Geloof een andere vorm van wetenschap
Geplaatst: 24 jun 2009 21:47
“Geloof is niet irrationeel, maar bovenrationeel. [1] Het is een andere vorm van kennis, van wetenschap – een andere manier van zeker weten. [2] Welk verschil maakt het wat betreft de politieke overtuigingskracht of je gelooft dat de wereld door de schepper geschapen is, of dat er een oerknal was? [3] We nemen dat aan op gezag van anderen. [4] Ik doe het op basis van een boek, anderen op basis van wat ze uit de krant of wetenschap leren.” Uit `Geloof is een andere vorm van wetenschap’, interview NRC Handelsblad 26 juli 2008 met Minister André Rouvoet; puntaanduidingen zijn toegevoegd.
Zijn de standpunten in bovenstaand citaat van een minister in functie kabinetsstandpunten, of niet? Zoja, dan is het beeld dat het kabinet heeft van wetenschap, of wil hebben, in tegenspraak met de huidige wetenschappelijke praktijk, met ongekende gevolgen. Zoniet, dan hanteert minstens één van de Ministers een onjuist begrip van wetenschap, en verspreidt dat onjuiste beeld onder de jeugd, als Minister van Jeugd en Gezin. Om maar te zwijgen over het weinig geavanceerde beeld dat andere (technologische) landen van de Nederlandse wetenschap krijgen voorgeschoteld.
Wat schort er aan bovenstaande uitspraken? Het volgende:
[1] Er wordt beweerd dat wetenschap een vorm van zeker weten is. Klopt dat? Nee. Wetenschappelijk theorieën worden namelijk dikwijls verworpen: een theorie klopt tot dat er een tegenspraak is gevonden met een ``juiste’’ waarneming of argumentatie; dan wordt zij verworpen of voorbijgestreefd door een theorie die daar wel mee in overeenstemming is. Soms is die overname door een andere theorie revolutionair, soms is de verbetering stapsgewijs. Waar de individuele topwetenschapper waar de naam van de theorie mee verbonden kan zijn vaak zeker weet dat zijn of haar theorie juist is en blijft, weet de wetenschap als collectief dat theorieën veranderen of geheel worden verworpen. De evolutie van de wetenschap gaat voorbij aan de vermeende zekerheid van individuele wetenschappers. Van zeker weten is dus geen sprake, wel van pogingen de waarnemingen of interne theoretische consistentie perfect trachten te benaderen. De Minister geeft dus blijk geen kennis te hebben van de wetenschapspraktijk en -filosofie, ondanks zijn opleiding aan de Vrije Universiteit (VU). Gelukkig weten we dat studenten hun studielessen vergeten, zoals we rekenvaardigheid verliezen zonder oefening; en, dus treft de VU mogelijk geen blaam.
[2] De oerknal is een wetenschappelijke theorie met uitspraken die in principe verifieerbaar zijn. Voorts is de oerknaltheorie gepubliceerd in bekende wetenschappelijke tijdschriften en dus door een proces van toetsing gegaan. Andere wetenschappers hebben getoetst en blijven toetsen of deze theorie consistent is op methodologisch, wiskundig en natuurkundig vlak, op basis van wetenschappelijke criteria. Het Bijbelse scheppingsverhaal en andere Bijbelse uitspraken zijn in het algemeen niet wetenschappelijk, maar van andere aard. Dat geeft in principe niet, maar het markeert een duidelijk verschil. De oerknaltheorie sluit overigens een goddelijke schepping niet uit: Stephen Hawking gelooft in een god en is medeschepper van de oerknaltheorie. Wellicht gelooft hij niet op letterlijke maar figuurlijke wijze in het Bijbelse scheppingsverhaal. Er zijn overigens ook andere scheppingsverhalen, en binnen de oerknaltheorie blijft er ruimte voor goden. Wie schiep namelijk de oerknal, als dat al een zinnige vraag is? Zijn voorbeeldfunctie als Minister van Jeugd en Gezin vereist dat Minster Rouvoet een goed boek over wetenschapstheorie bestudeert en begrijpt, en het populair wetenschappelijke boek van Hawking leest (A brief history of time, in bijvoorbeeld de Nederlandse vertaling); collega Minister (van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) Plasterk lijkt daarbij een geschikte mentor op het puur wetenschappelijke vlak.
[3/4] Het aannemen van zaken van anderen uit geloofsboeken, kranten en wetenschap is ieder van andere aard. Kranten verkopen veel onzin: een kritische houding aannemen is altijd zinvol en bij het lezen van kranten absolute noodzaak; het lezen van verschillende kranten ter vergelijking is een goed idee om te trachten toch iets van de waarheid te achterhalen. Geen wetenschapper kan het hele wetenschappelijke domein bestrijken; wel is het zo dat er van een wetenschappelijke methodiek door dat hele domein kan worden gesproken. Zo deze methodiek in acht wordt genomen, met open controle en toetsing door collega’s, open publicaties, constructie van theorieën die falsifieerbare uitspraken opleveren of pogingen daartoe, en open discussies, dan is acceptatie van onderbouwde wetenschappelijke resultaten beschreven in allerlei media aannemelijker en van andere aard dan de acceptatie van uitspraken uit de literatuur, inclusief de godsdienstige. Dient Minister Rouvoet les te nemen in wetenschapsfilosofie? Aan u het antwoord. Goethe’s Faust zei al: “Da steh ich nun ich armer Tor/ und bin so klug als wie zuvor”; hoe meer Faust wetenschap bedreef hoe meer hij begreep dat hij eigenlijk maar weinig wist. Ergo, er is een zee van ruimte voor verwondering over het onbekende; ieder voor zich moet uitmaken of dat associaties oproept met poëzie, de goden of een god, de natuur, of niets.
Tenslotte, “... humanisten ... zeggen: redeneren vanuit het geloof is achterlijk”, volgens Minister Rouvoet in datzelfde interview. Dat zeggen humanisten niet. De uitspraak van een enkele (perverse pseudo-)humanist opdringen aan de hele groep ruikt naar eendere onfrisse praktijken uit de menselijke geschiedenis. Dat opdringen van uitspraken aan een hele groep (Joden, asielzoekers, de Roma, allochtonen, humanisten, ...) is meer dan achterlijk. Zie ook “Volg het spoor terug” waarin J.B. Charles de stelling inneemt dat uitspraken en keuzes van specifieke mensen moeten worden beschouwd, en dat het toeschrijven van vage singuliere uitspraken aan groepen gevaarlijk is omdat het tot haat aanzet.
Kortom dat “geloof een andere vorm van wetenschap is en wetenschap een vorm van zeker weten” is nonsens, en totaal in strijd met de wetenschapspraktijk. Markant genoeg zegt de rationaliteit van de wetenschap weinig over het proces om tot die rationaliteit te komen: een methodiek kan worden aangeleerd maar cruciale, nieuwe gedachtensprongen zijn creatief en kunnen irrationeel zijn. Ze komen schijnbaar spontaan uit het niets: als de appel van de boom valt, tijdens yoga of een wandeling, op het water of de fiets. Ik weet zeker dat veel wetenschappers Nederland rap gaan verlaten als deze uitspraken van Minister Rouvoet kabinetsbeleid gaan worden. En tot het moment dat het kabinet bovenstaande, gewraakte uitspraken laakt blijft onduidelijk of het weet waar het steeds om gaat.
Zijn de standpunten in bovenstaand citaat van een minister in functie kabinetsstandpunten, of niet? Zoja, dan is het beeld dat het kabinet heeft van wetenschap, of wil hebben, in tegenspraak met de huidige wetenschappelijke praktijk, met ongekende gevolgen. Zoniet, dan hanteert minstens één van de Ministers een onjuist begrip van wetenschap, en verspreidt dat onjuiste beeld onder de jeugd, als Minister van Jeugd en Gezin. Om maar te zwijgen over het weinig geavanceerde beeld dat andere (technologische) landen van de Nederlandse wetenschap krijgen voorgeschoteld.
Wat schort er aan bovenstaande uitspraken? Het volgende:
[1] Er wordt beweerd dat wetenschap een vorm van zeker weten is. Klopt dat? Nee. Wetenschappelijk theorieën worden namelijk dikwijls verworpen: een theorie klopt tot dat er een tegenspraak is gevonden met een ``juiste’’ waarneming of argumentatie; dan wordt zij verworpen of voorbijgestreefd door een theorie die daar wel mee in overeenstemming is. Soms is die overname door een andere theorie revolutionair, soms is de verbetering stapsgewijs. Waar de individuele topwetenschapper waar de naam van de theorie mee verbonden kan zijn vaak zeker weet dat zijn of haar theorie juist is en blijft, weet de wetenschap als collectief dat theorieën veranderen of geheel worden verworpen. De evolutie van de wetenschap gaat voorbij aan de vermeende zekerheid van individuele wetenschappers. Van zeker weten is dus geen sprake, wel van pogingen de waarnemingen of interne theoretische consistentie perfect trachten te benaderen. De Minister geeft dus blijk geen kennis te hebben van de wetenschapspraktijk en -filosofie, ondanks zijn opleiding aan de Vrije Universiteit (VU). Gelukkig weten we dat studenten hun studielessen vergeten, zoals we rekenvaardigheid verliezen zonder oefening; en, dus treft de VU mogelijk geen blaam.
[2] De oerknal is een wetenschappelijke theorie met uitspraken die in principe verifieerbaar zijn. Voorts is de oerknaltheorie gepubliceerd in bekende wetenschappelijke tijdschriften en dus door een proces van toetsing gegaan. Andere wetenschappers hebben getoetst en blijven toetsen of deze theorie consistent is op methodologisch, wiskundig en natuurkundig vlak, op basis van wetenschappelijke criteria. Het Bijbelse scheppingsverhaal en andere Bijbelse uitspraken zijn in het algemeen niet wetenschappelijk, maar van andere aard. Dat geeft in principe niet, maar het markeert een duidelijk verschil. De oerknaltheorie sluit overigens een goddelijke schepping niet uit: Stephen Hawking gelooft in een god en is medeschepper van de oerknaltheorie. Wellicht gelooft hij niet op letterlijke maar figuurlijke wijze in het Bijbelse scheppingsverhaal. Er zijn overigens ook andere scheppingsverhalen, en binnen de oerknaltheorie blijft er ruimte voor goden. Wie schiep namelijk de oerknal, als dat al een zinnige vraag is? Zijn voorbeeldfunctie als Minister van Jeugd en Gezin vereist dat Minster Rouvoet een goed boek over wetenschapstheorie bestudeert en begrijpt, en het populair wetenschappelijke boek van Hawking leest (A brief history of time, in bijvoorbeeld de Nederlandse vertaling); collega Minister (van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) Plasterk lijkt daarbij een geschikte mentor op het puur wetenschappelijke vlak.
[3/4] Het aannemen van zaken van anderen uit geloofsboeken, kranten en wetenschap is ieder van andere aard. Kranten verkopen veel onzin: een kritische houding aannemen is altijd zinvol en bij het lezen van kranten absolute noodzaak; het lezen van verschillende kranten ter vergelijking is een goed idee om te trachten toch iets van de waarheid te achterhalen. Geen wetenschapper kan het hele wetenschappelijke domein bestrijken; wel is het zo dat er van een wetenschappelijke methodiek door dat hele domein kan worden gesproken. Zo deze methodiek in acht wordt genomen, met open controle en toetsing door collega’s, open publicaties, constructie van theorieën die falsifieerbare uitspraken opleveren of pogingen daartoe, en open discussies, dan is acceptatie van onderbouwde wetenschappelijke resultaten beschreven in allerlei media aannemelijker en van andere aard dan de acceptatie van uitspraken uit de literatuur, inclusief de godsdienstige. Dient Minister Rouvoet les te nemen in wetenschapsfilosofie? Aan u het antwoord. Goethe’s Faust zei al: “Da steh ich nun ich armer Tor/ und bin so klug als wie zuvor”; hoe meer Faust wetenschap bedreef hoe meer hij begreep dat hij eigenlijk maar weinig wist. Ergo, er is een zee van ruimte voor verwondering over het onbekende; ieder voor zich moet uitmaken of dat associaties oproept met poëzie, de goden of een god, de natuur, of niets.
Tenslotte, “... humanisten ... zeggen: redeneren vanuit het geloof is achterlijk”, volgens Minister Rouvoet in datzelfde interview. Dat zeggen humanisten niet. De uitspraak van een enkele (perverse pseudo-)humanist opdringen aan de hele groep ruikt naar eendere onfrisse praktijken uit de menselijke geschiedenis. Dat opdringen van uitspraken aan een hele groep (Joden, asielzoekers, de Roma, allochtonen, humanisten, ...) is meer dan achterlijk. Zie ook “Volg het spoor terug” waarin J.B. Charles de stelling inneemt dat uitspraken en keuzes van specifieke mensen moeten worden beschouwd, en dat het toeschrijven van vage singuliere uitspraken aan groepen gevaarlijk is omdat het tot haat aanzet.
Kortom dat “geloof een andere vorm van wetenschap is en wetenschap een vorm van zeker weten” is nonsens, en totaal in strijd met de wetenschapspraktijk. Markant genoeg zegt de rationaliteit van de wetenschap weinig over het proces om tot die rationaliteit te komen: een methodiek kan worden aangeleerd maar cruciale, nieuwe gedachtensprongen zijn creatief en kunnen irrationeel zijn. Ze komen schijnbaar spontaan uit het niets: als de appel van de boom valt, tijdens yoga of een wandeling, op het water of de fiets. Ik weet zeker dat veel wetenschappers Nederland rap gaan verlaten als deze uitspraken van Minister Rouvoet kabinetsbeleid gaan worden. En tot het moment dat het kabinet bovenstaande, gewraakte uitspraken laakt blijft onduidelijk of het weet waar het steeds om gaat.