Ammonius schreef: ↑14 sep 2024 15:15Hieronder bij mijn bespreking van Wittgenstein valt er nog wel het een en ander te zeggen over kritiek op Kant. Maar hier zou ik alvast een kritiek van Thomas Reid willen benoemen, die overigens een tijdgenoot was en niet op Kant, maar diens voorgangers (o.a. Hume en Berkeley) reageerde. Reid wordt gezien als de grondlegger van de 'common sense'-filosofie. Reid bestrijdt de gedachte dat wat wij waarnemen, bepaalde voorstellingen (ideas) zijn. Die gedachte leidt uiteindelijk tot de idealistische conclusie dat we alleen iets kunnen zeggen over die voorstellingen en niet wat daarachter zit. Reid stelt: wat wij waarnemen, zijn de dingen zelf. Ik neem niet de voorstelling van een boom waar, maar ik neem een boom waar door middel van mijn voorstellingen. Er is dus als het ware een direct contact tussen ons en de werkelijkheid.
Herman Dooyeweerd (die overigens uit de traditie van Kant, neokantianisme en Husserl komt) heeft het in dit opzicht over de 'naïeve ervaringshouding', waardoor een mens de dingen zelf ontmoet. Pas als we gebruikmaken van onze 'theoretische denkhouding' gaan we dingen abstraheren. Martin Buber (uit een totaal andere filosofische traditie) heeft een zelfde soort onderscheid tussen de Ik-Het-relatie en de Ik-Jij-relatie.
Oké, maar hoeveel verschilt dit nu werkelijk van Kant (en Berkeley). Ik ben het eens met wat hier staat, maar ik beschouw dit niet als grote deviaties, eerder als puntjes op de i. Bij Dooyeweerd is dat zelfs expliciet zo, zoals je zelf aangeeft.
Wat de dingen zijn, dat is hoe we ze ontmoeten in de voorstelling. Dat is precies wat Kant zegt.
Goed, hij heeft nog zijn Ding an sich, zoals ik het over ongedifferentieerde chaos heb, maar dat is in feite niet zo belangrijk. Dat is alleen maar om de mensen tegemoet te komen die per se willen weten wat er buiten de voorstelling om dan nog is. Het is met name om aan te geven en duidelijk te maken dat wij niet doen alsof zij gek zijn.
Ja, misschien bestaat er ergens wel iets van een “objectieve realiteit”, een buitentalige, van onze eigen persoon onafhankelijke structuur die van invloed is op wat wij kunnen zien en aanraken. Het is onmogelijk om daar over te spreken, en het is daarom beter er over te zwijgen, maar zoiets zou inderdaad kunnen bestaan.
Net zoals de atheïst dat altijd aan de christen toe zal moeten geven; “het zou kunnen”, zo ook zullen wij die agnostisch zijn omtrent de materie altijd moeten toegeven: het zou kunnen. “God zal het weten” zegt men dan, en dat wil dus niet zeggen dat God het weet, nee, het betekent het tegendeel, namelijk dat wij het niet kunnen weten.
En daar schuilt een tweede betekenis in, want de wijze waarop God als “het Niets” functioneert in dat gezegde – als iets dat niet aan ons is, iets waar we niet bij kunnen – dat is ook weer de wijze waarop deze begrippen, Ding an sich en ongedifferentieerde chaos functioneren.
Ze zijn daar om aan te geven: “Ja, al jullie die daar zo’n obsessie mee hebben, het is al prima, zoiets zou best kunnen bestaan inderdaad. We snappen het. Maar hou er nu toch eens over op, over die vermeende ‘andere wereld’, schrijf daar nu toch niet zo ontzettend veel boeken over, want we kunnen er helemaal niets over zeggen. Het enige waar wij in dit leven mee te maken krijgen, zijn de objecten binnen onze ervaring. De rest mogen we gewoon lekker ‘aan God overlaten’ of hoe je dat ook wilt noemen, dat is niet onze zaak, en niet ons probleem.”
