De laatste stap van het kosmologisch godsbewijs, dat een oorzaak van het heelal ‘persoonlijk’ moet zijn, wordt hier met een prachtig tegenargument weerlegt. Jangablog bespreekt alle volgende stappen ook, maar mij gaat het nu even specifiek om dit argument R1 als een mogelijke onpersoonlijke oorzaak van ons universum, die hier recht tegenover een persoonlijke oorzaak wordt geplaatst.Het oorzakelijkheidsargument
Het oorzakelijkheidsargument is een andere naam voor het causaliteitsargument oftewel het kosmologische godsbewijs, soms ‘kalam kosmologische godsbewijs’ genoemd; ‘kalam’ slaat op een stroming in de islamitische filosofische theologie. Het oorzakelijkheidsargument is een van de vele redeneringen die het bestaan van God moeten aantonen, in recente tijden verdedigd door de filosoof William Lane Craig. Het basisprincipe in deze redenering heet wel ‘de wet van oorzaak en gevolg’.
Dit is in het kort het argument.
A1: Alles wat een begin heeft, heeft een oorzaak. (Dit is het basisprincipe.)
A2: Het heelal heeft een begin.
A3: Dus heeft het heelal een oorzaak.
A4: De oorzaak van het heelal is bovennatuurlijk.
A5: De oorzaak van het heelal is persoonlijk.
Met dit argument zijn een heleboel dingen mis, die ik in omgekeerde volgorde zal behandelen. Daarmee bedoel ik dat ik bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde zal afwerken. Daarbij neem ik in elke stap de conclusies van de voorgaande stappen even voor waar aan en kijk of de betreffende stap op zichzelf steekhoudt. Dit zal de komende 4 blogs in beslag nemen.
1. Over persoonlijke en onpersoonlijke oorzaken (A5)
1.1 A5 zegt dat de oorzaak van het heelal niet iets onpersoonlijks kan zijn, maar een persoon moet zijn. Daarmee wordt uiteraard niet een menselijke persoon bedoeld, maar wel een wezen dat uit vrije wil kan handelen. De oorzaak van het heelal kan niet puur mechanistisch van aard zijn, maar moet een persoonlijk handelen van een schepper of ontwerper zijn.
1.2 Om dit te staven, wordt soms aangedragen dat een mechanistische, niet-persoonlijke kracht van nature random is en toeval kan nu eenmaal niets scheppen [1]. Echter, een niet-persoonlijke kracht is niet per definitie random: als ik af en toe een kopje loslaat, dan valt het niet de ene keer toevallig naar beneden en een andere keer toevallig naar boven. Nee, daar zijn regels voor: natuurwetten. Het zijn de natuurwetten die van een vallend kopje juist iets mechanistisch maken. Een niet-persoonlijke oorzaak hoeft dus niet random te zijn.
1.3 Een andere argument dat gebruikt wordt, is dat een tijdelijk effect niet veroorzaakt kan worden door een eeuwige oorzaak als die oorzaak mechanistisch is [2]. Als de oorzaak eeuwig is en er dus eeuwig aan de voorwaarden voor een zeker gevolg voldaan wordt, dan moet ook dat gevolg eeuwig zijn. Anders gezegd, als er eeuwig aan de voorwaarden voor een bepaalde toestand voldaan wordt, dan kan het niet zo zijn dat die toestand eerst niet bestaat en daarna ineens wel; ook die betreffende toestand moet dan eeuwig zijn.
Een voorbeeld is het volgende. Als de temperatuur eeuwig onder nul is en we treffen bevroren water aan, dan kan dat water op geen enkel moment bevroren zijn geraakt vanuit een niet-bevroren toestand. Ga maar na: wanneer was dat dan en hoe kwam het dat het water daarvoor niet bevroren was hoewel de temperatuur ook toen al onder nul was? Het water moet dus eeuwig bevroren zijn geweest.
Maar wie zegt dat de oorzaak van het heelal ‘eeuwig’ is? Aan de ene kant, als het begin van het heelal tevens het begin van de tijd is (zoals in sommige modellen van de Oerknal), dan bevindt de oorzaak van het heelal zich geheel buiten de tijd. Zo’n oorzaak onttrekt zich aan het begrip ‘tijdsduur’ en je kunt al helemaal niet spreken van een eeuwige oorzaak. ‘Eeuwig durend’ en ‘buiten de tijd’ zijn niet hetzelfde! Vragen naar de tijdsduur van een oorzaak die zich buiten de tijd bevindt, is als vragen naar de kleur van maandag …
Aan de andere kant, als de tijd al bestond en het heelal op een gegeven in de tijd is ontstaan, ook dan hoeft de oorzaak van het heelal niet eeuwig te zijn. De toestand voordat het heelal bestond hoeft namelijk niet eeuwig hetzelfde te zijn. Zodra tijd bestaat, kunnen dingen veranderen. Om bij het watervoorbeeld te blijven: de temperatuur hoeft niet altijd onder nul te zijn geweest, dat werd domweg aangenomen! Hoe dan ook, in beide gevallen is de oorzaak van het heelal niet eeuwig en daarmee vervalt een premisse van het argument en gaat het hele argument niet op. Een persoonlijke oorzaak van het heelal is niet aangetoond.
1.4 De beste weerlegging van een argument is een tegenvoorbeeld. Is er een niet-persoonlijke oorzaak van het heelal denkbaar? Jazeker, dat is de volgende regel.
R1: Voor elk consistent stel natuurwetten bestaat er een heelal waarin dit gerealiseerd is.
De oorzaak van ons heelal (en van een heleboel andere heelallen?) ligt in het feit dat regel R1 geldig is. Merk op dat regel R1 duidelijk niet geldt in ons heelal: het is zelf geen natuurwet van ons heelal. Merk ook op dat deze regel buiten de tijd staat: ze vereist het bestaan van de tijd niet. Merk vervolgens op dat regel R1 geen persoonlijk wezen is. Merk ten slotte op dat deze regel voldoende voorwaarde is voor het bestaan van ons heelal: als ze geldig is, dan bestaat ons heelal.
1.5 Natuurlijk dringt de vraag zich op hóé regel R1 het ontstaan van ons heelal dan wel bewerkstelligt. Dat kan echter niet als bezwaar tegen deze regel ingebracht worden, want precies dezelfde vraag kunnen we stellen over god of elke andere vermeende schepper van de wereld. Het is niet bekend hoe god de wereld geschapen heeft en net zo is het onbekend hoe R1 tot het bestaan van de wereld leidt. Zowel god als R1 zijn wat dat betreft bovennatuurlijke verklaringen: in beide gevallen moeten wij niet vragen naar het exacte mechanisme dat tot het bestaan van het heelal leidt. Beide verklaringen zijn hierin even adequaat (of even inadequaat, het is maar hoe je het bekijkt).
1.6 Een andere overeenkomst tussen god en R1 is, dat ze zelf onverklaard blijven; ze zijn beide onveroorzaakt. Net zoals we niet moeten vragen naar waar god vandaan komt, moeten we niet vragen hoe het komt dat R1 geldig is. Zowel god als R1 kunnen als het ultieme uitgangspunt worden genomen.
1.7 Het grote verschil zit ’m in het feit dat de ene verklaring veronderstelt dat de oorzaak van het heelal een persoonlijkheid is en de andere het zonder persoonlijkheid doet. Zoals gezegd, het kan dus even goed zonder: een persoonlijke oorzaak is niet aangetoond en is niet noodzakelijk. Je kunt wel aannemen dat de oorzaak van het heelal persoonlijk is, maar dan neem je meer aan dan nodig.
Corollarium: De bovennatuurlijke regel R1 voldoet prima als onpersoonlijke oorzaak van het heelal.
Ik heb dit argument nog niet eerder gelezen op de fora die ik bezoek, en heb het ook nog nooit gebruikt horen worden in de discussies op youtube tussen gelovigen en de new atheists (Dawkins, Hitchens, Harris, Krauss, enz). Jammer, ik had graag de reactie van William Lane Craig gezien als iemand zijn argumentatie had weerlegd met R1.
De reden om het hier te posten is tweeledig. Allereerst vroeg ik mij af of iemand dit argument al eens eerder is tegengekomen en een link kan geven waar het in een discussie gebruikt wordt.
Daarnaast ben ik ook benieuwd wat jullie er van vinden. Is R1 als logische weerlegging van de noodzaak van een persoonlijke oorzaak van het heelal volledig valide? Of ziet iemand nog ergens logische valkuilen.