Kitty schreef:Job schreef:
Deze verhalen zijn nooit puur fantasie.
Job
Ok alleen de god die opgevoerd is dan. Want die kan ik toch onmogelijk als iets werkelijks zien.
Absolute onzin. Wat hen ik in mijn vorige 2 postings geschreven ?
Voor een gelovige is het iets werkelijks. Maar het is niet te bevatten en niet onder woorden te brengen.
God in de bijbel is absoluut Trancendent. Het is ontstaan uit ervaringen.
Geloof in deze God (Hebreeuwse God)is niet iets die in deze werkelijkheid figureert en daarin ingrijpt naar zijn inzicht.
Je zou dan een beeld van God hebben die je verlaagd tot onze werkelijkheid, de door Hem geschapen werkelijkheid. Maar het is ook niet zo dat je God kunt wegzetten in een door ons veronderstelde andere, niet waarneembare werkelijkheid en vanwaar Hij dan zou existeren en van waaruit Hij Zijn aanwezigheid tot ons laat doordringen. Dan zou je het een fictie kunnen noemen. Wat dan wél ?
Datgene wat mij overstijgt zou je God kunnen noemen. God is de bron van wat ik in mijn leven ervaar, niet waarneembaar, maar wel ervaarbaar. Datgene wat mij absoluut overstijgt in mijn beste momenten, dat zou Ik God willen noemen. Die ervaring kán vooral voor mij ontstaan in de ontmoeting met de andere mens, mijn medemens. In onze werkelijkheid zijn dan slechts de sporen waarneembaar, als Hij is voorbijgegaan, zegt H. Oosterhuis. De Frans/Joodse filosoof en Talmoedgeleerde E. Levinas zegt dat ik Hem in de medemens (die de kring van mijn zelfgenoegzaam leven doorbreekt en overhoop haalt) kan ervaren.
En dat zie je ook in de bijbelverhalen.
In de verhalen van Abraham en David zie je God verkeren met mensen. Zie ook Genesis bijv. In hun werkelijkheid verschijnt Hij. In die verhalen kan ik transparant in mijn werkelijkheid God ervaren. Vanuit die verhalen dringt Hij door tot mijn werkelijkheid. Ik ervaar Hem zolang ik met het verhaal bezig ben.
In de Bijbel staat het verhaal over hoe het joodse volk zijn weg door de geschiedenis ging. Dat wil niet zeggen dat de Bijbel een geschiedenisboek is.
Van begin af aan is de joodse godsdienst een bevrijdend geloof, bevrijdend van natuurmachten en de kosmische, door goden en andere machten bewoonde werkelijkheid. Aan het verdrukte volk van Israël openbaart de Eeuwige zich als een God van machtelozen. Dit is uniek: alle andere goden in vroeger of later tijd legitimeren de macht; Hij, de Eeuwige niet.
In Deut. 6,4-9 openbaart de Eeuwige zich aan Zijn volk door te zeggen dat Hij de Ene is; "Hij alleen is één, enig en uniek, anders dan je denkt".(P.van Dijk)
De openbaring van de Ene God brengt mij (wij) op Zijn weg, d.w.z., Hij doorkruist ons levenspad, waarop het eerste principe van de (mede) mens is. Dit dient boven alles gerespecteerd te worden. Slechts als de NAAM (JHWH) in het geding is of als men verplicht wordt een medemens te doden, mag men zij eigen leven offeren. Het leven van een ander mag men nooit offeren. Zo brengt de openbaring van de Ene God onmiddelijk mij (wij) tot de hoogste norm en waarde: het principe van de humaniteit.
Dit principe heeft onze westerse cultuur en maatschappij diepgaand beïnvloed en heden ook voor wat de omgang tussen mensen onderling betreft.(W.Kleisen)
De TORA, de Tenach in zijn geheel dienen we te lezen vanuit dit humaniteitsprincipe en deze bevrijdingsgedachte.
Kortom: religie is godsdienst. God wordt door Zijn boek, de bijbel serieus te nemen, daarmee wordt bedoeld de humaniteitsnormen die daarin zijn ontwikkeld, op onze maatschappij worden toegepast
De mens staat daarin centraal: bij hem/haar ligt de verantwoordelijkheid.
Bij Levinas is de ethiek volkomen bijbels. Godsdienst is ethiek, zou je kunnen zeggen, godsdienst is, bijbels gesproken,
dienst aan je naaste. En dit geloof gaat met vallen en opstaan. Dat leert onze geschiedenis.
Job