a.r. schreef:Ik generaliseer zo af en toe...dát kan ook niet anders omdat ik op zeker moment besloten heb om alle gelovige overtuigingen (dus ook homeopathie, acupunctuur, ingestraald water en paarden/honden en kinderfluisteraars en vrijdag de dertiende gelovers) op één hoop te moeten gooien. Het maakt nl niet uit imo ....de meeste mensen "willen"/ "moeten" ergens in geloven...hebben een sprookje nodig om zich staande te (kunnen) houden/te overleven.....en dát is wellicht mijn grootste frustratie.....kon de mensheid al dat "bijgeloof" nou maar eens loslaten én gewoon hun enige leven op een gezonde manier gaan leiden
Het niet stellen van haalbare doelen werkt een negatief affect, meestal zich uitende in wat we frustratie noemen, zeer goed in de hand.
De mensheid iets willen brengen is niet echt reeel, de mensheid zit namelijk nergens op te wachten. Het gros van de mensen uit die mensheid die staan zo ver van je vandaan, dat ze iets brengen zelfs irreeel is om te verwachten. Slechts een klein groepje mensen kun je wat brengen, en zelfs dan moet je goed nadenken over hoe, en vooral wat je ze wilt en kunt brengen. Dat dit frustratie met zich meebrengt is zeer begrijpelijk, en dat je spijtig genoeg zelf hebt moeten ervaren dat de evangelisatiedrang en eigen overtuiging in fabeltjes levens kapot kan maken vind ik heel vervelend. Maar het is hoe je de frustratie hier ter woorden brengt, met bijvoorbeeld een nogaltijd niet-op-ingegane sneer naar vrijzinnig gelovigen wat ik niet bepaald constructief vind, om maar een voorbeeldje te noemen. Net zo min als jij een nieuwe atheist ben, ben ik dat, gezien onze verschillende opvattingen, dus bedenk maar dat ik ook een nieuwe atheist ben volgens hen die ons in 1 vakje duwen... "hij zal het wel over Bob hebben, logisch dat hij een hekel aan atheisten heeft".
Wellicht als je jouw input in de kleinere leefomgeving dan de mensheid als voldoende ziet, dat je er zelf ook nog beter van kunt worden en anderen er niet slechter van worden. Kies je strijd en wees lui wanneer dat kan. Ik bedoel vooral te zeggen: gewone dingen ongewoon goed doen, dat zou mijn welgemeende advies toch zijn.
Zelfs de grootste denkers, religieus en niet-religieus hebben hooguit in den beginne een kleine groep geinspireerd, zich vervolgens uitwaaierend tot hooguit de westerse wereld, arabische wereld, oosterse wereld, etc. etc.. Zelfs de grote denkers uit het internet-tijdperk hebben zijn niet in staat gebleken de hele mensheid aan te spreken.
Ter inspiratie, en het sussen van de frustratie een tweetal gedichtjes:
Verzet begint niet met grote woorden
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt
zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud
zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen
Remco Campert
maar ook
Er was eens een grote brede rivier,
Die dacht: waarom stroom ik toch altijd maar hier?
Altijd datzelfde saaie dal,
Dat wist ie nou wel, dat kende ie al.
Kijk, dat ie een rivier was, dat vond ie niet erg,
Maar hij wou zo graag naar de andere kant van de berg.
De andere kant, zo had hij gehoord,
Was warmer en groener, een schitterend oord.
Hij werd gek van zijn waar hij altijd maar was,
Hij verlangde naar het andere, groenere gras.
Hij vroeg aan een klimgeit, een vriendelijk beest,
'Zeg die andere kant, geit, daar ben jij toch geweest?
Dus jij kan het weten, zeg me eens gauw,
Over zo'n berg heen, hoe flik je dat nou? ”
“Klimmen, ” zei de klimgeit, “Kijk, je begint onderaan,
Je klimt en je klimt, je blijft af en toe staan,
Nou, dan klim je weer verder, omhoog langs de wand,
En over de top ligt de andere kant.”
De geit werd bedankt, de rivier wist genoeg,
Hij had nog een fikse klim voor de boeg.
Hij nam eerst een aanloop, dat leek hem wel slim,
Hij borrelde, bruisde en brulde: “Ik klim! ”
Hij trad uit zijn oevers, maar verder ook niet.
Hij bleef waar hij was, tot zijn grote verdriet.
En hij riep naar de klimgeit, hoog op de top:
“Ik vraag het een ander, ik geef het niet op! ”
En hij vroeg aan een vogel: “Zeg vogel, jij komt daar vandaan,
Over zo'n berg heen; hoe pak jij dat nou aan? ”
“Vliegen... ” zei de vogel. “Kijk zo doe je dat.”
Hij spreidde zijn vleugels en wapperde wat.
De rivier zei: “Bedankt.” Hij zette zich schrap,
Hij golfde en kolkte en riep: “Wapperdewap! ”
Hij steeg een klein eindje, hij dacht dat hij vloog,
Maar in feite kwam hij geen meter omhoog.
En de vogel intussen, vloog sierlijk over de top,
En de rivier riep woedend: “Wacht maar! Ik geef het niet op! ”
Maar toen sprak de zon: “Rivier, jij maakt je te druk,
Zo bereik je toch nooit het ultieme geluk?
Doe nou eens rustig, stroom niet zo vlug.
Ga nou eens liggen, gewoon op je rug.
Heus, geloof me, let maar eens op,
Met helemaal niks doen kom jij over de top.”
De rivier dacht: 'Niks doen, wat heeft dat voor nut?
Maar laat ik het maar doen, ik ben toch uitgeput.'
Hij volgde het advies van de zon,
En stroomde zo sloom en zo traag als hij kon.
Zijn water verdampte, zijn bedding viel droog,
Het was niet te geloven... Kijk nou, hij vloog!
De zon had gelijk, als wolk steeg hij op.
En de wind blies hem moeiteloos over de top.
En in regen viel de rivier weer neer op het land,
Precies waar hij zijn wilde; aan de andere kant.
Nou, dit was het dan weer, einde verhaal,
Oja, nog even de boodschap; hier komt de moraal:
'Sloof je niet uit, vier lekker feest,
Doe lekker niks, dan bereik je het meest!'
En laat ik daarmee ook mijn bijdrage aan dit topic over nieuwe atheisten besluiten.
Groet,
Bob