De ongelovige Thomas
Prof. G. Venkataraman
2
Oorspronkelijke titel:
God, the Avatar and the Doubting Thomas
Auteur:
Prof. G. Venkataraman
Oorspronkelijke uitgave:
Sai Inspires, Heart2Heart, Prasanthi Nilayam, India
Vertaling:
Stichting Sri Sathya Sai Baba - Nederland
Copyright:
Engelse uitgave:
Heart2Heart, Prasanthi Nilayam, India, 2007
Nederlandse uitgave:
Stichting Sri Sathya Sai Baba - Nederland, 2007
Uitgever:
Stichting Sri Sathya Sai Baba - Nederland
Postbus 2349
3500 GH Utrecht
www.sathyasai.nl
Foto’s voorkaft: waterproject Chennai
3
Voorwoord
Het artikel God, the Avatar and the Doubting Thomas van prof. G. Venkataraman is via Sai
Inspires, de e-mailservice van H2H, verspreid op 8 januari 2007 en wordt u hierbij vertaald in
het Nederlands aangeboden.
Het biedt u een gedetailleerde, weldoordachte en krachtige weerlegging van de onterechte en
kwaadaardige beschuldigingen die de laatste tijd tegen Sai Baba en zijn missie zijn geuit.
Neem de tijd om het zorgvuldig te bestuderen, zodat u de beschuldigingen kunt weerleggen
met de juiste feiten, wanneer u ermee wordt geconfronteerd.
Er wordt een oproep gedaan aan de devotees om dit artikel met name ook aan de jongeren te
geven, zodat zij goed geïnformeerd zijn over Sai Baba en wat hij heeft gedaan en blijft doen,
voor het welzijn van de mensheid.
Publicatie Commissie
Stichting Sri Sathya Sai Baba - Nederland
Maart 2007
4
GOD, DE AVATAR EN DE ONGELOVIGE THOMAS
PROF. G. VENKATARAMAN
1. INLEIDING
Ik was niet van plan een artikel als dit te schrijven, maar ben ertoe genoodzaakt, gezien enkele
kwalijke anti-Baba-artikelen in de pers en een talkshow waarin vele anti-Baba-denkbeelden
werden geventileerd. Elders heb ik al eens filosofische bedenkingen geuit over dergelijke
incidenten, die met toenemende frequentie schijnen voor te komen. In dit artikel zal ik met
name enkele kritische opmerkingen over Baba onder de loep nemen, omdat ook die weerlegd
moeten worden.
Er zijn al veel aanvallen op Sai Baba gedaan. Al waren de oorspronkelijke koplopers van de
lastercampagne onbeduidende mensen van duister en zelfs twijfelachtig allooi, niet alles kan
zo gemakkelijk worden afgedaan. Aan de andere kant toont het feit, dat de gemotiveerde
lasteraars bijval vinden, wel aan dat zelfs normale mensen verblind kunnen worden als zij niet
voldoende onderzoek doen en zo ten prooi vallen aan vooroordelen. Hoe intelligent iemand
ook kan zijn, een bevooroordeeld mens is net zo onverdraagzaam als degene die zonder na te
denken overijlde conclusies trekt.
Ik zou voornamelijk op drie kritische commentaren in willen gaan. Het eerste van de heer
Sanghvi in de Hindustan Times, het tweede van swami Angivesh in de NDTV-talkshow en de
derde van de illusionist P.C. Sorcar, eveneens in de genoemde talkshow. Sommige van deze
kritieken zijn niet nieuw, bijvoorbeeld het feit dat Baba zegt dat hij God is, en een ander over
de wonderen. In feite worden zulke kritieken al tientallen jaren geuit. De in zekere zin
‘nieuwe’ beschuldigingen houden verband met ‘aanrandingen’, een lastercampagne die enkele
jaren geleden begon door mensen met een zieke geest.
5
2. AANTASTING VAN DE GOEDE NAAM
Laat ik beginnen met de zaak van die ‘aanrandingen’. Sanghvi zegt dat de lijst met klachten
loopt tot in de honderdtallen en dat zelfs als enkele van die aanklagers leugenaars zijn, niet
allen leugenaars kunnen zijn. Laat ik dit zeggen. Al die jaren heb ik me afzijdig gehouden van
deze nonsens, omdat ik absoluut geen reden heb om ook maar één woord ervan te geloven. Al
jaren heb ik mogen genieten van de directe nabijheid van Swami, en dat is iets wat geen van
deze mensen, die de beschuldigingen rondstrooien, kunnen beweren. Met de hoogst
mogelijke nadruk kan ik zeggen dat er absoluut geen enkele reden is voor dergelijke
valse beschuldigingen. Natuurlijk zullen critici naar me uithalen om deze uitspraak, maar dat
maakt me niet uit.
Er is een reden waarom ik dit nu naar voren breng, terwijl ik me al die jaren onthouden heb
van het schrijven over deze nonsens. Onlangs kwam een ex-student binnenvallen om me te
spreken; oud-studenten doen dit aldoor. In dit gesprek raakte ik geschokt, toen ik van deze
oud-student hoorde, dat hij op de lijst van mensen stond die ‘belaagd’ zouden zijn. Ik vroeg
hem wat hij daarmee ging doen, omdat de beschuldigingen absoluut onjuist waren. Hulpeloos
zei hij: ‘Ik weet werkelijk niet hoe ik moet reageren.’ Toen voegde hij eraan toe: ‘Als u op het
internet kijkt, zou u verbaasd zijn te zien, dat niet alleen ik, maar heel veel van onze oudstudenten
op de lijst staan. Het lijkt erop dat iemand de lijst van oud-studenten te pakken heeft
gekregen en simpelweg veel namen heeft overgetypt!’
Ik was verbijsterd. Beroepshalve gewend om voorzichtig en grondig te werk te gaan, stelde ik
na het vertrek van deze ex-student een onderzoek in op het internet en stond versteld toen de
namen van velen, die hier feitelijk in diverse posities werken, opdoken. Het betreft mensen
die ik al jarenlang zeer goed ken. Bovendien heb ik zelfs hun herinneringen aan hun
studententijd in onze archieven vastgelegd. En ieder van hen is absoluut toegewijd aan
Swami. Deze jongens herinnerden zich prachtige momenten uit het verleden, en dan heb ik
het wel over een periode van 25 jaar; met hoeveel liefde beleefden ze elk moment van die
dagen weer opnieuw! Het was verbijsterend voor mij om te merken dat deze jongens op
slinkse wijze op de lijst zijn gezet door de plegers van die verzinsels. De heer Sanghvi,
overtuigd als hij wellicht is van zijn zienswijze, zal dit misschien verwerpen, maar ik zou
willen beklemtonen dat ik gedurende mijn hele vijfenzeventigjarige leven trouw gebleven ben
aan de waarheid en niets te winnen heb door mee te doen aan leugens. Hij zal geloven dat ik
om de tuin geleid ben, maar ik geloof liever in wat ik gezien en ervaren heb in de vijftien jaar
dat ik hier leef sinds mijn pensioen. Bovendien ken ik zoveel van deze jongens, van wie de
namen op de internetlijsten voorkomen, persoonlijk. En daarbij weten velen van hen niet eens
dat zij op zo’n lijst staan.
Robert Priddy, een van de mensen die veel van deze lasterpraatjes in omloop bracht,
beweerde dat twee vice chancellors (functie vergelijkbaar met rector magnificus - vert.) van
universiteiten in Australië de beschuldigingen ondersteunden. De hele wereld accepteerde dit.
Maar ik zou willen vragen: ‘Hebben die vice chancellors deze plaats ooit één keer bezocht?
Hebben ze met wie dan ook van onze docenten en studenten gesproken?’ Ik geloof van niet,
bovendien worden hun namen en connecties niet vermeld. En dan worden wij verondersteld te
geloven wat deze man beweert. Ik heb hier een termijn als vice chancellor gediend en ben
gedurende mijn hele verblijf van vijftien jaar leraar geweest. Nog steeds geef ik les. Zijn mijn
woorden dan minder geloofwaardig dan die van naamloze personen, die hier zelfs nooit
geweest zijn?
6
Zeer ongaarne deel ik dit mede, maar de heer Sanghvi kan spreken met seniorleden van de
Indian Physics Community, alsmede van de Indian Academy of Sciences - van beiden ben ik
een gekozen lid - om mijn referenties alsook mijn integriteit na te trekken. Hij kan BARC
bezoeken, IGCAR in Kalpakkam en ANURAG in DRDO-Hyderabad, om dingen over mij te
weten te komen en te horen wat mensen te zeggen hebben over mijn hartstochtelijke
betrokkenheid met waarden. In het bijzonder kunnen mijn referenties en integriteit
nagetrokken worden bij alle nog levende voorzitters van de ‘Atomic Commission’, alle
mensen die hebben gediend als directeur van BARC en speciaal dr. Vinod Sahni, directeur
van het Raja Ramanna Centre for Advanced Technology alsook professor A.K. Sood -
winnaar van vele prijzen, waaronder de Bhatnagar Award - nu verbonden aan het Indian
Institute of Science. Dit alles is niet om mezelf op te hemelen, maar om te benadrukken dat ik
me niet verberg achter de mantel van anonimiteit.
