De beroemde filosoof van" Ik denk dus ik besta" (cogito ergo sum) staat aan de wieg van de moderne filosofie waarbij wordt gefilosofeert op basis van de ratio. Deze van oorsprong Franse filosoof heeft het belangrijkste deel van zijn leven in Nederland, waaronder vanaf 1632 in mijn eigen woonplaats waar ook zijn dochter op 19 juli 1635 het levenslicht zag.
Godsbewijzen op basis van de ratio, dat belooft wat.
Ik citeer weer uit het cursusboek vd Open Universiteit (OU).
Descartes kan niets anders doen dan zijn eigen ideeën onderzoeken. Maar ze bevatten niets dat hem garandeert dat er ook werkelijk iets buiten zijn denken bestaat.
Tot zover kan ik meegaan.
Hierop is echter één uitzondering namelijk het idee God. Hieronder verstaat Descartes een wezen dat volmaakt is een substantie die eeuwig, onveranderlijk, onafhankelijk, alwetend en almachtig is
Hier zondigt hij, volgens mij, op basis van zijn eigen filosofische basis. Het is krom buigen wat recht is om daarmee een gods bewijs een basis te bieden. Maar het is een fundament in een moeras of op drijfzand om zijn eigen metaforen te gebruiken.
Zijn godsbewijzen baseert Descartes op basis van deze idee van God.
Zoals ik al zij hij begint dus te bouwen op drijfzand.
OOPS nu refereert het cursusboek naar het tekstboek waarin in twee alinea's de twee godsbewijzen uit Descartes beroemste publicatie "Over de methode"(Discours de la Méthode) Een hoop typewerk dus. Ik zal me beperken tot de kern.
In kennis is een grotere volmaaktheid dan in twijfel. Ik ging na hoe ik geleerd kon hebben te denken over iets dat volmaakter is dan ik en kwam tot de conlusie dat er iets moest zijn dat volmaakter was dan ik. Het was me duidelijk dat ik deze niet aan het niets ontleent kon hebben
Ik kan me ook een paart met een mensenkop voorstellen maar daarmee bestaat hij nog niet automatisch.
Het minder volmaakte is het gevolg van, is afhankelijk van het meer volmaakte.
Als je de mens meer volmaakt noemt dan een schelpdier is het toch een kronkel om dat schelpdier afhankelijk te stellen vd mens!
Iets kan niet uit het niets komen dus ik kan deze voorstelling niet van mijzelf hebben. Er bleef slechts één mogelijkheid over nml dat deze voorstelling in is voortgebracht door een wezen dat volmaakter is dan ikzelf.Om het in één woord duidelijk te maken, door God
Zijn zorgvuldig opgebouwde huis is wat mij betreft al tijdens de bouw in het moeras gezakt.
Als wiskundige gooit hij de wiskunde in het spel voor zijn tweede gods"bewijs"
Zo begreep ik bv. zeer wel dat de som der hoeken gelijk moet zijn aan die van 2 rechte hoeken; maar niets daaraan garandeerde mij dat er ook werkelijk driehoeken bestaan. Onderzocht ik daarentegen andermaal de voorstelling die ik had van een volmaakt wezen, dan vond ik dat diens bestaan daarin op dezelfde wijze lag opgesloten. Maar de voorstelling van dit volmaakte wezen was op dit punt veel duidelijker. De zekerheid dat God, die immers dat volmaakte wezen is, is of existeert, is dus even groot als die van enigerlei wiskundig bewijs.
Waarom is de voorstelling van god duidelijker dan die van driehoeken?
Descartes Godsbewijzen kort samengevat:
1) God bestaat omdat alleen een werkelijk bestaand volmaakt wezen de idee van een volmaakt wezen veroorzaakt kan hebben.
2) God bestaat omdat het bestaan in het bgrip of de idee van een volmaakt wezen ligt opgesloten, of met andere woorden, omdat het tot gods wezen behoort te bestaan
1) ik denk wel eens aan een vreselijke mooie vrouw met een ongelofelijk prachtig en lustopwekkend lichaam die eeuwig jongen gewillig blijft. Ze is ook een vrouw die ondanks alle veel mooiere mannen dan ik toch mij verkiest en eeuwig trouw blijft.
Volgens Descartes bestaat deze vrouw dus. Maar hoe nutteloos en energie- en tijd verspillend is het dat ik haar nog nooit ontmoet heb.
2) zo lust ik er nog wel meer. Omdat het tot het wezen van kabouters hoort om zich als kleine wezens in het bos op te houden, houden ze zich ook werkelijk in het bos op.
Let wel: Thomas van Aquino en Descartes zijn twee authoriteiten in de filosofie(met name de eerste door de kerk geprezen om zijn gods"bewijzen"), maar zodra ze op het terrein van een zgn. god komen slaan ze de plank toch volledig mis omdat ze recht proberen te breiën wat krom is. Een filosoof onwaardig.
Nogmaals ik daag de christenen uit om hierop te reageren.
En dan niet aankomen met de eeuwige smoes "god moet je geloven, bewijs is alleen de ervaring van god in jezelf"
"Er zijn mensen die men overtuigt met verheven gebaren, maar die men wantrouwig maakt met argumenten."
Friedrich Nietzsche