van wie men is, wat zouden dan nog de redenen zijn, om zogenaamd anders te gaan doen dan wie men werkelijk is? Tenzij dan, om de omgeving te veranderen, op een wijze, die in harmonie is en haar oorsprong vindt bij de persoon. In harmonie met hoe men wenst te zijn, niet vanuit de omgeving, maar vanuit zichzelf, in relatie tot de omgeving. Dat lijkt slechts mogelijk, als men niet langer de omgeving hoeft te veranderen, om zichzelf te kunnen zijn.
De realiteit is niet dat 'iets' waaraan men dient te ontsnappen om te kunnen zijn. Het is andersom. Wanneer men, niet of minder hoeft te ontsnappen of wanneer men anders kan dan te ontsnappen, om te kunnen zijn, dan kan men des te meer zijn.
De persoon dient de oorsprong te kunnen zijn, tot hoe te zijn. In de omgeving.
Het is dan ook belangrijk dat men niet de eigen persoonlijkheid, het eigen leven, gaat bekijken als een simulatie. Men zou kunnen kijken naar hoe men was, in het verleden, om hieruit af te leiden dat men toen zo was om die en die reden. Bijvoorbeeld, omwille van die en die psychologische kantjes, die zich toen manifesteerden.
Dit zichzelf doorgronden, is niet het probleem. Het is om dan, om die beelden over zichzelf, te gaan gebruiken als een omgeving. Een omgeving waardoor zichzelf te gaan bekijken. Dan zijn we opnieuw bij het simuleren aangekomen. Maar alhoewel, het leven, de persoon , met zulke beelden, voor een stukje, weer te recreëren is. Maar zelfs al kon de persoon, de persoon zoals die toen was, volkomen, simuleren. Dat maakt van de persoon, toen, nog geen simulatie. Want de persoon, toen, was geen simulatie. Aldus, de persoon was echt. De persoon is nu echt. Het bestaan is echt.
Enfin, men zou kunnen stellen dat het mogelijk zou zijn, dat personen volkomen gesimuleerd zouden worden door een omgeving. Een zogenaamde ‘matrix’. Maar in zulke omgeving, zou het, denk ik, aanvoelen, alsof men de controle verliest, omdat men niet meer kan uitmaken of wat men doet veroorzaakt wordt , door zichzelf of door de omgeving. Het zou aanvoelen alsof men een ‘medium’ is in de omgeving. Het zou zijn alsof het bestaan weg is. De persoon zou nog een bestaan herkennen, herkennen dat men bestaat. Maar dat bestaan, zou plaatsgrijpen, alsof men het zelf niet is. Alsof het bestaan plaatsgrijpt, buiten de eigen controle. Tot men uiteindelijk die herkenning verliest en er enkel dat nieuwe bestaan is.
Maar die matrix, is er niet. En dit griezelig fatalisme, hoeft, volgens mij, nooit realiteit te worden. Omdat de persoon in staat is, om net meer en meer te gaan beschikken over een controle tot hoe te zijn, zonder simulaties.
We hebben besproken hoe men een omgeving kan simuleren. Met beelden. Wel, wat ook mogelijk is, is simulaties tegengaan. Want een persoon kan mogelijk, in een omgeving, aan het simuleren zijn. Er is ook altijd die persoon, die aan het simuleren is. En dat is echt. Die persoon is daar echt. En men kan alzo zien, wat die persoon doet als persoon. En hieruit, de persoon gaan benaderen als persoon. En hoe is dat? Wel, vanuit jouw persoon.
Wie ben jij? Wie wil jij zijn?
Maar ik wens de vraag niet te stellen als een vraag naar, hoe men later wenst of nu wenst te zijn, in een omgeving, opdat men zich alzo op die een bepaalde wijze kan voelen en naar zichzelf kijken. Dat zou een simulatie zijn.
Ik wens de vraag ook niet te stellen als een vraag naar, hoe men de omgeving zo en zo kan benaderen, zodat die personen, in de omgeving, zich zo zouden gaan voelen. En opdat men zich dan, op die en die wijze zou voelen. Dat zou ook een simulatie zijn.
Kan men de vraag beantwoorden, zonder gebruik te maken van simulaties, om ze te beantwoorden?
En hoe?
Wel, ik denk alvast, met waarden.
Waarom?
Wel, omdat bijvoorbeeld, doen alsof men iemand graag ziet, niet hetzelfde is, als iemand graag zien.
Men kan de uiting van de waarde simuleren. Maar het is niet langer de waarde. De waarde draagt, inherent tot haar aard, het echte in zich. En is daarom niet te simuleren.
Dus hoe wens je te zijn, benaderd vanuit waarden, komende uit jou?
En het ontwikkelen van het antwoord hierop, doorheen het leven, biedt de mogelijkheid, voor de mens, om als persoon, anderen en zichzelf, echt, met integriteit, te benaderen.
En de omgeving, kan dan ook, deze integriteit, dit echte, gaan ervaren. "
Groetjes,
dries