Toen ik de pensioenleeftijd bereikte, bood de regering mij feitelijk twee jaar verlenging van
dienst aan. Ik wees het beleefd van de hand omdat ik hier naar Puttaparthi wilde komen, om
de gemeenschap te dienen. Waarom maakte ik die keus? Omdat ik geïnspireerd was door
Sathya Sai Baba. Hij heeft me er niet om gevraagd, maar wat ik van deze plek had gezien was
voor mij voldoende.
Ik ben niet de enige die voor zo’n verandering heeft gekozen. Ik noem dr. Safaya, die achttien
jaar lang werkte in het All India Institute of Medical Sciences in Delhi. In 1991 ging hij
vrijwillig met pensioen (hij was toen directeur) om hier het Super Speciality Hospital te
komen leiden. En sindsdien is hij hier gebleven. Om de een of andere reden schijnt onze
geloofwaardigheid niets waard te zijn. Maar mensen schijnen wel de beschuldigingen te
geloven die komen van mensen uit de ‘hoogontwikkelde’ landen, omdat zij zo ‘open’ zijn. Ze
mogen dan open zijn, maar als het gaat om zaken als kindermishandeling, is een persoon
allereerst schuldig en wordt pas onschuldig bevonden nadat ze zijn overtuigd. Zo blijken de
anonieme Australische vice chancellors onmiddellijk hun instemming te hebben betuigd bij de
valse beschuldigingen, omdat ze zo waar leken. In feite betwijfel ik of die twee bestuurders
werkelijk bestaan. Als zij wel bestaan, vraag ik me af waarom hun namen en connecties dan
niet vermeld werden?
De heer Sanghvi verklaart dat tenminste enkele van de beschuldigingen waar moeten zijn. Is
hij op de hoogte van het feit dat een zo’n persoon, die optrad in de beruchte BBCdocumentaire
en allerlei beschuldigingen uitte, een zaak indiende bij een Californische
rechtbank en toen hij werd geconfronteerd met een getuige, die inconsistenties aantoonde in
zijn beschuldigingen, nota bene zijn aanklacht introk? Let wel, dit was de kroongetuige, en
iedereen prees hem aan met de woorden: ‘Dit is een man die voor de tv-camera’s heeft
gestaan, denkt u dan werkelijk dat hij zal liegen?’ Dan kan ik de vraag stellen: ‘Als zijn
beschuldigingen waar zijn, wat is er dan in die rechtbank gebeurd? Als deze persoon zo’n
ijzersterke zaak had, waarom trok hij de aanklacht dan in, met de afspraak een dergelijke zaak
nooit meer in enige Amerikaanse of Indiase rechtbank in te dienen?’ (Overigens hebben we
over het intrekken van deze zaak uitgebreid verslag gedaan in H2H.)
Ook als mensen van twijfelachtig allooi beschuldigingen uiten, moeten die beschuldigingen
onmiddellijk onderzocht worden. Maar als mensen zoals ik ze weerleggen, dan zijn wij
allemaal de belanghebbende partij, of zijn we om de tuin geleid, of zijn we stomme idioten.
De manier waarop Sanghvi zich geringschattend afmaakt van dr. Kalam zegt al genoeg. Ik
heb niet de behoefte onze voorzitter in dit alles te betrekken, maar daar ik dr. Kalam al bijna
twintig jaar ken, voel ik het als mijn plicht om de heer Sanghvi een paar dingen te vertellen.
Dr. Kalam heeft het land veel meer eer bewezen dan honderd mensen, die vinden dat zij een
7
grote dienst bewezen hebben met hun ongefundeerde journalistieke teksten. Ik heb gezien hoe
dr. Kalam in zijn werk jarenlang blijk gaf van geïnspireerd leiderschap. Toen hij voorzitter
werd, vroeg ik mij af hoe hij het zou doen in zo’n verschillende functie. En hij beantwoordde
mijn twijfel op briljante wijze door veelvuldige bijeenkomsten met jonge studenten te
beleggen, om hun geesten aan te vuren. Elke dag ontmoet hij er tenminste vijfhonderd.
Overigens is Kalam altijd zo idealistisch geweest. Ik herinner me dat toen de proef met de
ontsteking van Agni voor de eerste maal geslaagd was, dr. Arunachalam, de toenmalige
wetenschappelijk adviseur van het ministerie van defensie, dr. Kalam gewoonweg omhelsde
en zei: ‘U heeft ons allemaal een grote dienst bewezen. Wat kan ik voor u doen?’
Weet u wat dr. Kalam daarop antwoordde? Hij zei: ‘Ik zou een bedrag willen ontvangen voor
de aanplant van 30.000 bomen bij ons laboratoriumcomplex in Hyderabad, om er een
hertenkamp van te maken!’ Dat is nu dr. Kalam, wiens naam onnodig hierin betrokken is door
Vir Sanghvi. De verspreiders van halve waarheden verzieken ook nog eens de geest van jonge
mensen en wellicht ook ouderen.
Niet alleen dr. Kalam is naar Sathya Sai Baba gekomen. Al weer lang geleden kwam
veldmaarschalk Cariappa. Uit de strijdkrachten zelf kan ik er zoveel opnoemen die naar Sai
Baba zijn gekomen, allemaal mensen met topfuncties. Ook uit de rechterlijke stand kan ik er
velen opnoemen, om te beginnen met rechter Bhagavati, die overigens na zijn functie als
opperrechter van het hooggerechtshof voorzitter werd van de Commissie Mensenrechten. Ik
vraag de heer Sanghvi en de zijnen: ‘Suggereert u nu heus dat iemand als de heer Bhagavati
zich met een persoon en een organisatie als die van Sai Baba zou verbinden als er maar een
jota waar was van de beschuldigingen? Zou hij zich geen zorgen maken om zijn eigen
reputatie? Weet de heer Sanghvi dat niet alleen Bhagavati, maar ook wijlen de heer Nani
Palkhivala leden waren van de Trust, die toezicht houdt op het Sri Sathya Sai Institute of
Higher Learning, de door Baba opgerichte universiteit?
Beste lezer, ik ben gewoon niet in staat om te begrijpen waarom intelligente mensen hun
intelligentie onderdrukken en zonder nadenken zo gemakkelijk slikken wat mensen met
gevestigde belangen beweren. Vinden zij het normaal dat alle mensen zich in het openbaar
moeten bewijzen, alleen omdat X of Y iets beweert? Zelfs als zij dat vinden, kunnen zij dan,
zo vraag ik me af, smerige dingen schrijven zonder die beschuldigingen zelf te onderzoeken?
Precies dat deed Rusi Karanjia, een aartscriticus van Baba. Hij had de professionele integriteit
om dat te doen. Wat is er gebeurd met de ethische code van de journalistiek, of is die in dit
internettijdperk niet meer relevant?
3. SAI BABA’S SOCIALE PROJECTEN - DE SUPER SPECIALITY HOSPITALS
Ik wil nu verwijzen naar de laatdunkende commentaren die sommige van deze critici hebben
gegeven op de sociale projecten van Baba. Sanghvi zegt: ‘Ik geef toe dat hij ziekenhuizen,
universiteiten (en, ongerijmd genoeg, een planetarium) heeft gebouwd voor de mensen van
Puttaparthi. Maar dat bewijst alleen dat hij een soort filantroop is. En religieuze filosofie is
niet ongebruikelijk in het hindoeïsme. De Ramakrishna-missie doet veel meer dan Sai Baba
ooit heeft gedaan of nog zal doen.’ Sanghvi voegt er nog wat meer wrange opmerkingen aan
toe, maar die zal ik negeren.
Vir Sanghvi mag zich dan gelukkig prijzen dat hij de pagina’s van een kritiekloze krant tot
zijn beschikking heeft; ik kan u vertellen dat in de wetenschappelijke wereld dergelijke
klinkklare onzin niet getolereerd wordt. Ik kan het weten omdat ik bijna zeventig
8
wetenschappelijke verhandelingen heb gepubliceerd in door vakgenoten beoordeelde
tijdschriften over de hele wereld. Als iemand in de wetenschappelijke wereld onhoudbare
dingen schrijft, wordt de verhandeling terstond verworpen. Het is verbazingwekkend dat
journalistiek zich beroept op zijn integriteit en wat al niet. En toch schijnt de huidige norm
mensen toe te staan alles te zeggen wat ze willen, eenvoudig omdat ze naam hebben gemaakt.
Ik kan u zeggen dat wij in de wetenschappelijke wereld veel objectiever zijn. Iemand mag dan
de Nobelprijs hebben gewonnen, het volgende stuk dat hij schrijft wordt net zo kritisch
beoordeeld als dat van wie ook.
Laten we eens enkele van de hierboven genoemde opmerkingen in overweging nemen.
Sanghvi zegt dat Baba de ziekenhuizen heeft gebouwd voor de mensen van Puttaparthi. Het is
zeker waar dat de ziekenhuizen daadwerkelijk in Puttaparthi staan, maar wat het General
Hospital aangaat, daar komen mensen vanuit de hele staat Andhra Pradesh. Wat betreft het
Super Speciality Hospital, ik weet zeker dat alle lezers van H2H weten wat de stand van
zaken is. Maar toch zal ik voor de goede orde vermelden dat niet alleen mensen vanuit bijna
alle staten van India er komen, maar zelfs vanuit Nepal. Iedereen die komt wordt behandeld,
mensen uit andere landen ook, ongeacht kaste, geloof, ras of religie. Onlangs hadden we een
marxist uit West-Bengalen. Ook hij onderging de behandeling voor zijn hart als andere
patiënten met dezelfde klachten. Mijnheer Sanghvi, liefde kent geen grenzen. Het is jammer
dat u zo onverantwoord schrijft over Baba, de belichaming van onbegrensde liefde, zonder het
flauwste idee te hebben wat dit eigenlijk betekent.
