CvE schreef:Ik ken de vrijzinnige preken, je denkt dat er nog een kind in het koude badwater zit, dat ik heb weggegooid.
Dat is niet zo.
Het kind zie jij niet. Heb je waarschijnlijk in je jeugd ook niet geziem. Vandaar dat je alles zo makkelijk weggooid. Wat gooi je dan weg; je eigen sinterklaasgeloof ?
Je bent zo’n beetje die blinde uit de evangeliën die het niet ziet, of niet ziet zitten.
Die ziende blind is.
CvE schreef:Het oude testament is geschreven door orthodoxe theocraten, die een verklaring in JHWH projecteerden voor hun regionale underdogpositie. Dat is het verband waarin je het moet lezen.
Het nieuwe testament is geschreven door een groep die hun charismatische leider was kwijtgeraakt en wachtten op diens spoedige terugkeer. Dat is het verband waarin je het moet lezen.
So what ?
Doet het iets af aan
“Gij zult uw naaste liefhebben, gelijke uzelf.”
Verandert daar nu iets aan ? Is dit ‘theocratisch’?? Ga je het nu ineens anders lezen op een ‘theocratische’ wijze ?? En welke wijze is dat dan ?
De bijbelse boodschap is universeel.
Juist machthebbers, koningen en andere heersers staan in de Bijbelverhalen voortdurend onder (Profetische) kritiek.
Het is hier niet de plek om te laten zien dat de bijbel en de latere joodse traditie getuigd van een radicale humanistische universele denkwijze. Deze denkwijze is kenmerkend voor de voornaamste fasen van de ontwikkeling van de joodse traditie en niet van een orthodoxe of conservatief-nationalistische. Dit laatste is een betrekkelijk onveranderd overblijfsel uit oude tijden en heeft in feite nooit bijgedragen aan de verdere joodse bloei van het joodse denken en aan de invloed daarvan op de universele menselijke waarden. Niet voor niets zijn talloze rabbijnen uit de lange joodse geschiedenis stuk voor stuk grote humanisten en tegelijkertijd strikt Tora-getrouwe joden. Juist OMDAT ze Tora-getrouwe joden waren/zijn. Net als Jezus van Nazareth Tora-getrouw is. Dit latten de Evangelisten ook zien.
Het kenmerkende aspect van deze humanistische interpretatie is het volgende:
Ideeën hebben, vooral als zij niet alleen de ideeën zijn van een enkel individu (zoals bij Confucius) , maar vooral als ze tot een integrerend bestanddeel van het historisch proces zijn geworden, hun wortels in het concrete maatschappelijk leven. Als men ervan uitgaat dat de idee van een onversneden humanisme een hoofdstroming in de bijbelse en en nabijbelse traditie vormt, moet je aannemen, logischerwijs, dat er door de gehele joodse geschiedenis heen bepaalde basisomstandigheden bestonden, die het ontstaan en de groei van deze humanistische tendens mogelijk maakten.
En deze fundamentele omstandigheden zijn er.
De joden hebben slechts korte tijd, in feite maar een paar generaties, werkelijke en indrukwekkende wereldlijke macht bezeten. Na de regeringsperioden van David en Salomo nam de druk van de grote mogendheden in het noorden en zuiden dusdanige vormen aan dat Juda en Israël in steeds toenemende mate bedreigd werden met veroveringen. En zij werden inderdaad veroverd, een slag waarvan zij zich nooit meer zouden herstellen.
Zelfs toen de joden later formeel een zekere politieke onafhankelijkheid bezaten, waren zij niet meer dan een kleine en machteloze satelliet, onderworpen aan de grote mogendheden.
Toen de Romeinen een eind maakten aan de joodse staat, kwam er van achter de afbrokkelende facade, die van de Romeinen alleen de laatste, beslissende stoot kreeg, een jodendom zonder koningen en hogepriesters te voorschijn, dat al een eeuwenlange ontwikkeling achter de rug had.
Tekenend voor de hele situatie is dat toen Rabbi Jochanan Ben Zakkai zich tijdens het beleg van Jerusalem naar het Romeinse kamp begaf, hij alleen toestemming vroeg om in Javne een academie voor de opleiding en scholing van toekomstige generaties rabbijnse geleerden te mogen oprichten. Zo werden de Profeten , die de afgodische bewondering voor wereldlijke macht aan de kaak gesteld hadden, door de loop van de geschiedenis in hun gelijk gesteld en was het hun onderwijzing en niet Salomo’s luister, die een doorslaggevende, blijvende invloed had op het joodse denken.
Nadien verwierven de joden tot in onze tijd nimmer meer een machtspositie. Integendeel, gedurende het grootste gedeelte van hun geschiedenis zaten zij in de hoek waar de klappen vielen en waren zij slachtoffer van uiteenlopende vormen (van fysiek tot verbale uitsluiting) van geweld.
(Denk aan wat ikin andere reacties over de zondebok heb gezegd)
“Maar ligt het dan niet voor de hand dat de centrale geschiedenis van de bevrijding uit de Egyptische slavernij en de redevoeringen van de grote humanistische profeten weerklank vonden in de harten van mensen, die het geweld alleen ervaren hadden als slachtoffers en niet als bedrijvers ??
Is het dan verwonderlijk dat het profetische visioen van een verenigde, in vrede levende mensheid, van gerechtigheid voor de arme en de hulpeloze, onder de joden in vruchtbare aarde viel en nooit vergeten werd ?
Is het vreemd dat er toen de muren van internationalisme, vrede en gerechtigheid verkondigden, een onevenredig groot aantal joden was ? Wat van een wereldlijk standpunt gezien de tragedie van de joden was (het verlies van hun land en staat) was vanuit het humanistisch gezichtspunt hum grootste zegening: het feit dat zij tot de lijdenden en verachten behoorden, stelde hen in staat tot het ontwikkelen en in stand houden van een humanistische traditie”
(Erich Fromm: “Gij zult zijn als goden”.)
Job