Ammonius schreef: ↑14 sep 2024 15:15Amerauder schreef: ↑12 sep 2024 14:58
Maar wat zijn de dingen daarvoor dan? Voorafgaande aan dat proces? Dat is moeilijk te beschrijven en moeilijk voor te stellen, ga ik nu ook even niet proberen. In ieder geval zijn het geen objecten. Ze hebben wel een soort onafhankelijk “bestaan” van ons, maar dit is geen bestaan in de zin zoals we dat normaal gesproken verstaan, want bestaan, of zijn, zoals we dat woord kennen, is een talig construct.
Ik haal dit even naar voren. Dit komt op mij toch over als een redelijk zuivere vorm van kantianisme. Met als enige verschil dat jij datgene wat 'de dingen' voorafgaand aan de vorm die ze door geest krijgen geen 'objecten' wilt noemen.
Nogmaals, je lijkt de epistemologische waarde van het Ding an sich te overschatten. Dat heb ik nu iets verder toegelicht in bovenstaande: de rol die het speelt is negatief van aard.
Simpel gezegd: object en subject kunnen niet los elkaar bestaan. Ze ontstaan in de verhouding tot elkaar. (Zoals alles, overigens, maar dan dwalen we af.)
En het is ook een bepaalde interpretatie van Kant, de manier waarop ik dit bespreek, en wel een interpretatie die de lijn volgt van Schopenhauer en Nietzsche, zijn belangrijkste opvolgers. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat mijn standpunten zich onafhankelijk van de westerse cultuur als zodanig zouden hebben ontwikkeld. Ik ben heel gewoon het product van mijn tijd, net zoals iedereen, en ik zie ook niet hoe ik dat niet zou kunnen zijn.
Maar nogmaals, dat kun je over vrijwel iedereen zeggen. Kant heeft iets blootgelegd waar je niet omheen kunt. Wij zijn daar allen erfgenaam van, ook zij die dat niet weten. Je kunt je er wel kritisch toe verhouden uiteraard, kanttekeningen plaatsen en wijzen op foutjes die hij gemaakt heeft, etc. Maar dat is iets totaal anders dan ontkennen dat je meevaart met deze stroom. Zoals wij allen doen.
(Dat is als iemand die een kleine tegenstrijdigheid opmerkt ergens in de Bijbel, en nu meent dat hij geen christen meer is. Totale onzin, in mijn optiek. Wij zijn allen erfgenamen van het christendom, of we dat nu zien zitten of niet. Maar dat is weer een heel andere kwestie.)
Sterker nog, als je dat waar Kant op wijst maar breed genoeg neemt, dan zie je heel duidelijk dat deze kennis in o.a. het taoïsme en het boeddhisme al heel erg lang aanwezig was, en dit maakt het je-kunt-er-niet-omheen gehalte alleen maar groter. Denk aan de spreuk: “Noemen is enkel de moeder der dingen.”
Het was helemaal geen ontdekking, maar een tot besef komen, een onder woorden weten te brengen van een eeuwenoude waarheid die veel groter is dan de specifieke woorden van Kant. Kant is enkel de naam die wij in onze taal gebruiken voor dat tot-besef-komen.
Ammonius schreef: ↑14 sep 2024 15:15
Mijn vragen zijn (a) of je begrijpt wat Pears bedoelt en (b) of je je kunt vinden in zijn weergave van Wittgensteins vroege en late filosofie. Als (a) niet het geval is, zal ik het in mijn eigen woorden moeten formuleren, maar ik vind dat Pears het kernachtig weergeeft.
Ik krijg wel het gevoel dat ik een stukje context mis, door de wijze waarop dit nu eruit geknipt is. Er worden dingen gezegd, maar waar zijn dit precies argumenten voor? Wat is het punt? Dat ontbreekt, en zonder dat kun je de beweringen ook niet naar waarde schatten. Ik kan alleen maar zeggen, “oké, en nu? Ga verder...”