De heer Sanghvi schijnt zich van Baba’s ziekenhuis af te maken alsof het gewoon een
routinezaak is. Weet hij bijvoorbeeld dat in de vijftien jaar dat het bestaat meer dan 15.000
hartoperaties zijn verricht, alleen al in het Puttaparthi ziekenhuis?
Hier zijn wat getallen die, hoop ik, de ogen van de mensen openen alsook die van de
lasteraars, die zo graag deze kolossale daad van mededogen willen kleineren.
SUPER SPECIALITY HOSPITAL IN PUTTAPARTI
(Vanaf de opening 22-11-1991 tot 30-09-2006)
Totale aantal behandelde patiënten
Cardiologie OPD (poliklinisch) 685.731
Totale aantal hartoperaties 15.884
waarvan
Bypass operaties 1.997
Hartklep operaties 6.178
Aangeboren aandoeningen 6.988
Aorta aneurysm 55
Harttumoren 171
Andere operaties 495
15.884
Totale aantal urologische operaties (van 22-11-1992 tot 30-09-2006) 30.020
Totale aantal oogheelkunde operaties (van 22-11-1994 tot 30-09-2006) 29.564
Totale aantal oogheelkundige laseroperaties 6.328
9
SUPER SPECIALITY HOSPITAL IN BANGALORE
(Vanaf de aanvang op 21-01-2001 tot 30-09-2006)
Totale aantal patiënten behandeld op Cardiologie OPD 258.734
Totale aantal patiënten behandeld op
Neurologie en Neurochirurgie afd. OPD 137.742
Totale aantal hartoperaties 7.063
Totale aantal neurochirurgie 6.326
Het bovenstaande is slechts een topje van de ijsberg van statistieken, vol met details welke
elders gepubliceerd zijn. Het bijzondere van deze geboden behandelingen is dat ze voor
honderd procent gratis zijn. Geen kosten voor poliklinische consulten. Geen kosten voor
echo’s en Doppler scans, allerlei bloedonderzoeken, catheterisatie, medicijnen,
artsenconsulten, operaties, ziekenhuisverblijf, inclusief intensive care, maaltijden enzovoort.
Mensen zijn binnengekomen zonder portefeuille en wandelen weer naar buiten zonder
portefeuille. Beste lezer, reken eens uit hoeveel men moet betalen in een privé-kliniek in
Bangalore, Mumbay of Delhi voor een operatie ter vervanging van hartkleppen, inclusief de
kosten van het eerste consult, de verschillende onderzoeken voorafgaand aan de operatie, de
operatie zelf, de toegediende medicijnen, de ligkosten en wat al niet meer. En vergeet niet de
fooien die meedogenloos worden ontfutseld door het lagere dienstpersoneel in het ziekenhuis.
Sommigen van u herinneren zich misschien dat we een volledige zondageditie hebben gewijd
aan die met recht ongastvrije ziekenhuizen (‘inhospitable hospitals’), gebaseerd op een artikel
door Shobha De in de Sunday Times.
Ik daag Sanghvi uit om me één privé-ziekenhuis waar dan ook in de wereld te noemen, van de
noordpool tot de zuidpool, waar zulke gratis behandelingen worden geboden aan iedereen en
op zo’n grote schaal. Overigens is er geen sprake van een tweeklassenstelsel, met mensen die
zich in rekening gebrachte kosten kunnen permitteren en zij die dat niet kunnen en worden
vrijgesteld van betaling. Mijnheer Sanghvi, zou u de intellectuele eerlijkheid hebben om een
bezoek te brengen, zo u wenst incognito, om te zien waar het betaalloket is? Als u dat doet,
zult u niet alleen ontdekken dat er geen betaalloket is in het ziekenhuis, maar tevens dat er
overal aankondigingen hangen in het Hindi, Telugu, Tamil, Kanada, Malayalam enzovoort,
waarop de mensen steeds worden geïnformeerd dat de behandeling volledig gratis is en dat
het onmiddellijk gemeld dient te worden aan de leiding als iemand probeert geld te innen.
Nogmaals, er worden absoluut geen kosten berekend voor onderzoek, voor zoiets als een CTscan,
voor handelingen als angiografie of zelfs vervanging van een hartklep, voor verblijf,
medicijnen, een speciaal voorgeschreven dieet; alles is absoluut gratis. En u zult ook geen
enkel mededelingenbord vinden waarop om fondsen wordt gevraagd.
Sterker nog, als u naar de ashram komt, zult u ook daar geen enkele aankondiging vinden met
verzoeken om fondsen. We zenden 24 uur per dag, zeven dagen per week uit. Heeft u ons ooit
een verzoek om geld horen doen? Doet ons tv-programma op Sanskar ooit een verzoek om
fondsen? (In tegenstelling daarmee zijn er zoveel anderen die programma’s presenteren op
datzelfde kanaal en regelmatig om bijdragen verzoeken.) Ook Sanathana Sarathi plaatst nooit
enige oproep tot donatie, zelfs als er een tsunami is. (Tussen haakjes, tijdens de tsunami werd
meer dan tien miljoen roepies besteed aan hulpverlening en we hebben daarvan uitgebreid
verslag gedaan in H2H). Werkelijk, over de hele wereld zijn er in geen enkel Sathya Sai
Baba-centrum collectebussen te vinden. Dat ene feit doet vele overzeese devotees niet alleen
versteld staan, maar trekt ook veel van hen naar zo’n centrum toe.
10
Om verder te gaan met het medische onderwerp, weet de heer Sanghvi wel dat er een mobiele
kliniek is die dagelijks gedurende de eerste twintig dagen van de maand naar veel dorpen om
Puttaparthi heen gaat, samen met een team van acht artsen, die gratis diensten verrichten? Dat
deze artsen deel uitmaken van een groep van 600 artsen, alleen al uit de staat Andhra
Pradesh? Dat dit busje een Doppler scanapparaat en een röntgenapparaat heeft? Dat deze
dienstverlening absoluut gratis is?
Is de heer Sanghvi zich ervan bewust dat door de Sri Sathya Sai Seva Organisatie op zeer
regelmatige basis medische kampen worden georganiseerd, niet alleen in alle delen van India,
maar zelfs in het buitenland? Dat er bijvoorbeeld medische teams uit Nieuw Zeeland de Fijieilanden
bezoeken om daar medische kampen te draaien? Dat artsen uit Engeland naar Afrika
gaan om daar medische kampen te organiseren? In feite was er in 2005 (het jaar van Swami’s
tachtigste verjaardag) een campagne van een jaar door Engelse artsen, waarin zij in totaal
8000 oogoperaties verrichtten, verspreid over vele landen van Afrika, allemaal onder de
auspiciën van de Sai Organisatie in Afrika. Zo is er ook in Kenia een project, SaiNet
genaamd, met als doel speciaal geprepareerde muskietennetten uit te delen aan de armen, als
onderdeel van de campagne voor malariapreventie. Daarnaast worden er ook in heel Zuid-
Amerika het hele jaar door medische kampen gehouden.
4. SWAMI’S SOCIALE PROJECTEN - DE DRINKWATERPROJECTEN
Nemen we vervolgens de drinkwaterprojecten van Baba onder de loep. Een heer deed dit in
het NDTV-programma geringschattend af met de woorden: ‘O ja, Sai Baba zorgt voor wat
water door leidingen.’ Dit is niet alleen een onverantwoorde verklaring, maar een schande
omdat de persoon helemaal niet het recht heeft iets in het openbaar te beweren zonder enige
onderbouwing. Wat zijn de feiten? We hebben ze allemaal al eerder gepresenteerd (in H2H),
maar laat ik nogmaals enkele ervan naar voren halen, zodat lezers beseffen hoe lichtvaardig,
zonder enige grond, Swami wordt aangevallen.
Gedurende de jaren 1994-1996 voerde Sai Baba zijn eerste grote drinkwaterproject uit in
Anantapur District. Ongeveer 300 crores (drie miljard) roepies werden besteed, met als
resultaat dat meer dan 900 dorpen veilig drinkwater kregen. Dit betekende de constructie van
zeven reusachtige zomeropslagtanks, het aanleggen van zo’n 2.500 km leidingen, waarvan
enkele ongeveer 50 cm doorsnede hebben. Het water moest ook vanuit het noorden naar het
zuiden gebracht worden tegen een helling van bijna 150 m, wat heel veel pompen betekende.
Dit was een omvangrijk project. Na voltooiing, nadat het systeem een jaar lang in werking
was, werd het hele project overgedragen aan een overheidsinstantie op 19 oktober 1997. Er
werd geen stuiver in rekening gebracht. Het was een geschenk van liefde. Ik was bij die
gelegenheid aanwezig en ik krijg er nog steeds kippenvel van als ik, bijna tien jaar later,
terugdenk aan die gelegenheid.
Anantapur was nog maar het begin. Erna kwamen Medak en Mahabubnagar, gevolgd door het
Chennaiproject. Weet u wat er gebeurde in het Chennaiproject? Iets uitzonderlijks, maar de
wereld doet nauwelijks moeite om dat te weten te komen, deels omdat wij nauwelijks moeite
doen om het te vertellen. Dus laat ik het nu eens allemaal zwart op wit zetten.
