Ruimtetijden zijn de arena's, waarin alle natuurkundige gebeurtenissen plaatsvinden - een gebeurtenis is een punt in de ruimtetijd, dat wordt gespecificeerd door tijd en plaats. De beweging van planeten rondom de zon kan bijvoorbeeld worden beschreven in een bepaald type ruimtetijd, net zoals de beweging van het licht rondom een roterende ster in een ander type van de ruimtetijd kan worden beschreven. De basiselementen van de ruimtetijd zijn gebeurtenissen. In elke gegeven ruimtetijd is een gebeurtenis een unieke positie op een uniek tijdstip. Omdat gebeurtenissen ruimtetijdpunten zijn, is , de locatie van een elementair (puntvormig) deeltje op een bepaald tijdstip, in de klassieke relativistische natuurkunde een voorbeeld van een gebeurtenis. Een ruimtetijd kan op dezelfde manier, zoals een lijn de vereniging van al haar punten is, als de vereniging van alle gebeurtenissen worden gezien, formeel georganiseerd in een variëteit, een ruimte die op kleine schalen kan worden beschreven door gebruik te maken van coördinatensystemen.
Een ruimtetijd is onafhankelijk van enige waarnemer.[10] In het beschrijven van natuurkundige fenomenen (die zich op bepaalde momenten van de tijd in een bepaalde gebied van de ruimte voordoen) kiest iedere waarnemer een hem goed uitkomend metrisch assenstelsel. Gebeurtenissen worden gespecificeerd door vier reële getallen in enig coördinatenstelsel. De trajecten van de elementaire (puntgelijke) deeltjes door ruimte en tijd zijn dus een continuüm van gebeurtenissen, die de wereldlijn van het deeltje worden genoemd. Uitgebreide of samengestelde objecten (die uit vele elementaire deeltjes bestaat) zijn dus een vereniging van vele, op grond van hun interacties in de ruimtetijd in elkaar vervlochten wereldlijnen tot een "wereldvlechtwerk" (wat een fascinerend verband met de mythe van de Schikgodinnen toelaat).
In de natuurkunde is het echter gebruikelijk om een uitgebreid object als een "deeltje" of "veld" te behandelen met op elk gegeven moment zijn eigen unieke (bijv. puntmassa) positie, zodat de wereldlijn van een deeltje of lichtstraal het pad is, dat dit deeltje of lichtstraal in de ruimtetijd volgt en dit pad vertegenwoordigt de geschiedenis van het deeltje of de lichtstraal. De wereldlijn van de baan van de aarde wordt in een dergelijke beschrijving afgebeeld in twee ruimtelijke dimensies x en y (het vlak van de baan van aarde) en één tijdsdimensie orthogonaal op x en y. Op zich wordt de baan van de Aarde door een ellips in de ruimte beschreven, haar wereldlijn is echter een helix in de ruimtetijd.
De unificatie van ruimte en tijd wordt geïllustreerd door de gangbare praktijk van de selectie van een metriek (de maat die het interval tussen twee gebeurtenissen in de ruimtetijd specificeert), zodanig dat alle vier dimensies in termen van eenheden van afstand worden gemeten.
Nee, tijd in onze fenomenale werkelijkheid is gelijk aan afstand. Met 1 sec gelijk aan 299 792 458 meter. Dit kan omdat de lichtsnelheid absoluut en dus onafhankelijk van de waarnemer is. In jouw redenering geldt dit niet.-En toch denk ik, dat in onze fenomenale wereld tijd wel als 'duur' ( er op een moment of momenten 'zijn') kan als een 4e dimensie gezien worden .
Valère, ik heb een groot respect voor de wetenschap die filosofie is. Wel moet je rekening houden met de tijdsgeest waarin de filosoof leefde. Ook kan je geen filosofische argumenten gaan mengen met wetenschappelijke argumenten enkel en aleen omdat ze gelijkaardig klinken. De (exacte) wetenschap heeft enkel tot doel te verklaren, geen diepere betekenis te zoeken. De filosofie doet dit wel en kan daarvoor perfect de resultaten gebruiken uit de al dan niet exacte wetenschappen. De filosofie is dus, net als elke andere wetenschap, onderworpen aan nieuwe inzichten en zal mee evolueren met onze kennis.
Vergelijk het met filosferen over de moraal van de mens: waar vroeger het algemeen aanvaard was dat dieren geen moraal kennen en de mens dus geen dier was, blijkt uit onderzoek dat dit volkomen verkeerd is. Met als gevolg dat het beeld van dat we hebben van de mensheid als verheven wezen moeten aanpassen naar gewoon een wat verder, op het gebied van intelligentie, ontwikkeld dier.
Dit is niet wat jij doet: jij zoekt zaken die de wetenschap nog niet kan verklaren, om daarmee jouw eigen theorie als niet weerlegbaar te definiëren. Jij zoekt geen argumenten voor je ideetjes, maar ideetjes die de wetenschap niet kan weerleggen. En noemt dit dan filosofie, wat in jouw geest dan wil zeggen dat je idee een valabele theorie is.
Sorry Valère, zo werkt de noch filosofie, noch de wetenschap. Ook de filosofie dient zich aan Poincaré te houden:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_Poincar%C3%A9
En dat, Valère, betekent vrijdenken. En daar ben jij nog mijlenver van verwijderd.Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken.