VseslavBotkin schreef: ↑24 sep 2024 14:52
Het "ik" als datgene wat mentale waarnemingen heeft lijkt mij een soort illusie. De Boeddha stond hier natuurlijk bekend om, maar heel veel filosofen hebben hier kritiek op geleverd, in het Westen is de bekendste waarschijnlijk David Hume. De passage uit
Of Personal Identity is erg beroemd:
If any impression gives rise to the idea of self, that impression must continue invariably the same, thro' the whole course of our lives; since self is suppos'd to exist after that manner. But there is no impression constant and invariable. Pain and pleasure, grief and joy, passions and sensations succeed each other, and never all exist at the same time. It cannot, therefore, be from any of these impressions, or from any other, that the idea of self is deriv'd; and consequently there is no such idea.
De fout van deze conclusie zit hem wat mij betreft in de premise van het aannemen van iets dat “hetzelfde” blijft. Dat is duidelijk niet het geval – het zelf verandert, zoals alles.
Het is met het zelf als met de rivier, waarin constant nieuwe wateren aan komen stromen, en die voortdurend van loop verandert. Dat wat de rivier zijn identiteit laat hebben is niet iets dat vaststaat. Integendeel, het is juist constant in beweging, en nooit exact hetzelfde in zijn samenstelling. Toch “is” de rivier de rivier, ontegenzeglijk, toch is de rivier zo “bestaand” als iets maar zijn kan. En hetzelfde geldt voor het zelf.
Dit is hoe Heraclitus’ beroemde fragment vaak onvolkomen begrepen wordt, door enkel op de verandering, vergankelijkheid, tijdelijkheid te letten. Het hogere punt is dat er
ondanks die veranderingen, schommelingen, wisselvalligheden
nog steeds sprake is van een blijvende identiteit – in dit geval de rivier, in het andere onze eigen “ziel” of “essentie”, of hoe je het ook wilt noemen. Daarmee zien we iets van waar Plato zo beroemd mee is geworden reeds doorschemeren in dat waar hij op reageerde.
En met Plato kwam er natuurlijk weer
veel te veel nadruk op datgene dat ondanks de veranderingen constant blijft, werd het zelfs tot God gepromoveerd. Ook dat is niet helemaal juist, maar om dan weer helemaal naar het andere uiterste door te slaan en te beweren dat zoiets in het geheel niet bestaat, lijkt me een minstens zo grote vergissing.
Ondanks dat de rivier, en de persoon, ieder moment weer anders is, iedere seconde nieuw, ondanks dat is er toch iets aan gelegen dat we ons hele leven lang (dwz: for all intents and purposes) als “een blijvend iets” identificeren.
Is dat “iets” een stukje eeuwigheid, is het onveranderlijk, goddelijk? Nee. Maar het is er wel.