Chennai heeft altijd een gigantisch waterprobleem gehad, zelfs in de Britse tijd. Reeds in
1954 realiseerde men zich dat de enige hoop was gevestigd op water, aangevoerd uit de
Krishnarivier, in het ver verwijderde Andhra. Politici kwamen in touw en tenslotte werd in
1983 een project gelanceerd, natuurlijk met veel tamtam, waarbij drie beroemde
persoonlijkheden sterk op de voorgrond traden: Indira Gandhi, N.T. Rama Rao en MGR. Zo’n
11
twaalf jaar later was een zeer belangrijk kanaal voltooid, het Kandaleru-Poondikanaal zoals
het toen genoemd werd, dat deel uitmaakte van het Telugu-Ganges-stelsel; maar er stroomde
weinig water naar Chennai. De reden? Het kanaal was enkel graafwerk en simpelweg
ongeschikt om enorme hoeveelheden water over 150 km afstand te transporteren. Er waren
grote verliezen door verzilting, lekkage en erosie van de kanaalwanden. Meer dan 500 crores
(vijf miljard) roepies werden uitgegeven, maar Chennai bleef dorstig. Ondertussen liet de
noord-oostmoesson het ook herhaaldelijk afweten en Chennai was werkelijk meer dan ooit
tevoren in grote problemen.
En toen, op 19 januari 2002, kondigde Sathya Sai Baba aan dat hij water naar Chennai zou
brengen. De rest is geschiedenis. Binnen ongeveer veertien maanden werd een gloednieuw
kanaal gegraven, op de restanten van het oude, met toepassing van de nieuwste technologieën.
En op Baba’s 79ste verjaardag werd voor de eerste maal water door het kanaal geleid. Vier
dagen later bereikte het de grens van Tamil Nadu en sindsdien is er, zolang er water in de
Krishnarivier is, ook water voor Chennai. Voor de eerste keer in zeven jaar stroomde water uit
de kranen in de huizen van Chennai en hoefde men geen smerig en bedorven tankwater meer
tegen hoge kosten te kopen. De bevolking van Chennai bedraagt overigens zeven miljoen
zielen.
Vervolgens heeft Baba het fantastische Godavari-drinkwaterproject uitgevoerd dat, binnen de
korte tijdspanne van bijna veertien maanden, veilig en gezuiverd drinkwater bracht naar
vijfhonderd dorpen in de Oost- en West-Godavaridistricten. Met name Oost-Godavari was
een moeilijke opgave. Niet alleen is het gebied heuvelachtig, maar ook dicht bebost. Er leven
daar veel stammen, hetgeen vermoedelijk een van de redenen is van de langdurige
veronachtzaming. Heel veel water stroomt er door de Godavari naar de zee, maar de stammen
kregen er niets van. Het was Swami die verzamelputten, filtreerinstallaties en een uitgebreid
netwerk van pijpen bouwde in moeilijk terrein, om water naar de stammen en andere dorpen
te brengen. Zal ik u eens wat vertellen? Toen het project klaar was, was er geen officiële
opening, waren er geen VIPS, was er geen toespraak, niets van dat alles. Mensen zongen
bhajans, deden de kranen open en vingen het water op.
Die eenvoud gold ook toen het Puttaparthiziekenhuis werd geopend. Ik was erbij. Honderden
jongens zongen Veda’s, de toenmalige premier de heer Narasimha Rao kwam met het
vliegtuig aan, ging het ziekenhuisterrein op, begroette Sai Baba, knipte het lint door en de
deur ging open. Toen trad hij het ziekenhuis binnen met Swami, die vervolgens een licht
opstak. Erna gingen beiden naar boven, waar de OK was. Daar in de operatiekamer lag een
patiënt klaar om een hartoperatie te ondergaan. De narcose was al toegediend en dr.
Venugopal (tegenwoordig bestuurder van All India Institute of Medical Sciences) stond te
wachten om de incisie te maken. Buiten de OK gaf Baba zijn zegen en het chirurgisch mes
werd op de huid van de patiënt gezet. Vier operaties werden er die dag verricht. En de sage
van gratis hartoperaties in een dorp, waar in 1945 nog niet eens een weg toe leidde, was
begonnen.
Overigens maakt Sanghvi een sarcastische opmerking over het planetarium. Weet hij wel dat
hier een universiteit is en dat het planetarium een grote aanwinst is voor de universiteit? Is het
dan zonde voor een universiteit om een planetarium te hebben? Er komen letterlijk
honderdduizenden mensen elk jaar naar Puttaparthi. Ja, ze komen zelfs vanuit alle delen van
de wereld. Ze gaan naar het planetarium en zien daar de show, gepresenteerd door onze
universiteitsstaf. Veel bezoekers zijn arme dorpelingen. Zijn arme dorpelingen het niet waard
om planetariumshows te zien? Horen planetaria dan alleen in de grote steden thuis en mogen
12
alleen stadsmensen het voorrecht krijgen om ze te zien? Wat moet deze man een volslagen
minachting hebben voor de dorpen van India!
Sanghvi maakt een zinspeling op de Ramakrishna Missie (RM) en ik moet hierop ingaan. Laat
ik om te beginnen zeggen dat ik het grootste respect heb voor die missie en haar
buitengewoon hoogacht. Lang geleden, in de veertiger jaren van de twintigste eeuw, werkte
mijn vader in Karachi. Hij woonde toen regelmatig de lessen bij van Swami Ranganathanand,
die toen daar verbleef. Vervolgens werd mijn vader overgeplaatst naar Madras en maakte ik
mijn laatste twee schooljaren af in de middelbare school van Ramakrishna Missie in T. Nagar
Madras, een bekende school kan ik wel zeggen. In de loop der tijd heb ik veel boeken gekocht
die door de missie uitgegeven werden en zelfs vandaag de dag lees ik nog af en toe uit hun
bladen. Ik heb de leringen van Ramakrishna gelezen en voelde me erdoor geïnspireerd, zoals
ik ook erg enthousiast was en nog steeds ben over de toespraken en teksten van Swami
Vivekananda. Ik kan hier ook wel aan toevoegen dat velen, die ik hier ken, naar Sai Baba zijn
gekomen via de Ramakrishna Missie. Het beroemdste voorbeeld van deze mensen is
misschien wel wijlen de heer Kasturi.
5. SAI BABA OVERSTIJGT RELIGIES
Ik ben er helemaal voor dat RM de hoogste eer wordt toegeschreven. Door echter de RM te
gebruiken om te bagatelliseren wat Baba heeft gedaan is een grove onrechtvaardigheid. De
doelstellingen van deze twee zijn verschillend. De heer Sanghvi kan Baba de rol toebedelen
van een Hindoefilantroop, maar wij weten dat Sai Baba boven religies uitstijgt tot de hogere
sfeer van spiritualiteit. Hoeveel mensen weten nog dat Baba midden in de jaren zeventig een
moskee bouwde in Puttaparthi, zodat de moslims uit deze plaats niet meer de zes kilometer
naar Bukkapatnam hoefden te lopen om hun gebeden op te zeggen in een moskee daar?
Mijnheer Sanghvi, wees er alstublieft van doordrongen dat hier mensen komen van alle
godsdiensten, ook mensen uit Israel. De presidentsvrouw van Kazakstan is tweemaal met een
chartervlucht rechtstreeks uit Almati naar Puttaparthi gekomen! Er komen hier regelmatig
mensen uit Iran en Turkije. Boeddhisten komen hier om Boeddha Poornima te vieren.
Chinezen komen hier om hun nieuwe jaar in te luiden. Een paar dagen geleden nog werd niet
alleen het Kerstfeest gevierd met veel religieuze gloed (zoals altijd), maar droeg pater Charles
uit Nigeria (tegenwoordig Zambia) hier de mis op! Ik noem dit alles om te benadrukken dat er
zowel een cultureel alsook spiritueel verschil is tussen de RM en de ashram hier. Natuurlijk
krijgt de Vedanta altijd de hoogste aandacht, omdat deze zo allesomvattend is; maar alle
godsdiensten worden gerespecteerd en erkend als zijnde gebaseerd op liefde; zij bieden
allemaal gelijkwaardige paden naar de ene God. Daarom vertelt Baba aan de christenen:
‘Wees een goed christen’. En zegt hij tegen een moslim: ‘Wees een goed moslim.’ Daarom
ook komen Begum Parveen Sultana en Ustad Amjad Ali Khan regelmatig hier om darshan te
krijgen en muzikale concerten aan te bieden. Daarom ook hebben we hier nu regelmatig
symfonieorkesten, met elke zes maanden een concert. En om iedereen eraan te helpen
herinneren dat Prashanti Nilayam er voor alle mensen is, staat hier een prachtige Sarva
Dharma Stoepa. Evenzo zijn er in het Poornachandra auditorium afbeeldingen uit de grote
godsdiensten. In het Hill Viewstadium zijn standbeelden te zien van Boeddha, Jezus en
Zoroaster (ofwel Zarathoestra). Wandschilderingen, die de ziel van verschillende religies
weergeven, tooien de muren van het auditorium van het college hier. Ik zou overigens ook de
artikelen over de diverse godsdiensten kunnen noemen die we meerdere malen in H2H
hebben gepubliceerd; met name ons artikel over de Zoroastrische leer trok sterk de aandacht
van Parsi’s (belijders van het Parsisme, de door Zarathoestra gestichte Oud-Perzische
13
godsdienst in zijn huidige Indiase vorm - vert.) over de hele wereld, waarvan velen schreven
om te vertellen dat zij van dit artikel meer te weten kwamen over hun religie dan van andere
bronnen.
6. ENKELE ASPECTEN MET BETREKKING TOT DE AVATAR
Nu we de dienstverleningsaspecten onder de loep hebben genomen, wil ik het hebben over
drie thema’s tegelijk; dat zijn Sai Baba als een Avatar, de materialisaties die hij verricht
(gewoonlijk wonderen genoemd) en de transformaties die hij bewerkstelligt. Bij wijze van
spreken zijn ze onderling met elkaar verbonden. Ze staan ook in verband met de verklaring
die aan Baba wordt toegeschreven dat hij God is.
Laat ik beginnen met de opmerking die aan Baba wordt toegeschreven, een citaat dat
onvolledig is en uit zijn verband is gerukt. De lasteraars zeggen: ‘Sai Baba zegt dat hij God is.
Wat een onzin! Als hij inderdaad God is, waarom dan niet dit, waarom niet dat?’ enzovoort.
De eerste opmerking die ik zou willen maken is dat steeds wanneer Baba over God spreekt,
het altijd in de Vedantische context is, en niet in termen van hoe X of Y over God zou
kunnen denken. Dit is een belangrijk punt, omdat de wereld vol zit met mensen die allerlei
soorten ideeën hebben over hoe zij denken dat God is of zou moeten zijn. Helaas hebben de
meeste mensen geen flauw idee wat het concept van God is in de Vedanta, en ik betwijfel of
Swami Agnivesh (die er overigens voor heeft gekozen om enkele kwalijke en naar mijn
mening ongegronde opmerkingen te maken) de moeite heeft genomen om de Vedanta te lezen
en al deze zaken in die context te analyseren.
In de Vedanta is het centrale denkbeeld dat alles God is en, zoals Swami ons vaak voorhoudt,
dat er niets is behalve God. Dat gezegd hebbende, moet ik er ook aan toevoegen dat in de
uiterlijke wereld God niet direct zichtbaar is. Wel zichtbaar zijn stoffelijke entiteiten, zowel
de levende als levenloze. Wat ze ook zijn, één ding is zeker, God is immanent in ze. Wat
bedoelen we daarmee?
Ik zal er dieper op ingaan door te beginnen met een beroemde opmerking die Gandhi eens
maakte en die ik heel graag citeer. Gandhi zei: ‘Er is een ondefinieerbare, mysterieuze kracht
die alles doordringt. Ik voel hem, al kan ik hem niet zien.’ Deze kracht, shakti of hoe men die
ook wil noemen, is door Gandhi vereenzelvigd met God. Zonder er doekjes om te winden
verklaarde hij dat hij heel weinig over God wist, maar twee dingen heel goed besefte. Ten
eerste dat God bestaat en alomtegenwoordig is. Ten tweede, en dat wordt het beste duidelijk
gemaakt in Gandhi’s eigen woorden: ‘Hij is niet God die alleen maar het verstand
tevredenstelt. Om God te zijn moet God heersen over het hart en de zintuigen transformeren.’
Later vereenzelvigt Gandhi God met liefde, wat alle godsdiensten trouwens ook doen.
Kortom, als we in abstracte zin over God willen spreken, dan moeten we het hebben over
bewustzijn, of beter nog, universeel bewustzijn. Als we over God spreken met betrekking tot
de stoffelijke wereld, dan moeten we spreken over liefde. Zijn er twee niveaus van
goddelijkheid? Krishna bevestigt dit met nadruk. Hij zegt dat God bestaat als immanente
(inwonende) godheid in de uiterlijke wereld en tevens als transcendentale (bovenzinnelijke)
godheid in de ongemanifesteerde kosmos, wanneer de fysieke wereld ophoudt te bestaan. Als
we dit alles in een wetenschappelijke context willen plaatsen, dan zou ik zeggen: in de
uiterlijke wereld is God aanwezig als de energie van de atomen van elke bestaande eenheid,
zowel inerte (levenloze) als levende. Verder is Hij in levende wezens aanwezig als de
levenskracht (prana). In de Bhagavad Gita verklaart Krishna dit alles aan Arjuna met twee
14
belangrijke woorden: adi-bhautika (heeft betrekking op de stoffelijke wereld, het subtiele
spirituele aspect van materiele objecten - vert.) en adi-daivika (heeft betrekking op
goddelijkheid - vert.).
Volgens de wetenschap ontstond ons universum omstreeks 13,7 miljard jaar geleden.
Tientallen jaren is er veel onzekerheid geweest over de exacte leeftijd van het universum,
maar dankzij de COBE-satelliet is er nu zeer nauwkeurige informatie, die bevestigt dat het
universum 13,7 miljard jaar geleden geboren werd. Overigens ging de Nobelprijs
Natuurkunde dit jaar naar de lui die de COBE bedachten en ontwierpen en later deze
ongelofelijke ontdekking deden. De vraag rijst: als het universum nu 13,7 miljard jaar geleden
werd geboren, waarmee onze ruimte en tijd ontstonden, dan moet er een toestand zijn geweest
waarin ons universum niet bestond. Krishna bevestigt dat hij (lees: universeel bewustzijn)
zelfs toen bestond, en dát is nu wat bedoeld wordt met ongemanifesteerde godheid.
Ik wil nog iets meer zeggen over manifeste godheid. Sai Baba zegt: alles is God. Hetzelfde
werd door Ramakrishna aan de jonge Narendra verteld. Dat was vóór Narendra Swami
Vivekananda was geworden. Narendra was cynisch en dat blijkt uit zijn levendige
beschrijving van hoe hij op een middag op weg was naar het verblijf van zijn goeroe en
gefrustreerd was door de uitspraak dat alles God is. ‘In feite’, zei hij, bleef hij zichzelf
vertellen: ‘word ik verondersteld te geloven dat deze afrastering God is, dat dit gietijzeren hek
God is. Wat een onzin!’ Maar weet u wat er gebeurde toen hij bij zijn meester kwam?
Ramakrishna tikte de jonge Narendra zachtjes op de schouder en plotseling begon alles om
hem heen stuk voor stuk samen te vloeien in een vreemde kosmische eenheid. Narendra werd
zich bewust van een toestand van onbeschrijfelijke vrede, rust en vreugde, waar hij niet meer
uit wilde komen. Maar nog een tikje op de schouder en hij werd abrupt uit zijn onvoorstelbare
extase getrokken. De goeroe zei dat Narendra nog veel dingen te doen had voor hij in
aanmerking kwam voor permanente gelukzaligheid. U hoeft mij niet op mijn woord te
geloven, het staat allemaal in de Complete Works van Swami Vivekananda.
Wat is nu de clou van deze herinnering? Eenvoudig. Er bestaat een toestand van universeel
bewustzijn. Deze toestand bestaat niet alleen als het stoffelijke universum afwezig is, maar
overlapt op subtiele wijze het universum, zelfs als deze wel bestaat. Alle materie, die je in het
stoffelijke universum kunt waarnemen, is uit dit oorspronkelijke bewustzijn voortgekomen.
Dat is nu de voornaamste stelling van de Vedanta. Zoals George Wald, Harvard bioloog die
de Nobelprijs in de geneeskunde won eens verklaarde, is alles een materialisatie van deze
‘geeststof’. De mens is de ultieme avatar van dit bewustzijn, daar hij in staat is dit bewustzijn
op te merken en het bovendien op vele manieren tot bloei kan laten komen via literatuur,
kunst, wetenschap enzovoort.
Zo komen we tot het volgende: elke materiele entiteit is een aspect van goddelijkheid. Deze
goddelijkheid is niet duidelijk merkbaar, maar is zeker latent aanwezig. Met name in mensen
is zij verborgen als medha shakti ofwel wereldlijke intelligentie (die grote prestaties in de
natuurwetenschap mogelijk maakt); is zij verborgen als de kracht van creativiteit (die leidt tot
grote werken in kunst, muziek, literatuur enzovoort) en tenslotte als nobele waarden. In inerte
stof is bewustzijn, welke de essentie is van de goddelijke vonk binnenin, op passieve wijze
aanwezig. In levende wezens is het passieve aspect aanwezig in de samenstellende atomen,
maar daarnaast is er een actief aspect dat bewustzijn verleent. Een levend wezen is zich ervan
bewust dat het bestaat. In een mens is het vermogen tot zelfbewustzijn het grootst. Met andere
woorden, een mens heeft de mogelijkheid om 1) de goddelijke vonk van binnen te ontdekken
en 2) zijn of haar leven te leiden in overeenstemming met de latente goddelijke natuur. Dat is
15
de allereerste les die Krishna aan Arjuna onderwees. Hij zei: ‘O Arjuna, jij denkt over het
leven in termen van leven en dood van het lichaam. Jij bent niet alleen maar een lichaam; dat
is slechts een tijdelijk omhulsel voor het atma binnenin. Jouw ware natuur is het atma. Dus
moeten al je handelingen in het leven in overeenstemming zijn met die natuur.’ En juist dat is
ook precies dezelfde les die Sai Baba ons keer op keer voorhoudt, vooral als hij de vraag stelt:
‘Wie ben jij?’ Net als Krishna herinnert hij ons eraan dat we niet het lichaam zijn, maar ons
onderscheiden van het lichaam. Zo ook zijn we niet het denken, maar onderscheiden we ons
van het denken. We zijn het eeuwige atma.
Dit brengt me bij de verklaring van Sathya Sai Baba die door Jan en alleman buiten de context
wordt geciteerd. ‘Ik ben God’. Ja, Baba zegt dat inderdaad, maar daar blijft het niet bij. Hij
voegt er nog de volgende belangrijke opmerking aan toe: ‘Jullie zijn ook God; het enige
verschil is dat ik het weet en jullie het nog moeten gaan beseffen!’ God komt in menselijke
vorm (saakara Brahman) om juist deze les te onderwijzen. Rama onderwees die op een
bepaalde manier; Krishna weer op een andere manier. Sathya Sai Baba leert ons ook precies
dezelfde les, maar op een wijze die het beste past in de huidige tijd. Met andere woorden, er
mankeert absoluut niets, tenminste in de Vedantische context, aan Baba’s uitspraak dat hij
God is. En er mankeert ook niets aan zijn poging ons te laten beseffen dat ook wij God zijn.
En hij maakt het allemaal rond met de waarheid dat, terwijl híj zich bewust is van zijn ware
natuur, wíj verder leven in onwetendheid daarover. Ja, vanwege dat feit zeggen sommige
devotees: ‘Iemand die dit verwerpt is ook God’, naar de geest van het beroemde
Brahmarpanam-vers in het vierde hoofdstuk van de Bhagavad Gita.
Dan zou de vraag kunnen rijzen: ‘Welnu, als dat zo is, waarom dan deze lange weerlegging?’
Dat is wel zo, maar toch heeft het zin. Kijk, het leven is een kosmisch drama waarin wij onze
rol moeten spelen. Zeker, alles en iedereen is God, zowel degene die beschuldigt als degene
die beschuldigd wordt. Maar, verklaart de Vedanta, net als acteurs in een toneelspel moeten
wij ons houden aan het script. Zij die zichzelf niet kennen, die zich nog bewust moeten
worden van het spirituele licht, zullen veeleer immoreel gedrag (adharma) handhaven; maar
zij die al enig idee hebben van wat ware werkelijkheid eigenlijk is, moeten zich houden aan
moreel gedrag (dharma). In de Ramayana hebben we het klassieke geval van Ravana die, hoe
belezen en devoot hij op zijn manier ook was, toch het slechte pad aanhield. En toen er een
crisis dreigde, waagde Vibhishana het om Ravana tegen te spreken en goede raad te geven.
Dat getuigde van dharma. In de Mahabharata hebben we een klassiek voorbeeld van zwaar
plichtsverzuim, alsook een prijzenswaardige illustratie van plichtsbesef, wat er ook gebeurt.
De patriarch Bhisma, zeer belezen en op zijn manier een nobel iemand, verzuimde niettemin
te spreken op een cruciaal moment toen hij dat had moeten doen en toen zijn woord zwaar
gewicht in de schaal zou hebben gelegd. Aan de andere kant is er ook Vidhura, die niet
aarzelde om op scherpe toon Dhritarashtra aan te spreken (van wie Vidhura de raadgever was)
en er geen doekjes om wond.
Deze voorbeelden zijn niet zomaar gekozen. Ik kan wel zeggen dat toen in de jaren na de
onafhankelijkheid ons onderwijsbestel langzaam maar zeker ernstig ontaardde, er geen
krachtige stem was die daartegen in het geweer kwam. Als waarden in scholen en colleges
afnemen, wat kun je dan verwachten van die maatschappij? Waar het op neerkomt is
simpelweg dit: wat mij aangaat, ik maak deel uit van de digitale studio van Prashanti,
uitsluitend opgericht voor het verspreiden van de boodschap van liefde, vrede en
allesomvattende harmonie. Omdat we niet voldoende middelen hebben, kunnen we geen
miljoenen bereiken, maar zeker duizenden blijven ons dagelijks volgen en putten er op hun
eigen manier bemoediging en troost uit in deze zorgelijke wereld. Gekwetst en diep bedroefd
16
door de aanval op Swami hebben velen ons geschreven om iets te doen. Ik kan dit simpelweg
niet negeren door te zeggen dat Baba geen verdediging nodig heeft. Zeker, Swami staat
hierboven, maar wij hebben toch ook de plicht om te handelen, en door te handelen kunnen
we ons ook bevrijden.
In de Ramayana wordt, vlak voordat Rama Lanka zal binnenvallen, Vibhishana in staat van
beschuldiging gesteld en voor Rama gebracht, waarna Rama wordt gevraagd zich van
Vibhishana te ontdoen. Rama luistert zorgvuldig naar alle adviezen en zegt dan: ‘Ik waardeer
jullie zorg voor mij, die de meesten van jullie ertoe brachten te suggereren dat Vibhishana ter
dood gebracht zou moeten worden. Ik vrees dat ik hier niet mee akkoord kan gaan. Als het
alleen gaat om van Ravana af te komen, dan kan ik dat doen zonder de hulp van jullie. In feite
hoef ik daarvoor Lanka niet eens binnen te vallen. Sterker nog, ik had het vanuit Ayodhya zelf
kunnen regelen. Toch heb ik om bepaalde redenen voor deze speciale procedure gekozen. Ten
eerste om jullie allemaal de kans te geven jullie levens te verlossen door te strijden voor
dharma. En ook om mij de kans te geven jullie een paar lessen te leren. Ten derde, door het
drama op deze wijze te regisseren, krijg ik ruimschoots de kans om mijn genade over jullie uit
te storten! Nu wil ik jullie de les leren dat je iemand, die naar je toe komt om zich over te
geven, niet zomaar kan afvallen. Zelfs al zou die persoon slechte bedoelingen tonen en
koesteren. Maar het is het dharma van een koning dat hij, als om bescherming wordt
gevraagd, deze onvoorwaardelijk dient te bieden. En dat is nu precies wat ik, geboren in een
koninklijke familie, voorstel te doen.’
Geleid door dergelijk plichtsbesef en met veel nederigheid neem ik de moeite om dit lange
artikel te schrijven, zodat devotees overal enig idee krijgen van de ingewikkeldheid van het
goddelijk drama, en zich niet op stang laten jagen door wat onwetende mensen allemaal
zeggen.
Ik ben nog niet klaar, er zijn een nog een paar dingen die ik wil zeggen, allemaal verband
houdend met het avatarschap van Baba. Als inleiding tot dit gedeelte zal ik beschrijven wat er
gebeurde tijdens het allereerste interview dat Baba mij en mijn vrouw gaf, in 1990 geloof ik.
Een paar jaar ervoor had ons een persoonlijke tragedie getroffen, de plotselinge en
vroegtijdige dood van onze enige zoon en enig kind. Hij was achttien toen hij ons plotseling
achterliet. Ons leven was ontredderd en we zochten troost door ons aan te sluiten bij een
Saigroep dicht bij ons huis in Hyderabad en regelmatig aan bhajandiensten mee te doen. Het
ene leidde tot het andere en dankzij professor Sampath, de derde vice chancellor van Baba’s
universiteit, een hoogstaand mens die ik tot mijn genoegen al tientallen jaren ken, bezocht ik
Prasanthi Nilayam en werd uiteindelijk bij Swami geroepen. Ik had Baba al eerder kort
ontmoet, ten tijde van de Summer Course, maar voor mijn vrouw was het de eerste directe
ontmoeting. Hier zal ik de woorden weergeven uit een van mijn radiobeschouwingen, enkele
jaren geleden uitgezonden over Radio Sai.
Toen (tijdens dat interview) kwam ik voor het eerst te weten wat zoete, goddelijke
verbondenheid eigenlijk inhoudt. Maar ik was ook zeer verrast toen Swami enkele details
onthulde betreffende de vroegtijdige dood van onze zoon, waarover niemand ook maar iets
wist, behalve wij tweeën. Daarna vroeg Baba aan mijn vrouw: ‘Waarom strijdt u steeds met
mij?’ Mijn vrouw stond versteld van deze opmerking en ik ook. Mijn vrouw herstelde zich en
zei: ‘Swami, hoe kan ik ooit hiervoor met u gestreden hebben? Dit is de eerste keer dat we
elkaar ontmoeten!’ Swami glimlachte en vervolgde: ‘Nee, u hebt regelmatig met mij
gestreden!’ Deze keer bleef ze zwijgen terwijl ik perplex stond. Toen zei Baba: ‘Is het niet zo
dat u elke nacht, als de anderen slapen, naar de gebedskamer gaat, voor de goddelijke
afbeeldingen staat en vraagt: “God, waarom in hemelsnaam nam U mijn zoon weg? Wat heb
17
ik U voor kwaad gedaan? Integendeel, ik heb U altijd aanbeden. En toch heeft U mij dit
aangedaan. Dat is uiterst wreed en onrechtvaardig van U.” Heeft u niet dag, in dag uit zulke
dingen gezegd?’
Ik stond gewoon verbijsterd. Tot dan toe had ik niets afgeweten van die dagelijks
terugkerende nachtelijke confrontatie tussen mijn vrouw en God! Mijn vrouw boog haar
hoofd en zei zacht: ‘Ja Swami, dat is waar.’ Swami glimlachte en zei: ‘U ziet, ik weet het!’
Op zijn eigen wijze maakte hij ons duidelijk dat hij de almachtige Heer is en altijd alles weet.
Ik vertel dit vooral om u duidelijk te maken, aangezien Baba wordt erkend als Avatar, dat er
heel veel betekenis achter schuilt. U gelooft het misschien niet; anderen zouden het kunnen
afdoen als een verzonnen verhaaltje, maar dat maakt mij niet uit. Ik heb er werkelijk geen
belang bij om een verhaal te verzinnen. En mijn wetenschappelijke scholing heeft me geleerd
zeer sceptisch te zijn, tenzij er sterke redenen zijn om iets te geloven. Wat me op de vraag
brengt wat die zogenaamde wonderen zijn, die verachtelijk worden verworpen door mensen
die zelf nooit zo’n buitengewone gebeurtenis hebben meegemaakt.
Jarenlang heb ik niet in Sai Baba kunnen geloven; ook ik verwierp hem net als vele anderen
dat deden (en nog steeds doen). Wat vooral maakte dat ik Baba in die tijd afwees waren de
verhalen over zijn wonderen, die ik volstrekt wantrouwde. Later, toen het ongeluk toesloeg in
ons leven, concentreerde ik me op Baba’s boodschap van liefde, die volkomen aanvaardbaar
was voor mij, tientallen jaren opgegroeid als ik was met de geschriften van Gandhi en Tolstoj
- bedenk dat Gandhi zelf beïnvloed was door Tolstoj, en zijn boerderij in Zuid Afrika zelfs
naar Tolstoj vernoemde. In dat opzicht herinner ik me nog goed de discussie die ik had met
mijn oom over Sai Baba’s wonderen. Terwijl ik opsomde waarom dit niet mogelijk kon zijn
volgens de natuurkundige wetten, wees mijn oom dit alles van de hand met de woorden:
‘Grotere wetenschappers dan jij zijn van gedachten veranderd. Dus ik ben niet van plan om
me door jou te laten overhalen, kind!’
En toen in mei 1991, de 22ste van die maand om precies te zijn, kreeg ik de schok van mijn
leven. Ik was naar Bangalore gegaan, om een lezing te houden in de Summer Course,
georganiseerd door Baba’s universiteit. Professor Sampath was de toenmalige vice chancellor
en hij had me uitgenodigd. Ik arriveerde op de ochtend van 21 mei. Die nacht werd Rajiv
Gandhi vermoord. De volgende morgen was het hele land in rep en roer en mijn lezing op het
rooster van die ochtend werd geannuleerd. In plaats daarvan hield ik, op Baba’s instructie, een
persoonlijke toespraak. Toen hij professor Sampath vroeg om die toespraak te regelen,
vertelde Baba hem: ‘Zeg iedereen dat ik erbij zal zijn. Anders zouden sommigen deze
toespraak overslaan!’
Om 15:00 uur kwamen we allemaal bijeen voor mijn toespraak. Swami kwam niet. Hij was
toen erg druk bezig met zaken die verband hielden met het Super Speciality Hospital, dat
werd gebouwd in Puttaparthi. Toch werd als gewoonlijk een stoel klaargezet voor Baba. Toen
hij me aan het gehoor voorstelde, draaide professor Sampath zich om naar mij en zei: ‘Dr.
Venkataraman, dat is Baba’s stoel. Die kan voor u leeg lijken, maar wees ervan overtuigd dat
hij elk woord zal horen van wat u zegt.’ Ik nam dat niet serieus. Ik sprak over het belang van
waarden, hierin voornamelijk geleid door Gandhi.
Nadat mijn toespraak was beëindigd, bracht professor Sampath me bij Swami. Ik moest weg,
moest snel naar het vliegveld om een vlucht naar Hyderabad te nemen. Overal waren
opstootjes en ik was er niet eens zeker van of ik het vliegveld wel kon bereiken en zo ja, of er
wel een vlucht zou zijn. Meteen toen ik aan kwam lopen bij Baba, was het eerste wat hij zei:
18
‘Ik heb elk woord wat u heeft gezegd gehoord!’ Dat was de eerste knock-outslag. Een
ongelovige Thomas zou zeggen: ‘O nee, dat was allemaal in elkaar gezet tijdens een eerder
onderonsje tussen Baba en Sampath.’ Aan die mensen kan ik zeggen dat dit niet alleen groot
onrecht doet aan Baba, maar ook aan professor Sampath; een edeler mens dan hij kom je niet
gauw tegen. Voor degenen onder u die dit niet weten, professor Sampath heeft elektronica
gestudeerd in Stanford, is in 1955 naar Bangalore gekomen om colleges te geven aan het
Indian Institute of Science. Later ging hij over naar IIT Madras, waar hij jarenlang werkte als
plaatsvervangend directeur, en ook als professor en hoofd van de vakgroep informatica.
Daarna werkte professor Sampath bij de Union Public Service Commission, was manager bij
IIT Kanpur enzovoort. De opsomming van al zijn verdiensten is te lang om ze hier voor de
geest te halen. Maar hij was een perfecte gentleman en het zou een afschuwelijk vergrijp zijn
om hem te beschuldigen van enige medeplichtigheid in het incident dat ik nu beschrijf.
Een paar minuten later kwam mijn tweede knock-outslag. Ik nam afscheid van Baba en
maakte me klaar om naar het vliegveld van Bangalore te vertrekken. Ik herinner me dat
voorval heel goed. We stonden beiden bij de deur van Swami’s verblijf in Brindavan. Swami
maakte cirkelbewegingen met zijn hand, creëerde vibhuti voor mij en goot dat in mijn
handpalm. Het moment was gekomen om uit de sluimering te ontwaken. Deze schok was
sterker dan de schok van de plotselinge dood van mijn zoon of van de zo onverwachte moord
op Rajiv Gandhi. Ik was verstijfd van schrik. Later besefte ik dat ik er eens heel serieus over
moest denken om uit te gaan zoeken wat dit allemaal te betekenen had; daar zal ik zo op
terugkomen.
De vibhutimaterialisatie waarvan ik getuige was op die dag (en ontelbare malen later) deed
me beseffen dat er veel dingen waren die ver uitstegen boven hetgeen ik tot dan toe wist.
Sorcar voert aan dat deze vibhuti gewoon een zoutbolletje is dat eerst verborgen wordt en dan
verpulverd. Laat ik de heer Sorcar wat vertellen. Ik ben sinds die keer bij meer dan honderd
verschillende gelegenheden, op allerlei plaatsen, getuige geweest van vibhutimaterialisatie.
Aan mij persoonlijk is ook bij veel gelegenheden gematerialiseerde vibhuti gegeven. En ik
heb het bij al die gelegenheden geproefd. Het is geen zoutsmakend poeder, hoeveel fantasie
men ook mag hebben. Dat is mijn eerste punt.
Ik heb gezien dat vibhuti werd gematerialiseerd in de meest onverwachte omstandigheden.
Hier is een voorbeeld. In maart 1999 ging Sai Baba naar Bombay en ik mocht mee. Daar ging
hij ’s middags naar de woningen van menig devotee. Hij bezocht de woning van de heer Sunil
Gavaskar in Worli. Swami zat in een grote kamer vol met beroemdheden uit Bombay,
waaronder natuurlijk vele vanuit de sportwereld en een paar uit de filmwereld. De kamer was
overvol en volgens onze ongeschreven code zaten wij als leden van de groep (van Baba’s
metgezellen) buiten. Eerst werden er bhajans gezongen, toen werd er veel gepraat, waarna
Baba naar een eetzaal werd geleid, waar enkele hapjes werden geserveerd. Mensen gaven hem
brieven en dergelijke. Toen hij bij de deur kwam, kon ik hem duidelijk zien. Daar zaten Polli
Umrigar en G.S. Ramchand, crickethelden uit mijn tijd. Terwijl Gavaskar hen voorstelde,
vroeg Baba hun terloops: ‘Wilt u wat vibhuti?’ Zonder hun antwoord af te wachten
materialiseerde hij deze ter plekke. Ik kan niet inzien hoe iemand dat had kunnen voorzien en
zoutbolletjes verborgen tussen de vingers bij zich droeg, al die tijd gedurende een lange rit
van Andheri naar Worli, gedurende een lift naar boven, na een uur gezeten te hebben
enzovoort. Misschien kan Sorcar dat wel. Er zijn veel van die gelegenheden, maar die zal ik
overslaan. Toch zou ik graag hier een passage uit een interview met captain Oberoi willen
weergeven, dat we hebben afgenomen voor een uitzending van Radio Sai. Voor degenen van
u die hem misschien niet kennen, captain Oberoi werkte bij Indian Airlines, eerst als piloot en
later op de commerciële afdeling. Voor hij met pensioen ging heeft hij veel promotie
19
gemaakt. Na zijn pensionering kwam hij naar Puttaparthi, waar hij meer dan tien jaar
directeur van de luchthaven was. Ik kende hem goed.
Eens toen hij voor zijn werk gestationeerd was in Madras, kwam captain Oberoi naar
Bangalore, omdat hij gehoord had dat Baba naar Hyderabad ging. Als hoofd commercieel
manager kon hij in zijn functie gewoon overal naar toe vliegen in zijn regio. Hij wilde Swami
dringend zien, omdat hij een groot probleem had. Swami vertelde Oberoi dat hij naar
Hyderabad ging en hem zou spreken tijdens de vlucht. Dus Oberoi vergezelde Baba op de
vlucht naar Hyderabad.
In die tijd had captain Oberoi een ernstig probleem: bij hem was de diagnose keelkanker
gesteld. We laten nu captain Oberoi zelf vertellen over wat er toen gebeurde:
‘Tijdens de vlucht riep Swami mij en vroeg me om naast hem te zitten. Radhakrishna, die er
zat, stond op om plaats te maken voor mij. Toen ik zat vroeg Swami me naar mijn
gezondheid. Ik antwoordde: “Swami is de Bewoner (Antaryami) en hij kent mijn probleem”.
De tranen sprongen in mijn ogen, ik was ontroerd. Swami veegde mijn tranen af en zei: “Ik
weet het, maar ik wil het van jou horen. Het zal je last verlichten als je erover praat.”
Toen vertelde ik hem dat de keel-, neus- en oorarts had vastgesteld dat ik keelkanker had.
Swami vroeg om een glas drinkwater. Toen materialiseerde hij zwartachtig poeder, liet de
poeder in het glas vallen, roerde het water met een lepel en gaf mij dat water om het op te
drinken. De smaak was heel bitter maar ik dronk het allemaal op. Toen wreef Swami het
achtergebleven restje zwarte poeder met zijn vingertoppen op mijn keel.
Het was erg verzachtend. De pijn verdween onmiddellijk, en de tot dan toe onbedwingbare
hoest was bijna weg. Toen vroeg Swami mij om dr. Kameshwar in Madras te consulteren
voor een second opinion omtrent mijn probleem. Ik smeekte hem dat ik nu toch beter was,
waarom moest ik dan toch weer zo’n pijnlijk lichamelijk onderzoek ondergaan? Baba bleef
aandringen en zei: ‘Apne Swami ka agya palan karo aur second opinion lo (Luister naar het
bevel van jouw Swami en ga voor de second opinion)’.
Oberoi ging terug naar Madras en consulteerde, op advies van Baba, een uitstekende
specialist, dr. Kameshwar. Deze arts was een andere dan de specialist die al vele uitgebreide
proeven had gedaan en de diagnose kanker had gesteld. Dr. Kameshwar sloeg een blik op de
onderzoekresultaten die Oberoi had meegebracht en vroeg waarom hij weer een medisch
onderzoek wilde, temeer daar sommige van de proeven erg pijnlijk waren. Uiteindelijk was
het nauwelijks tien dagen geleden dat het vorige onderzoek was verricht; in zo’n korte periode
kon hij toch geen wonderen verwachten? Oberoi vertelde de dokter dat hem speciaal was
verzocht naar dokter Kameshwar te gaan voor een consult en hij volgde die instructies. Met
tegenzin deed dokter Kameshwar de proeven. Toen hij klaar was, moest hij twee keer kijken -
er was geen spoor van kanker meer - Baba had die al weggenomen. Oberoi legde me uit
waarom Baba wilde dat hij naar dokter Kameshwar ging in plaats van de dokter die hem
oorspronkelijk had onderzocht. Kameshwar geloofde niet in Sai Baba en na dit incident
veranderde hij volledig! Nogmaals, de woorden van captain Oberoi die ik hier weergeef zijn
exact de woorden die hij voor ons opnam ten behoeve van een uitzending over Radio Sai
enkele jaren geleden.
Ik ken captain Oberoi zeer goed. Hij is een heel goede bhajanzanger en iemand die eenvoudig
en recht door zee is in zijn spreken. Sorcar kan misschien verklaren dat ook dit bedotterij is, al
weet ik niet hoe zwart en bitter smakend poederzout in één klap kanker kan genezen.
Misschien dat Baba wist dat Oberoi van plan was naar hem toe te komen met een probleem,
en dat hij daarom al van tevoren een zwart tablet bij zich droeg!
20
Hier moet ik ook terugkomen op Sanghvi’s sarcastische opmerking: ‘Rijke devotees krijgen
Omega’s, de armen krijgen alleen gewijde as’. Alleen een spiritueel onwetende zou zo praten.
Voor mijzelf sprekend, zou ik altijd vibhuti meer waard achten dan een Omega horloge. Een
horloge is nuttig en ik draag er zeker een als ik werk. Maar een dure Omega wakkert
gehechtheid aan en dat zou ik beslist niet willen. En vibhuti? Zoals Baba uitlegt veranderen
dingen die verbranden in as, maar as zelf kan niet verbranden. Deze as herinnert ons dus aan
de toestand van hoogste spirituele zuiverheid, die de mensen op aanraden van de geschriften
behoren na te streven. De vibhuti is dus een symbool van ultieme zuiverheid.
Wat ik ook zeg, ongetwijfeld zullen er allerlei argumenten naar voren worden gebracht over
hoe naïef ik niet ben, hoe ik bedot en bedrogen ben door Baba, dat ik te onervaren ben om de
trucs van goochelaars te doorzien enzovoort. Welnu, laat ik dan deze ervaring van mij
vertellen. Dit gebeurde ongeveer vier jaar geleden. Het was vroeg in maart denk ik, de tijd van
de middagdarshan, en Baba zat op de veranda, in het volle zicht van de Sai Kulwant Hall,
waar een paar duizend mensen zaten. Het was verdraaid heet, niet te verwonderen, de zomer
kwam eraan. Plotseling na ongeveer een uur, midden in een gesprek met enkelen van ons die
naast hem zaten op de veranda, in het volle zicht van alle mensen daar, zwaaide Baba met zijn
hand en produceerde een vijg, een echte vijg, geen plastic of kleimodel. Hij liet hem rondgaan
onder de paar mensen om hem heen en toen ik hem aannam hield ik hem in mijn handpalm
om hem te bekijken. Hij was absoluut vers en koud, zoals hij zou zijn als hij net uit de
diepvriezer was gehaald! Hoe weet ik dat het een echte vijg was? Omdat Baba vroeg de vijg
in kleine stukjes te snijden en rond te delen. Ik kreeg een stukje en at het op. Ik herinner me
niet meer wie er allemaal behalve ikzelf bij waren, maar wel weet ik nog dat de heer S.V. Giri
erbij was, omdat hij toen vice chancellor was, en natuurlijk ook een of twee jongens die met
Baba meegaan om hem assistentie te verlenen. Ook zij kregen een stukje van de
gematerialiseerde verse en koude vijg. Dit alles voor een grote menigte van enkele duizenden
mensen. Ik vermeld dit alles omdat Sorcar in het NDTV- programma niet alleen beweerde dat
Baba een bedrieger was, maar eraan toevoegde dat Baba dingen materialiseerde in zijn kamer
achter een gordijn. Men kan aanvoeren dat de vijg eerder was gebracht en verborgen werd
gehouden in de mouw - de favoriete verklaring. Maar hoe hield Baba hem dan zo ijskoud?
Misschien had hij ook een diepvriezer in zijn mouw verstopt?
7. OMTRENT MATERIALISATIE
Zo veel heb ik ervan gezien, tot en met materialisaties tijdens een vlucht en in allerlei andere
plaatsen. Toen zijn rechterhand wegens een verwonding in een mitella zat, produceerde Baba
vibhuti (de grote wens van de meeste devotees) met zijn linkerhand. De vraag wordt nu: ‘Is
daar enige verklaring voor te geven?’ Vanuit mijn natuurwetenschappelijke achtergrond ben
ik zo vrij om een hypothese aan te dragen, die gebaseerd is op mijn huidige begrip van de
brug tussen fysica (natuurkunde) en metafysica. De laatste tientallen jaren zijn er
onvoorstelbare vorderingen gemaakt op het grensvlak van de natuurkunde, namelijk de brug
tussen de micro- en de macrokosmos. Een aantal jaren ben ik bezig geweest om deze
ontwikkelingen te bestuderen, in verband met een reeks boeken die ik aan het schrijven was.
(Een vluchtige glimp van deze fascinerende horizon wordt u geboden in de H2H-serie ‘Search
for Infinity’.) Deels tot mijn verbazing en deels volkomen begrijpelijk komt naar voren dat de
stoffelijke wereld een opmerkelijke en toch zeer subtiele, kosmische relatie vertoont tussen
entiteiten die voor ons verschillend lijken. Het kan zelfs zo sterk zijn, zoals een fysicus stelt,
dat er maar één elektron is, terwijl het ons toeschijnt alsof er velen zijn, gewoon vanwege de
effecten van ruimte en tijd. Dit kan prachtig verklaard worden met behulp van de zogenaamde
Feynmandiagrammen, maar zover wil ik niet afdwalen. Laat ik alleen vaststellen dat tijdens
21
het onderzoek naar de zogenaamde ‘Einstein-Podosky-Rosen (EPR)-paradox’ in de jaren
zeventig enkele opmerkelijke experimenten deze kosmische grondslag onthulden. Deze
ontdekking kwam volkomen onverwacht. Met name Einstein had dit voor onmogelijk
gehouden, maar dat kwam omdat hij geloofde dat verschillende entiteiten afzonderlijk van
elkaar bestaan. De natuur vertelt ons nu: ‘Voor je zintuigen kan dat wel zo lijken; voor je
wetenschappelijke instrumenten, die niets anders zijn dan een verlengstuk van je zintuigen,
kan dat wel zo lijken. Maar er is een verborgen kosmische verbondenheid, als gevolg waarvan
alles een wordt! En